bless you oor Nederlands

bless you

tussenwerpsel

Short for (may) God bless you: said as a short prayer for the recipient.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

gezondheid

tussenwerpsel, naamwoord vroulike

said to somebody who has sneezed

I hate it when people don't say " bless you. "
Ik haat mensen die niet zeggen " gezondheid! "

proost

tussenwerpsel

said to somebody who has sneezed

Someone who said " bless you " or " gesundheit " when I sneezed.
lemand die proost of gezondheid zei als ik niesde.

Soortgelyke frases

God bless you
God zegene jou · God zegene u · gezondheid · gezondheid! · proost · proost!

Bless you!
Gezondheid!

voorbeelde

God bless you
God zegene jullie

To get their attention, Caris said in a low voice: “God bless you, men of England.”
Om hun aandacht te trekken zei Caris zacht: ‘God zegene jullie, mannen van Engeland.’

(John 5:28, 29) Jehovah wants to bless you too.
(Johannes 5:28, 29) Jehovah wil ook u zegenen.

God bless you, child.
Het ga je goed, kind.

God bless you.
God zegen je.

He said ‘God bless you, child.’
‘God zegene je, kindje,’ zei hij.

Tell the youth about the blessings you have received from your study of the gospel.
Vertel de jongeren welke zegeningen u zoal hebt ontvangen door de Schriften te bestuderen.

God bless you, Alban, he exulted.
God zegene je, Alban, dacht hij verrukt.

* What are some examples of temporal blessings you have received?
* Geef eens voorbeelden van stoffelijke zegeningen die je hebt ontvangen.

Bless you.
Dank je.

Not Chemosh, but the Lord bless you.
Niet Kemos, maar moge de Heer je zegenen.

Every day, meditate appreciatively on how Jehovah has blessed you.
Mediteer elke dag vol waardering over de wijze waarop Jehovah u gezegend heeft.

If you are blessed, you will live to see your children’s children.
Als jullie gezegend zijn, zullen jullie de kinderen van jullie kinderen geboren zien worden.

Bless you.
God zegene u.

“God bless you all,” he says at last.
‘God zegene jullie allen’, zegt hij tot slot.

Oh, bless you, Doctor.
Gezondheid, dokter.

The Lord has blessed you and increased you.
De Heer heeft jullie gezegend en jullie aantal vermeerderd.

May God bless you.
Moge God u zegenen.

God bless you.
Dat God je mag vergezellen.

God bless you, monsieur.
God zegene u, monsieur.

May God bless you!
God zal je belonen!

God bless you, Val.
God zegen je, Val.

May your gods or whomever you serve bless you for this!”
Mogen jullie goden, of wie jullie ook dienen, je hiervoor zegenen!'

As they descended the stairs, the Cooper family heaped “Thank yous” and “God bless yous” upon Drew.
"Toen ze weer naar beneden liepen, daalde er een regen van ""Bedankt"" en ""God zegene je"" van de Coopers op Drew neer."