prothrombin oor Nederlands

prothrombin

naamwoord

(biochemistry) A glycoprotein, produced in the liver, that is converted into thrombin during bleeding and subsequent clotting

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

protrombine

bloedstollingsfactor

This results ultimately in the conversion of prothrombin to thrombin
Dit resulteert uiteindelijk in de conversie van protrombine in trombine

voorbeelde

Haematology, including haematocrit, haemoglobin concentration, erythrocyte count, total and differential leukocyte count, platelet count and a measure of clotting potential such as clotting time, prothrombin time, or thromboplastin time should be investigated at the start of the study, then either at monthly intervals or midway through the test period and finally at the end of the test period
Aan het begin van de testperiode moeten de volgende hematologische onderzoeken worden verricht: bepaling van het hematocriet en het hemoglobinegehalte, erythrocytentelling, totale en gedifferentieerde telling van de leukocyten, telling van de bloedplaatjes en meting van een maat voor het stollingsvermogen, zoals prothrombinetijd of thromboplastinetijd. Deze onderzoeken moeten vervolgens om de maand of halverwege de testperiode en ten slotte aan het einde van de test worden herhaald

‘Five hundred IU of prothrombin and twenty mills of Vitamin K.
‘Vijfhonderd IE prothrombine en twintig mill vitamine K.

ALT, prothrombin time, alkaline phosphatase, albumin and bilirubin must be monitored at two-week intervals
protrombinetijd, alkalische fosfatasen, albumine en bilirubine

Haematology, including haematocrit, haemoglobin concentration, erythrocyte count, total and differential leukocyte count, platelet count and a measure of clotting potential such as clotting time, prothrombin time, or thromboplastin time should be investigated at the start of the study, then either at monthly intervals or midway through the test period and finally at the end of the test period.
Aan het begin van de testperiode moeten de volgende hematologische onderzoeken worden verricht: bepaling van het hematocriet en het hemoglobinegehalte, erythrocytentelling, totale en gedifferentieerde telling van de leukocyten, telling van de bloedplaatjes en meting van een maat voor het stollingsvermogen, zoals prothrombinetijd of thromboplastinetijd. Deze onderzoeken moeten vervolgens om de maand of halverwege de testperiode en ten slotte aan het einde van de test worden herhaald.

Steinglass told me about the abnormal prothrombin time.
‘Dokter Steinglas vertelde me van de abnormale protrombinetijd.

Another clotting factor known as prothrombin is present in amounts only about 30 percent of normal on the third day but on the eighth day is higher than at any other time in the child’s life —as much as 110 percent of normal.
Nog een bloedstollingsfactor is protrombine. Op de derde dag is pas ongeveer 30 procent van de normale hoeveelheid protrombine aanwezig, maar op de achtste dag stijgt het percentage tot boven de normale waarde, namelijk tot 110 procent, en is dus op die dag hoger dan op enig ander tijdstip in het leven van het kind.

I also produce the fibrinogen and prothrombin that clot your blood.
Ik maak ook het fibrinogeen en het prothrombine die uw bloed doen stollen.

The following list of parameters should be investigated (38): total and differential leukocyte count, erythrocyte count, platelet count, haemoglobin concentration, haematocrit (packed cell volume), mean corpuscular volume (MCV), mean corpuscular haemoglobin (MCH), mean corpuscular haemoglobin concentration (MCHC), prothrombin time, and activated partial thromboplastin time.
De volgende parameters worden onderzocht (38): totale en gedifferentieerde telling van de leukocyten, telling van de erytrocyten, telling van de bloedplaatjes, hemoglobinegehalte, hematocriet, gemiddeld volume van de erytrocyten (Mean Corpuscular Volume, MCV), hemoglobinegehalte per erytrocyt (Mean Corpuscular Haemoglobin, MCH), hemoglobinegehalte per volume-eenheid erytrocyten (Mean Corpuscular Haemoglobin Concentration, MCHC), prothrombinetijd en geactiveerde partiële thromboplastinetijd.

McMillen observes: “From a consideration of vitamin K and prothrombin determinations the perfect day to perform a circumcision is the eighth day . . . [the] day picked by the Creator of vitamin K.” —None of These Diseases, 1986, p.
McMillen merkt hierover op: „Wanneer wij afgaan op de aanwezige hoeveelheid vitamine K en protrombine, is de achtste dag — [de] door de Schepper van vitamine K uitgekozen dag — de volmaakte dag om een besnijdenis te verrichten.” — None of These Diseases, 1986, blz.

Another essential clotting element, prothrombin, seems to be higher on the eighth day than at any other time during a child’s life.
Nog een essentiële stollingsfactor, protrombine, schijnt op de achtste dag hoger te zijn dan op welke andere tijd maar ook in het leven van een kind.

So I sent blood off for prothrombin time and blood venom ratio.
Ik heb het bloed laten testen op protrombinetijd en gif.

Prothrombin time
Prothrombinetijd

Activated factor X converts prothrombin into thrombin
zet protrombine om in trombine

Prolonged prothrombin time can be caused by vitamin K deficiency.
Een verlengde protrombinetijd kan wijzen op vitamine K-gebrek.

Prothrombin time's way up at thirty, and he's got fibrin degradation products.
Trombinogeen zit hoog, op dertig, en hij heeft verwilderende fibrineproducten.

We describe a two-year-old girl with stunting, extreme fatigue, an enlarged liver, a prolonged prothrombine time and hypo-albuminaemia.
We beschrijven een 2-jarig meisje dat zich presenteert met achterblijvende lengtegroei, extreme moeheid, hepatomegalie, cholestase, verlengde PTT, verhoogde transaminasen en hypoalbuminemie.

Blood and lymphatic system disorders Uncommon: increase in eosinophilic cells (eosinophilia), reduction in white blood cells (leucopenia) which makes infections more likely Rare: reduction in red blood cells (anaemia), increase in white blood cells (leucocytosis), alteration of the prothrombin (coagulation factor) values, reduction in blood platelets (thrombocytopenia) with bruises and tendency to bleed, increase in blood platelets (thrombocytosis) Very rare: reduction in red blood cells due to extensive destruction of these cells (haemolytic anaemia), severe reduction in blood cells (pancytopenia), severe reduction in white blood cells characterised by sudden high fever, very sore throat and mouth ulcers (agranulocytosis
Aandoeningen van het bloed en het lymfatisch stelsel Soms: bloedafwijkingen (stijging eosinofiele cellen/daling van aantal witte bloedlichaampjes) die gepaard gaan met een verhoogde gevoeligheid voor infecties (eosinofilie, leukopenie).Zelden: bloedarmoede (anemie), aanwezigheid van te veel witte bloedcellen in het bloed (leucocytose), verandering van de protrombinewaarden (stollingsfactor), bloedafwijking (daling van aantal bloedplaatjes) gepaard gaande met blauwe plekken en bloedingsneiging (trombocytopenie), toename van het aantal bloedplaatjes in het bloed (trombocytose) Zeer zelden

Prothrombin time (INR) was not affected by varenicline
De protrombinetijd (INR) werd niet beïnvloed door varenicline

The most common problem is the factor V Leiden and prothrombin G20210A mutation.
Andere erfelijke trombofiliefactoren zijn: factor V Leiden en de protrombine G20210A mutatie.

After administration of rFVIIa, prothrombin time (PT) and activated partial thromboplastin time (aPTT) have been shown to shorten, however no correlation has been demonstrated between PT and aPTT and clinical efficacy of rFVIIa
Na de toediening van rFVIIa is de protrombinetijd (PT) en de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) verkort, maar er is geen correlatie aangetoond tussen PT en aPTT en de klinische werkzaamheid van rFVIIa

| HEMATOLOGY | Prothrombine | PT |
HEMATOLOGIE | protrombine | PT |

Prothrombin time’s way up at thirty, and he’s got fibrin degradation products.
Trombinogeen zit hoog, op dertig, en hij heeft verwilderende fibrineproducten.

Another essential clotting element, prothrombin, seems to be higher on the eighth day than at any other time during a child’s life.
Een andere stollingsfactor, protrombine, schijnt op de achtste dag overvloediger aanwezig te zijn dan op enig ander moment in het leven van het kind.

This results ultimately in the conversion of prothrombin to thrombin
Dit resulteert uiteindelijk in de conversie van protrombine in trombine