cabbage soup oor Nederlands

cabbage soup

naamwoord

Cabbage soup is a filling vegetable soup of sauerkraut and/or white cabbage(s).

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

koolsoep

food

I heard a rumour I may be whipping up some Andorian cabbage soup tonight.
Ik hoorde dat ik vanavond wel eens Andorian koolsoep zou moeten maken.

voorbeelde

They were not living hand-to-mouth, eating cabbage soup and living in fear of winter.
Ze hoefden de tering niet naar de nering te zetten, koolsoep te eten en te leven in angst voor de winter.

When Esme gets here she's going to go through this priest like cabbage soup.'
Als Esmee hier eenmaal is gaat ze dwars door die priester heen alsof hij de koolsoep is.'

‘A meat and cabbage soup we have at Christmas.
‘Een speciale soep met vlees en kool, die ze bij ons altijd met Kerstmis eten.

“Now, I’ve set up the Scrabble board and for your tea, I’ve got your favourite...cabbage soup!”
“Ik heb het scrabblebord al klaargezet en als avondeten heb ik je lievelingsmaaltijd klaarstaan...koolsoep!”

He rubbed salty cabbage soup into the wounds as a disinfectant.
Hij wreef zoute koolsoep in de wonden als ontsmettingsmiddel.

“So live on cabbage soup,” they taunted those who balked.
‘Leef dan maar van koolsoep,’ zeiden ze tegen degenen die tegenstribbelden.

He smiled at the thought of the stinky cabbage soup.
Hij glimlachte bij de gedachte aan de vieze koolprut.

The gullible bottle and the skeptical one It was the skinandbones time, the eternity of cabbage soup.
De goedgelovige en de sceptische flacon Het was in de veloverbeentijd, de eeuwigheid van de koolsoep.

And so, because they were empty I filled them with cabbage soup.
Omdat ze leeg waren, had ik ze met koolsoep gevuld.

The Spicer-Simsons consumed a great deal of cabbage soup.
De Spicers aten veel koolsoep.

This was a typical week in Granny’s hectic life: Monday: Make cabbage soup.
Een week in oma’s jachtige leven zag er ongeveer zo uit: Maandag: Koolsoep koken.

More amusing than his cabbage soup, certainly, nutritious though it might be.
In elk geval grappiger dan zijn koolsoep, hoe voedzaam die misschien ook was.

I must call Evie for the Cabbage Soup Diet, too.
Ik moet ook Evie bellen voor het koolsoepdieet.

The cabbage soup, maybe?
De koolsoep, misschien?

“I don’t understand...it’s a recipe for cabbage soup.”
Het is een recept voor koolsoep.’

Imagine those hills without a camp cook to serve you hot cabbage soup every day.
Stel je die heuvels voor zonder een kampkok die je elke dag warme koolsoep voorzet.

Bill and the others eagerly tuck into bowls of steaming cabbage soup.
Bill en de anderen doen zich tegoed aan kommen dampende koolsoep.

The neighborhood was shabby; it stank of urine and cabbage soup.
De buurt zag er vervallen uit; het stonk er naar urine en koolsoep.

To this day I don’t know why I filled the bottles with cabbage soup.
Ik weet tot op de dag van vandaag niet waarom ik die flacons met koolsoep had gevuld.

We've got a lovely cabbage soup tonight.
We hebben vanavond lekkere koolsoep.

Cabbage soup!
Dat is bloemkoolsoep.

Cabbage soup?
Koolsoep?

At around eleven thirty, a kapo rang the bell for soup: a cabbage soup with potato peelings.
Tegen halftwaalf luidde een kapo de soepklok: we kregen dan een brouwsel van kool en aardappelschillen.

Though even cabbage soup was more scintillating than the conversation.
Maar zelfs de koolsoep was spannender dan de conversatie.

With their little wives, who no longer get to serve them their cabbage soup on the weekends?”
Met hun vrouwtjes die in de weekenden straks geen koolsoep meer kunnen serveren?’