Ninurta-apal-Ekur oor Nederlands

Ninurta-apal-Ekur

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Ninurta-apil-Ekur

voorbeelde

Meanwhile, the Synchronistic History continues, Ninurta-apal-Ekur had “mustered his numerous troops and marched to conquer Libbi-ali (the city of Aššur).
In de Synchronistische Geschiedenis staat verder dat Ninurta-apal-Ekur “een aanzienlijke troepenmacht op de been bracht en optrok om Libbi-ali (de stad Aššur) in te nemen.

Depending on the length of reign one gives to his successor, Ninurta-apal-Ekur, this would have been either from 1187 to 1183 BC or from 1197 to 1193 BC.
Afhankelijk van de lengte die men aanneemt voor het bewind van zijn opvolger, Ninurta-apil-ekur, is zijn regeringstijd ófwel 1187 tot 1183 v.Chr. ófwel 1197 tot 1193 v.Chr.

In the Synchronistic History, the battle between him and Adad-šuma-uṣur is given as a pretext for his Assyrian rival, Ninurta-apal-Ekur, a son of Ilī-padâ and descendant of Eriba-Adad I, to “come up from Karduniaš,” i.e. Babylonia, and make a play for the Assyrian throne.
In de Synchronistische Geschiedenis, is de slag tussen hem en Adad-šuma-uṣur aangegeven als de aanleiding voor zijn rivaal, Ninurta-apal-Ekur, een zoon Ilī-padâ en afstammeling van Eriba-Adad I, om “op te trekken uit Karduniaš,” i.e.

There are up to eleven possible limmu officials named for his regnal years and a recent publication proposes the following sequence: Salmanu-zera-iqiša Liptanu Salmanu-šumu-lešir Erib-Aššur Marduk-aḫa-eriš Pišqiya Aššur-dan I Atamar-den-Aššur Aššur-bel-lite Adad-mušabši As the seventh in the sequence is Ninurta-apal-Ekur’s son and successor, Aššur-dan I, and the king was thought to occupy the limmu position in the first year of his ascendancy, it is suggested that the succession took place here.
Er zijn tot elf mogelijke limmu-hoogwaardigheidbekleders genoemd voor zijn regeringsjaren en een recente publicatie rangschikt ze als volgt: Salmanu-zera-iqiša Liptanu Salmanu-šumu-lešir Erib-Aššur Marduk-aḫa-eriš Pišqiya Aššur-dan I Atamar-den-Aššur Aššur-bel-lite Adad-mušabši Hij werd opgevolgd door zijn zoon Assur-dan I die als zevende in dit rijtje voorkomt en er is gesuggereerd dat dat eponieme jaar de troonopvolging zou voorstellen omdat het gebruikelijk was het eerste regeringsjaar naar de nieuwe vorst te vernoemen.