autonym oor Nederlands

autonym

naamwoord

(taxonomy) An infraspecific name in which the species epithet is repeated.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

autologisch

endoniem

name used by a group to refer to themselves

voorbeelde

A name incorporating the epithet became an autonym: a self-designating name.
Een naam die in het epitheteton was vervat, werd een autoniem: een naam die naar zichzelf verwees.

Another explanation is that Curaçao was the name by which the indigenous peoples of the island identified themselves, their autonym.
Een andere uitleg is dat Curaçao verwant is met de naam die de oorspronkelijke inwoners gebruikten om zichzelf mee aan te duiden.

The Nez Perce (/ˌnɛzˈpɜːrs/; autonym: Niimíipuu, meaning "the walking people" or "we, the people") are an Indigenous people of the Plateau who have lived on the Columbia River Plateau in the Pacific Northwest region of the United States for a long time.
De Nez Percé (autoniem: Niimíipuu, 'wij, het volk' of 'het echte volk' betekent) is een inheems volk in de Verenigde Staten dat al 11.500 jaar op het Columbia-plateau woont.

The form of this autonym is described in the earlier Art. 22.1: "The name of any subdivision of a genus that includes the type of the name of the genus to which it is assigned is to repeat the generic name unaltered as its epithet, not followed by an author citation Such names are termed autonyms".
22.1: De naam van elke subdivisie van een geslacht die het type bevat van de naam van dat geslacht, moet bestaan uit de naam van het geslacht met daarachter de onveranderde geslachtsnaam herhaald als epitheton name of the genus to which it is assigned is to repeat the generic name unaltered as its epithet, not followed by an author citation Such names are termed autonyms.]

The name Miami derives from Myaamia (plural Myaamiaki), the tribe's autonym (name for themselves) in their Algonquian language of Miami-Illinois.
De benaming "Miami" is afgeleid van Myaamia (meervoud Myaamiaki), de naam die de Miami in hun eigen Algonkische taal Miami voor zichzelf gebruiken.

The Jurchen autonym was Jušen until the 17th century, the original meaning of which is unclear.
Waarschijnlijk is de naam afgeleid van het Jurchische woord jušen, waarvan de originele betekenis onduidelijk is.

Saramaccan (autonym: Saamáka) is a creole language spoken by about 24,000 ethnic African people near the Saramacca and upper Suriname Rivers in Suriname (formerly also known as Dutch Guyana), and 2,000 in French Guiana.
De taal wordt door ongeveer 24.000 mensen gesproken, dicht bij de Saramaccarivier en de bovenloop van de Surinamerivier en door 2000 mensen in Frans-Guyana.

The Potawatomi's name for themselves (autonym) is Bodéwadmi (without syncope: Bodéwademi; plural: Bodéwadmik), a cognate of the Ojibwe form.
De Potawatomi noemen zichzelf van oudsher Bodwe’aadamiinh (meervoud: Bodwe’aadamiinhk) of Bodéwadmi (meervoud:Bodéwadmik) wat Volk van de Vuurplaats betekent.

To do this, add the CSS class "autonym" to the elements that include language names.
Om dit te doen, voeg de CSS-class "autonym" toe aan het element dat de taalnamen bevat.

The Abenaki people also call themselves Alnôbak, meaning "Real People" (c.f., Lenape language: Lenapek) and by the autonym Alnanbal, meaning "men".[1] Subdivisions[edit]
De Abenaki, die zich ook Abnaki, Wabanuok (Oosterlingen) Alnôbak (Echte Mensen) of Alnanbal (mensen) noemen) zijn een Noord-Amerikaanse inheemse natie die Abenaki spreekt, een taal die behoort tot de Algonkische taalfamilie.