Epistles of John oor Nederlands

Epistles of John

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Brieven van Johannes

In the First Epistle of John we read:
In de eerste brief van Johannes lezen we:

Soortgelyke frases

Third Epistle of John
Derde brief van Johannes

First Epistle of John
Eerste brief van Johannes

Second Epistle of John
Tweede brief van Johannes

voorbeelde

Introduction to the Third Epistle of John
Inleiding tot de derde algemene brief van Johannes

That’s from the First Epistle of John.”
Dat komt uit de eerste brief van Johannes.’

The Second Epistle of John was written to “the elect lady and her children” (2 John 1:1).
De tweede brief van Johannes is geschreven aan ‘de uitverkoren vrouw en haar kinderen’ (2 Johannes 1:1).

In the First Epistle of John we read:
In de eerste brief van Johannes lezen we:

First Epistle of John:
Eerste brief van Johannes.

I simply quote from the first epistle of John, chapter three, verse seventeen.
Ik citeer alleen maar uit de eerste brief van Johannes, hoofdstuk drie, vers zeventien.

20 It is noted that toward the end of the Muratorian Fragment, mention is made of just two epistles of John.
20 Gelieve op te merken dat er tegen het einde van de Canon van Muratori slechts twee brieven van Johannes worden genoemd.

Included in this category are at least the books of Jude, the three Epistles of John, and probably the entire Gospel of John itself.
In die categorie bevinden zich op zijn minst de boeken Judas, de drie brieven van Johannes, en waarschijnlijk het hele evangelie naar Johannes.

The author of the Epistles of John was an eyewitness of the resurrected Savior, which was certainly true of John the Apostle (see 1 John 1:1–4; 4:14).
De schrijver van de brieven van Johannes was ooggetuige van de herrezen Heiland, wat zeker voor de apostel Johannes gold. (Zie 1 Johannes 1:1–4; 4:14.)

Explain that the Apostle John wrote the epistle of 1 John at a time when apostasy was threatening the Church.
Leg uit dat de apostel Johannes de eerste brief van Johannes schreef toen de kerk door afvalligheid bedreigd werd.

However, on this point the above-mentioned encyclopedia, page 55, notes that these two epistles of John “can only be the second and third, whose writer calls himself merely ‘the elder.’
Over dit punt merkt de bovengenoemde encyclopedie op bladzijde 55 echter op dat het bij deze twee brieven van Johannes „alleen om de tweede en de derde brief kan gaan, waarvan de schrijver zich eenvoudig ’de oudere man’ noemt.

Included in this category are at least the books of Jude, the three Epistles of John, and probably the entire Gospel of John itself.1 Perhaps there are even more than these.
In die categorie bevinden zich op zijn minst de boeken Judas, de drie brieven van Johannes, en waarschijnlijk het hele evangelie naar Johannes.1 Misschien zijn er nog wel meer.

(AD 347–407) Augustine (d.430) – In a homily on the 1st Epistle of John, Augustine commented that speaking in tongues was a miracle suitable for the early church, but that it was no longer evident in his own time.
Augustinus (†430) – In een homilie gewijd aan het Eerste epistel van Johannes, in een commentaar op het spreken in tongen zegde Augustinus dat dit een wonder was dat passend was in de vroegste Kerk, maar nadien niet meer zo evident was.

The Third Epistle of John was written to Gaius, a faithful member of the Church whom John praised for showing unselfish devotion to the cause of Christ by providing accommodations for God’s traveling servants (see 3 John 1:5–8).
De derde brief van Johannes was aan Gajus geschreven, een trouw lid van de kerk dat door Johannes werd geprezen voor zijn onzelfzuchtige toewijding aan de bediening van Christus door de reizende dienstknechten van God onderdak te verlenen (zie 3 Johannes 1:5–8).

The author identified himself as “the elder” (2 John 1:1), and tradition holds that John, one of the original Twelve Apostles, wrote this epistle (see Bible Dictionary, “John, Epistles of”).
De schrijver noemt zichzelf ‘de ouderling’ (2 Johannes 1:1), en uit de geschiedenis blijkt dat Johannes, een van de oorspronkelijke apostelen, deze brief heeft geschreven. (Zie Bible Dictionary, ‘John, Epistles of’.)

“In none of these three epistles does the writer mention himself by name; but tradition assigns them to John,” one of the original Twelve Apostles (Bible Dictionary, “John, Epistles of”).
‘In geen van de drie brieven noemt de schrijver zichzelf bij naam; maar door de traditie worden ze aan Johannes toegeschreven’, een van de oorspronkelijke apostelen. (Bible Dictionary, ‘John, Epistles of’.)

He wrote the Gospel of John, three epistles, and the book of Revelation.
Hij schreef het evangelie van Johannes, drie brieven en het boek Openbaring.

In this epistle, John warned the Saints of antichrists (see 1 John 2:18–26; 4:3).
In zijn brief waarschuwde Johannes de heiligen voor de antichrist (zie 1 Johannes 2:18–26; 4:3).

It occurs a total of five times, singular and plural, all of them in two of John’s epistles.
Het komt uitsluitend in twee van de brieven van Johannes voor, in totaal vijfmaal, zowel in het enkelvoud als in het meervoud.

The books of the New Testament are generally in this order: the four Gospels and Acts; the epistles of Paul; the general epistles of James, Peter, John, and Jude; and the Revelation of John.
Doorgaans staan de boeken van het Nieuwe Testament in deze volgorde: de vier evangeliën en Handelingen; de brieven van Paulus; de algemene brieven van Jakobus, Petrus, Johannes en Judas; en de Openbaring van Johannes.

Therefore, from the standpoint of the Muratorian Fragment, this encyclopedia, on page 56, concludes: “The New Testament is regarded as definitely made up of the four Gospels, the Acts, thirteen epistles of Paul, the Apocalypse of John, probably three epistles of his, Jude, and probably I Peter, while the opposition to another of Peter’s writings was not yet silenced.”
Daarom komt deze encyclopedie op bladzijde 56 vanuit het standpunt van de Canon van Muratori tot de volgende slotsom: „Het Nieuwe Testament kan worden beschouwd als onomstotelijk te bestaan uit de vier Evangeliën, de Handelingen, dertien brieven van Paulus, de Apocalyps van Johannes, waarschijnlijk drie brieven van hem, Judas en waarschijnlijk I Petrus, terwijl de tegenstand tegen nog een van Petrus’ geschriften nog niet tot zwijgen was gebracht.”

Paying attention to the message of the three letters of John and of Jude’s epistle can help us to remain strong in the faith despite obstacles. —Heb.
Aandacht besteden aan de boodschap in de drie brieven van Johannes en in Judas’ epistel kan ons helpen om ondanks belemmeringen sterk te blijven in het geloof. — Hebr.

In this epistle John addressed the dangerous spread of apostate influences in the Church.
In deze brief beschrijft Johannes de gevaarlijke verspreiding van afvallige invloeden in de kerk.

Further, an epistle of Jude and two bearing the name of John are counted . . .
Voorts worden er een brief van Judas en twee die de naam van Johannes dragen, geteld . . .

Besides the so-called Gospel of John, he wrote three letters or epistles and also Revelation or Apocalypse.
Behalve het zogenaamde evangelie van Johannes schreef hij drie brieven of epistels en ook de Openbaring of Apokalypse.