miocene oor Nederlands

miocene

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

mioceen

naamwoord

III — Carpathian Foredeep autochthonous Miocene petroleum system;
III — autochtoon mioceen aardoliesysteem in het Karpatische voorlandbekken;

Miocene

adjektief, eienaam, naamwoord

(geology) Of a geologic epoch within the Neogene period from about 23 to 5.3 million years ago; marked by the drift of continents to their present position.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Mioceen

onsydig

This area is characterised by poor soils which are, however, very rich in lime (Miocene limestone).
Dit gebied wordt gekenmerkt door arme gronden die evenwel zeer kalkrijk zijn (kalksteen uit het Mioceen).

voorbeelde

The soils, which lie on a foundation of Oligocene-Miocene molasse, are clay-limestone and clay-lime in nature, with a high clay content (at least 30 %), which ensures good available water capacity.
De bodem, tot ontwikkeling gekomen op molasse uit het Oligo-Mioceen, is kalkhoudend-lemig met een hoog kleigehalte (minimaal 30 %), waardoor hij een grote nuttige voorraad water bevat.

in Cambrian, Devonian, Carboniferous, Jurassic, Cretaceous, Palaeogene and autochthonous Miocene formations, carry out activities relating to the prospection and exploration of oil and natural gas deposits;
in de cambrium- devoon-, carboon-, jura-, krijt-, palaeogeen- en autochtone mioceenformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,

This island and the underlying and underwater Malpelo Ridge were created along with the Carnegie Ridge in the Late Miocene by a very complex interaction between the Cocos-Nazca Spreading Centre and the Galápagos hotspot.
Het eiland en de onderliggende Malpelorug zijn samen met de Carnegierug in het Laat-Mioceen ontstaan uit een zeer complexe interactie tussen het Cocos-Nazcaspreidingscentrum en de Galápagoshotspot.

Paleogene-Miocene
Paleoceen-mioceen

It looks like it hasn't had any sun since the Miocene!
Hij ziet eruit alsof er sinds het Mioceen de zon niet meer op geschenen heeft.

II — autochthonous Miocene system in the Carpathian Foredeep below the Skole Nappe;
II — autochthoon mioceensysteem in het Karpatische voorlandbekken onder het Skole-dekblad;

in the rest of the area, carry out any operations and activities that are necessary in order to gain access to the Miocene and Palaeozoic (Carboniferous, Devonian) formations.
in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de miocene en paleozoïsche (carbonische, devonische) formaties.

A fossil site at a borrow pit in near Cheswold, Delaware created during highway construction unearthed 11 specimens of fragmentary and unassociated avian fossils, which were identified by Rasmussen as including a small loon, a small gull-like species and five specimens of a gannet-like seabird, probably Morus loxostylus, a common species in the Miocene.
Een fossielenvindplaats, ontdekt bij graafwerkzaamheden tijdens de aanleg van een snelweg in de buurt van Cheswold, Delaware, leverde de fragmenten van elf vogelfossielen op, die door Rasmussen werden geïdentificeerd als een kleine Gavia-achtige, een kleine meeuwachtige en vijf gentachtige zeevogels, vermoedelijk Morus loxostylus, een veel voorkomende soort tijdens het Mioceen.

The aim of the works to be carried out in Devonian, Carboniferous and Miocene formations is to document and extract oil and natural gas deposits in the area described above.
Het doel van de werkzaamheden die in de devoon-, carboon- en mioceenformatie worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie- en aardgasbronnen bevinden en daaruit aardolie en aardgas te winnen.

Miocene hominids, not cavemen.
Miocene hominoides, geen holbewoners.

The underlying hilly area, which sits on marl and Miocene clay formations in its higher section and Pliocene formations lower down, comprises predominantly stiff soils with moderate fertility, which contain, depending on the area, argillaceous limestone and compact clay, earthy limestone and sandstone.
Het heuvelachtige gebied aan de voet hiervan bestaat uit mergel en kleiformaties uit het mioceen in de hogergelegen delen en formaties uit het plioceen in de lagere delen, met daarop voornamelijk stugge bodems met matige vruchtbaarheid, die al naargelang het gebied bestaan uit kleihoudende kalksteen en zware klei, met aarde vermengde kalksteen en zandsteen.

Most of the geographical area is located on molassic formations dating from the Miocene epoch; these formations are continental fluvial and lake formations, characterised by highly heterogeneous facies.
Het grootste deel van het geografische gebied ligt op formaties molasserotsen uit het mioceen, continentale, fluviatiele en meerformaties gekenmerkt door een grote heterogeniteit in faciës.

III — Carpathian Foredeep autochthonous Miocene petroleum system;
III — autochtoon mioceen aardoliesysteem in het Karpatische voorlandbekken;

Ordovician and Silurian for hypothetical Precambrian deposits; Culm, Triassic, Jurassic and autochthonous Miocene rocks and Skole Nappe rock series for Devonian and Carboniferous deposits; autochthonous Miocene rocks and Skole Nappe flysch series for Jurassic deposits
Ordovicisch en Silurisch voor hypothetische precambrische afzettingen; Antraciet, Triassisch, Jurassisch en autochtoon mioceengesteente en gesteentereeks voor Devone en Carbone afzettingen in de Skole Nappe; autochtoon mioceengesteente en flyschreeks voor Jurassische afzettingen in de Skole Nappe

in Miocene, Mesozoic (Jurassic), Palaeozoic (Carboniferous, Devonian, Cambrian) and Precambrian formations, carry out activities relating to the prospection and exploration of oil and natural gas deposits;
in de miocene, mesozoïsche (jura-), paleozoïsche (carboon, devoon, cambrisch) en precambrische formaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,

numerous claystone layers within the autochthonous Miocene succession, Stebnik Unit rocks or the flysch succession of the Skole Unit above the autochthonous Miocene strata
Talrijke kleisteenlagen in de autochtone mioceensuccessie, gesteente van Stebnik of de flyschsuccessie van Skole boven de autochtone mioceenlaag

The oldest lands are situated to the north and south of the production area and consist of arenaceous and calcareous marl from the Miocene, the so-called ‘white soils’, in which fossil shells are easy to find.
Het oudste deel ligt in het noorden en zuiden van het productiegebied en bestaat uit zandachtige en kalkrijke mergelsteen uit het Mioceen, de zogenaamde „witte grond”, waarin veel fossielen kunnen worden aangetroffen.

The aim of the works to be carried out in Cambrian, Devonian, Carboniferous, Jurassic, Cretaceous, Palaeogene and autochthonous Miocene formations is to document and extract oil and natural gas in the area described above.
Het doel van de werkzaamheden die in de cambrium- devoon-, carboon-, jura-, krijt-, paleogeen- en autochtone mioceenformaties worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie en aardgas bevindt en dat te winnen.

II – fine-grained flysch formations which isolate hydrocarbons present in Carpathian Foredeep Miocene rocks and coarse-grained horizons within the flysch succession
II — fijnkorrelige flyschformaties die de aanwezige koolwaterstoffen in het mioceen gesteente en de grofkorrelige horizons binnen de opeenvolgende flyschlagen van het karpatien voorlandbekken isoleren

Cymbiola are related to Tethyan species of the Late Miocene of Indonesia, Java.
Cymbiola zijn verwant aan soorten die leefden in het Tethysoceaan op het Indonesische eiland Java tijdens het late Mioceen.

(Middle Miocene of Romania) Larus sp.
(Midden-Mioceen van Roemenië) (Olson, 1985) Larus sp.

In geological terms it is a plain formed of Miocene sediments, at an altitude of between 650 and 800 metres above sea level.
Vanuit geologisch oogpunt gaat het om een vlakte vol miocene sedimenten die op een hoogte tussen 650 en 800 meter boven zeeniveau liggen.

The third radiation started in the late Miocene and led to the arrival of the elephantids, which descended from, and slowly replaced, the gomphotheres.
De derde adaptieve radiatie begon in het late mioceen en leidde tot het ontstaan van de Elephantidae, die afstamden van de Gomphotheriidae en hen langzaam vervingen.