F major chord oor Nederlands

F major chord

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

F-grootakkoord

F-majeurakkoord

Soortgelyke frases

F-flat major chord
Fes-grootakkoord · Fes-majeurakkoord

F sharp major chord
Fis-grootakkoord · Fis-majeurakkoord

voorbeelde

We paused at the great F-major chord.
We pauzeerden bij het grote akkoord in F-majeur.

The names that stood out were “F Sharp Minor,” “G Major Chord,” “Crop Circle,” and “Flapjack.”
De namen die eruit sprongen waren ‘fis mineur’, ‘G majeur’, ‘graancirkel’ en ‘drie-in-de-pan’.

To play an F Major chord, put your index finger on the 2nd string of the first fret, and your ring finger on the first string of the second fret.
Om een F-majeur te spelen zet je je wijsvinger op de 2e snaar bij de eerste fret en je ringvinger op de eerste snaar bij de tweede fret.

This version of the F major chord, nicknamed "old-school F" (as it was popular with musicians in the 60s and 70s), adds one extra note to the F described above, giving it a fuller, rounder sound.
Deze versie van het F majeur akkoord, met de bijnaam "old-school F" (omdat het populair was bij de muzikanten uit de jaren 60 en 70), voegt een extra noot toe aan de mini F zoals hierboven omschreven, waardoor het een voller, ronder geluid krijgt.

To make an F major chord, put your first finger on the first fret of the B string, your second finger on the second fret of the G string, and your third finger on the third fret of the D string. You probably recognize this configuration as the same you used for C major, just on different strings.
Bijvoorbeeld: met je vingers in dezelfde greep als het F barré-akkoord, schuif je met je hand langs de hals van de gitaar naar beneden, tot je wijsvinger op de derde fret is aanbeland. Dit is het G barré-akkoord. Als je wijsvinger op de vijfde fret ligt, dan speel je een A-akkoord en als je wijsvinger op de zesde ligt, dan speel je een B-akkoord.

The finger position used for the F major barre chord is an example of what is known as an E barre formation, as the fingers following the barre make the shape of a basic E chord.[5]
De vingerpositie gebruikt voor het F majeur barré-akkoord is een voorbeeld van iets dat de E-greep wordt genoemd, omdat de vingers naast de barré een E-akkoord vormen.

For example, in the key of C major or C minor the chord consists of D♭ (the root note), F (the third of the triad), and A♭ (the fifth of the triad) – with the F in the bass, to make it a ♭II6 or N6 rather than a root-position ♭II.
Bijvoorbeeld: in de toonsoort C-groot zou het Napolitaans sextakkoord bestaan uit de tonen D♭ (de grondtoon van het akkoord), F (de terts) en A♭ (de kwint) met de F in de bas wat het maakt tot ♭II6 of N6 in plaats van een gewoon ♭II.

In most cases atleast three chords must be used to achieve this: the combination of the triads C-major followed by F-major we could hear in different ways, for instance as V I in F major, but also as I IV in C major.
Hiervoor zijn meestal minimaal drie akkoorden nodig: een opeenvolging van bijvoorbeeld de drieklanken C-groot en F-groot kan immers gemakkelijk op verschillende manieren worden opgevat: bijvoorbeeld als V I in F-groot, maar ook als I IV in C.

But it is not absolutely necessary to really modulate.There is at least one possibility to stay within the key, even when enharmonization is applied: If we assume B minor, or possibly B major as the key of example 17, then the chords at B, F and H, and eventually at D as well can be understood as secondary dominant for the Neapolitan (bII).
Er is tenminste??n mogelijkheid om binnen de toonsoort te blijven, ook al wordt er ge?nharmoniseerd: als we in voorbeeld 17 hierboven aannemen dat de toonsoort b klein, of evt. B groot is, dan kunnen de akkoorden bij B, F en H, en desnoods ook bij D, worden opgevat als tussendominant voor napels (bII).