genista oor Nederlands

genista

naamwoord

Any member of the flowering plant genus Genista.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

brem

naamwoord

heidebrem

Different broom species (Genista sp.)
verschillende soorten heidebrem (Genista sp.)

Genista

naamwoord

chiefly deciduous shrubs or small trees of Mediterranean area and western Asia: broom

voorbeelde

Different broom species (Genista sp.)
verschillende soorten heidebrem (Genista sp.)

This pastureland is composed of grass that grows spontaneously in uncultivated and fallow land and of food supplies offered up by the various shrub species, such as heather or Erica, rockrose (Cistus ladeniferus and Laurifolius), which is the dominant species in most of the region's scrublands, labiate and leguminous plants (Genista, Sarathamus, Cystus, Ulex), thyme (Thimus) and other characteristic plants such as restharrow (Ononis tridentata).
Deze bestaan uit grassen die spontaan opschieten op braakland en uit diverse soorten struikgewas zoals heide of ericaceeën, cistusrozen (Cistus ladeniferus en laurifolius), wat de overheersende soorten in de maquis in het grootste deel van de regio zijn, alsook lipbloemen en leguminosen (brem, cistusroos, steekbrem), tijm en andere al even karakteristieke planten zoals Ononis tridentata (stalkruid).

Apart from ewe’s milk, the feed ration, i.e. nutritional intake of Lika Curly lambs grazing on Lika’s meadows and pastures, is composed of the following plant species: Bromus erectus (erect brome), Scorzonera villosa, Chrysopogon gryllus (scented grass), Festuca pseudovina (hard fescue), Dichantium ischaemum (yellow bluestem), Satureo edraianthetum, Filipendula hexapetala (dropwort), Lotus corniculatus (common bird’s-foot trefoil), Leontodon hispidus (rough hawkbit), Sanguisorba muricata (small burnet), Eryngium amethystinum (amethyst eryngo), Sesleria tenuifolia, Trinia carniolica, Gentiana symphyandra (great yellow gentian) and Genista holopetala (broom).
Naast de melk van de ooi bestaat het voederrantsoen, m.a.w. de voedingsopname van lammeren die op de weilanden en graslanden van Lika grazen, uit de volgende plantensoorten: Bromus erectus (bergdravik), Scorzonera villosa, Chrysopogon gryllus, Festuca pseudovina (hardzwenkgras), Dichantium ischaemum, Satureo edraianthetum, Filipendula hexapetala (knolspirea), Lotus corniculatus (gewone rolklaver), Leontodon hispidus (ruige leeuwentand), Sanguisorba muricata (kleine pimpernel), Eryngium amethystinum (kruisdistel), Sesleria tenuifolia, Trinia carniolica, Gentiana symphyandra (grote gele gentiaan) en Genista holopetala (brem).

Sprengel) and common gorse (Genista scorpius, L.), etc.
Sprengel), en brem (Genista scorpius, L.) enz.

The most representative species amongst the bushes are common rockrose (Cistus ladaniferus), common broom (Sarothamnus scoparius), Montpelier cistus (Cistus monspeliense), and gorse (Genista spp.).
De struiken bestaan voornamelijk uit cistusroos (Cistus ladaniferus), brem (Sarothamnus scoparius), smalbladige cistus (Cistus monspeliensis) en gaspeldoorn (Genista spp.).

The herbs are mainly composed of brushwood [ericas, ulex (gorse bushes), cytisus (jennets) and genistas (wild jennets or genistas purgans)].
In deze laatste laag vallen vooral de struiken op [erica, ulex (steekbrem), cytisus (brem) en genistas (wilde brem of genistas purgans)].

Specific edaphoclimatic situations promote a specific plant community; the plant species characteristic of the Melgaço microclimate are oak (Quercus), Iberian white birch (Betula celtiberica) and broom (Cytisus spp. and Genista spp.), and both Cytisus baeticus and heather (Erica) are native to the region.
Planten groeien er onder specifieke edafoklimatologische omstandigheden. In het microklimaat van Melgaço blijken de eik (Quercus), de berk (Betula Celtiberica) en de brem (Cytisus spp en Genista spp) goed te gedijen, terwijl de Cytisus baeticus en de dopheide (Erica) inheemse soorten vormen.

phrygana (scrub): Quercus coccifera, Sarcopoterium spinosum, Genista acanthoclada, Anthyllis hermanniae, Euphorbia acanthothamnos, Thymelaea hirsuta, Hypericum empetrifolium, Cistus incanus, Cistus salvifolius, Satureja thymbra, Thymus capitus, Globularia alypum, etc.,
Lage begroeiing: Quercus coccifera, Sarcopoterium spinosum, Genista acanthoclada, Anthyllis hermanniae, Euphorbia acanthothamnos, Thymelaea hirsuta, Hypericum empetrifolium, Cistus incanus, Cistus salvifolius, Satureja thymbra, Thymus capitus, Globularia alypum, enz.

Since specific edaphoclimatic situations promote a specific plant community, the plant species characteristic of the Melgaço microclimate are oak (Quercus), Iberian white birch (Betula Celtiberica) and broom (Cytisus spp and Genista spp), of which Cytisus baeticus and heather (Erica) are species native to the region.
Planten groeien er onder specifieke edafoklimatologische omstandigheden; in het microklimaat van Melgaço blijken de eik (Quercus), de berk (Betula Celtiberica) en de brem (Cytisus spp en Genista spp) goed te gedijen, terwijl de Cytisus baeticus („piorno”) en de dopheide (Erica) inheemse soorten vormen.

germanders (Teucrium sp.), brooms (Genista sp.)
gamander (Teucrium sp.), heidebrem (Genista sp.)

Mountain Genista purgans formations
Montane Genista purgans-formaties

There are also some shrubs, such as Genista and spiny broom, particularly in high-altitude areas, and trees of the Genus Quercus (holm oak, kermes oak, cork oak).
Er zijn ook enkele struiken te vinden, zoals Genista en doornige brem in de hogere gebieden, en bomen van het geslacht Quercus (steeneik, kermeseik, kurkeik).

Genista florida and G. obtusiramea (piorno, escobón)
Genista florida en G. obtusiramea

2310 Dry sand heaths with Calluna and Genista
2310 Psammofiele heide met Calluna en Genista

The region abounds in woody plant species such as Quercus (oak), Betula celtiberica (Iberian white birch) and Cytisus spp. and Genista spp. (broom), of which Cytisus baeticus and Erica (heather) are species native to the region, which are used for smoking ‘Chouriça de Carne de Melgaço’.
In de streek zijn houtsoorten als de eik (Quercus), de berk (Betula Celtiberica) en de brem (Cytisus spp en Genista spp) overvloedig aanwezig, evenals de Cytisus baeticus („piorno”) en de dopheide (Erica), die inheemse soorten vormen. Allemaal worden ze gebruikt voor het roken van „Chouriça de carne de Melgaço”.

Brushwood is the main type of vegetation in non-cultivated areas, with large areas covered with bushy plants, such as thorny burnet (Sarcopoterium spinosum), broom (Genista acanthoclada), thyme (Thymus capitatus), sage (Salvia fruticosa & Salvia pomifera) and Cretan ebony (the indigenous Ebenus cretica).
Op onbebouwd areaal is frygana (garrigue) de meest voorkomende vegetatie. Grote oppervlakten zijn bedekt met heesters, zoals gedoornde pimpernel (Sarcopoterium spinosum), heidebrem (Genista acanthoclada), tijm (Thymus capitatus), salie (Salvia fruticosa & Salvia pomifera) en de Kretenzische ebbestruik (de inheemse Ebenus cretica).

Plant species found in the grassland areas notably include: heather, thyme, oregano, savory, sage, wild topped lavender, false yellowhead, myrtle, asphodel, Greek horehound, spiny broom (Calicotome villosa), thorny burnet, St John's wort, rockrose, thyme-leaved fumana, Anthyllis hermanniae, Genista acanthoclada, woad, oleander, strawberry tree, rosemary, moon trefoil, Pistacia and wild olive.
In het grasland worden plantensoorten aangetroffen als: heide, tijm, oregano, bonenkruid, salie, wilde lavendel, kleverige alant, mirte, affodil, Griekse malrove, doornige brem (Calicotome villosa), gedoornde pimpernel, Sint-Janskruid, cistusroos, tijmbladig zonneroosje, Anthyllis hermanniae, Genista acanthoclada, wede, oleander, aardbeiboom, rozemarijn, boomrupsklaver, Pistacia en wilde olijf.

When grazing, the animals therefore feed on wild grass growing on uncultivated land and fallow crops, together with a meagre diet provided by the various species growing on the Miranda plateau, such as white Spanish broom (Cystisus multiflorum), Genista falcata, gum rockrose (Cistus ladanifer) and French lavender (Lavandura pedinculata).
Wanneer ze grazen, doen de dieren zich dus tegoed aan wilde grassen op braakliggende gronden en aan oogstresten; hiermee vullen ze hun magere dieet aan van diverse plantensoorten die op het Miranda plateau gedijen zoals de bremsoorten Cystisus multiflorum en Genista falcata, het zonneroosje (Cistus ladanifer) en lavendel (Lavandula Pedunculata).

The most representative components of the thicket are the common rockrose (Cistus ladaniferus), Scotch broom (Sarothamnus scoparius), the black rockrose (Cistus monspeliense) and gorse (Genista sp.).
Het kreupelhout bestaat hoofdzakelijk uit de cistusroos (Cistus ladaniferus), brem (Sarothamnus scoparius), smalbladige cistus (Cistus monspeliensid) en diverse bremsoorten (Genista spp.).