school of economic thought oor Nederlands

school of economic thought

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

economische school

group of economic thinkers who share or shared a common perspective on the way economies work

voorbeelde

His economic contributions would influence both the Keynesian and Austrian schools of economic thought.
Zijn economische bijdragen hebben zowel de keynesiaanse als de Oostenrijkse scholen van het economisch denken beïnvloed.

They called themselves Les Économistes, but are generally referred to as physiocrats to distinguish them from the many schools of economic thought that followed them.
Ze noemden zichzelf économistes, maar worden aangeduid als fysiocraten om hen te onderscheiden van de vele scholen in het economisch denken die na hen kwamen.

However, at present, the US economy is recovering whereas Europe's is in recession, partly because there are two different schools of economic thought, not to mention the differences between the roles of the Fed and the ECB.
Momenteel echter leeft de Amerikaanse economie op en bevindt de Europese zich in een recessie, wat voor een stuk niet alleen het gevolg is van de verschillende rol van de FED en de ECB, maar ook van twee uiteenlopende economische benaderingen.

When he began his studies at the Stockholm School of Economics, he thought of them as no more than an interlude.
Toen hij op de Economische Hogeschool van Stockholm begon, beschouwde hij zijn studie maar als bijzaak.

The Chicago school of economics describes a neoclassical school of thought within the academic community of economists, with a strong focus around the faculty of University of Chicago.
De Chicago school of economics beschrijft een neoklassieke school van denken binnen de academische gemeenschap van economen met een sterke focus rond de faculteit van de Universiteit van Chicago.

The goal of the movement is to open up the discipline to different schools of thought in economics other than neoclassical economics and to other disciplines in the social sciences.
Het doel van de beweging is om de economische faculteiten te openen voor andere economische benaderingen dan de neoklassieke, en voor bijdragen van andere sociale wetenschappen aan het denken over de economie.

Neo-Keynesian economics is a school of macroeconomic thought that was developed in the post-war period from the writings of John Maynard Keynes.
De neokeynesiaanse economie is een school van macro-economisch denken die in de periode na de Tweede Wereldoorlog werd ontwikkeld uit de geschriften van de Britse econoom John Maynard Keynes.

New classical macroeconomics, sometimes simply called new classical economics, is a school of thought in macroeconomics that builds its analysis entirely on a neoclassical framework.
De nieuw-klassieke macro-economie (ook wel nieuw-klassieke economie) is een school van denken in de macro-economie, die in haar analyse volledig voortbouwt op een neoklassiek kader.

G. whereas there has been a clear move towards tax competition, which has gone beyond the natural limits which ensure healthy competition between taxation systems and between various schools of thought on economic policy and state intervention, and is therefore having adverse effects and leading to further fiscal erosion,
G. overwegende dat er duidelijk sprake is van fiscale concurrentie, die al lang niet meer binnen de grenzen blijft van een gezonde mededinging tussen belastingstelsels en verschillende visies op economisch beleid en overheidsingrijpen, maar nadelige effecten heeft en leidt tot een verdere fiscale erosie,

One who subscribes to the Austrian school of economic thought
Deze categorie is bedoeld voor economische artikelen met een relatie tot de Oostenrijkse School.

Schools of economic thought
Geschiedenis van het economisch denken

Classical economics is widely regarded as the first modern school of economic thought.
De Klassieke economie wordt algemeen beschouwd als de eerste moderne school binnen de geschiedenis van het economisch denken.

Mercantilism was the dominant school of economic thought in Europe throughout the late Renaissance and early modern period (from the 15th to the 18th century).
De theorie domineerde het economische beleid in West-Europa van het begin van de 16e eeuw tot het eind van de 18e eeuw.

Mercantilism became the dominant school of economic thought in Europe throughout the late Renaissance and the early-modern period (from the 15th to the 18th centuries).
De theorie domineerde het economische beleid in West-Europa van het begin van de 16e eeuw tot het eind van de 18e eeuw.

There are a number of interpretations regarding the causes of this ‘stalling’ of Economic and Monetary Union, with two main schools of thought: those (whom we can call structuralists) who feel that the economic growth shortfall is due essentially to structural rigidities which have nothing to do with the rules laid down by EMU, and those (macroeconomists) who hold the diametrically opposed view that first the Maastricht Treaty and then the Stability and Growth Pact introduced rules which generated an ineffective macroeconomic policy which ‘blocked’ the potential for European economic growth.
Er kunnen twee grote stromingen worden onderscheiden. Enerzijds zijn er de structuralisten, die denken dat de economische kloof in hoofdzaak is terug te voeren op een structurele starheid die niets te maken heeft met de regels van de Economische en Monetaire Unie. Volstrekt tegenovergesteld is het standpunt van de macro-economen, die van mening zijn dat, eerst met het Verdrag van Maastricht en vervolgens met het stabiliteits- en groeipact, regels zijn ingevoerd die de sluis hebben opengezet voor een inefficiënt macro-economisch beleid dat de Europese economische groeimogelijkheden heeft „geblokkeerd”.

They celebrated farmers."[7] They called themselves Les Économistes, but are generally referred to as physiocrats to distinguish them from the many schools of economic thought that followed them.[8]
Zij "vierden" de boeren."[2] Ze noemden zichzelf économistes, maar worden aangeduid als fysiocraten om hen te onderscheiden van de vele scholen in het economisch denken die na hen kwamen.

In 1867 Menger began a study of political economy which culminated in 1871 with the publication of his Principles of Economics (Grundsätze der Volkswirtschaftslehre), thus becoming the father of the Austrian School of economic thought.
De grondlegging van de Oostenrijkse school valt samen met het publiceren van het werk van Carl Menger in 1871, zijn Grundsätze der Volkswirtschaftslehre (Beginselen van de Economie).

It encompasses many disparate schools of economic thought. Ancient Greek writers such as the philosopher Aristotle examined ideas about the art of wealth acquisition, and questioned whether property is best left in private or public hands.
Niettemin boog Aristoteles, de Griekse filosoof, zich reeds over de "kunst" van het vergaren van rijkdom, en de vraag of bezit het best in particuliere dan wel publieke handen kon zijn,meer bepaald in zijn werken over politiek en ethiek.

This field encompasses many disparate schools of economic thought. Ancient Greek writers such as the philosopher Aristotle examined ideas about the art of wealth acquisition, and questioned whether property is best left in private or public hands.
Niettemin boog Aristoteles, de Griekse filosoof, zich reeds over de "kunst" van het vergaren van rijkdom, en de vraag of bezit het best in particuliere dan wel publieke handen kon zijn,meer bepaald in zijn werken over politiek en ethiek.

As I see it, the majority of central bankers today are from the Keynesian school of economic thought (based on the theories and principles of British economist John Maynard Keynes), the prevailing orthodoxy taught in most universities over the last century.
Zoals ik het zie zijn de meeste centrale bankiers van vandaag aanhangers van de keynesiaanse economische gedachtegang (gebaseerd op de theorieën en principes van de Britse econoom John Maynard Keynes), de algemeen gangbare leer die de laatste eeuw door de meeste universiteiten wordt gedoceerd.

The arguments for QE and against QE can for the most part be distilled down to two very distinct schools of economic thought; schools that have served as the framework for the majority of modern economic and market theory taught in academia today.
De argumenten voor en tegen QE kunnen grotendeels worden teruggebracht tot twee volstrekt verschillende economische stromingen; twee scholen die hebben dienstgedaan als kader voor het merendeel van de hedendaagse economische theorie en markttheorie die vandaag aan universiteiten wordt onderwezen.

Although there are two schools of thought about the importance and influence of good governance for economic growth, more and more people take the view that good governance and efficient public institutions are a prerequisite for strong economic growth.
Ondanks het feit dat de meningen verdeeld zijn over het belang en de invloed van goed bestuur op economische groei, krijgt de idee dat goed bestuur en het bestaan van efficiënte overheidsinstellingen een noodzakelijke voorwaarde zijn voor een krachtige economische ontwikkeling steeds meer aanhangers.

I do not want to get into an argument with the followers of the school of single thought, who have, unfortunately, come to play a leading role on the European economic policy scene.
Ik wil nu niet een polemiek aangaan met de vertegenwoordigers van de gedachteschool die het economisch beleid van de Europese Unie, helaas, al zo lang bepaalt.

I became absorbed in four economic schools of thought.
Ik heb me verdiept in vier economische scholen.

The Ispra Joint Research Centre has been operating for decades and has proved very useful in that it has made it possible to compare the scientific experiments carried out by the various European schools of thought and ascertain the scientific progress of the different Member States and the economic, social, environmental, and other spin-offs.
Het Gemeenschappelijk centrum voor onderzoek in Ispra is reeds tientallen jaren operationeel en is een zeer nuttig instrument gebleken om de wetenschappelijke experimenten van de diverse Europese stromingen te vergelijken, alsmede de wetenschappelijke methoden in de diverse lidstaten en de weerslag ervan op economisch, sociaal en milieugebied, enz. te evalueren.