self-renunciation oor Nederlands

self-renunciation

naamwoord

The act of renouncing one's own rights or claims; self-abnegation.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

zelfopoffering

voorbeelde

Religiousness begins with self-renunciation, ends with completed criticism.
Met de zelfverloochening begint de religiositeit, met de voltooide kritiek eindigt de religiositeit.

Thus self-renunciation is common to the holy with the unholy, to the pure and the impure.
Zo komt de zelfverloochening van de heilige overeen met die van de onheilige, de reine met de onreine.

For him, self-renunciation had been equivalent to self-affirmation.
Zelfverloochening stond voor hem gelijk aan zelfbevestiging.

A man who thus lives in mere natural love, always possesses himself in self-love without self-renunciation.
Deze mensch, die aldus in bloote natuurlijke minne leeft, bezit zich altoos zonder zelfverloochening in zelfzucht.

‘Lord bring me self-renunciation,’ prayed Binkie.
‘Heer, schenk mij zelfverloochening,’ bad Binkie.

Probably something like what they understand by 'self-renunciation'.
Wel, ongeveer hetzelfde als onder “zelfverloochening”.

Where could one look without meeting victims of self-renunciation?
Waarheen kan men de blikken richten zonder offers van zelfverloochening te bespeuren?

He's practically starved himself to death and realises that disciplining the body through extreme self renunciation, asceticism, inflicting pain upon the body that doesn't solve the problem.
Hij verhongerde zichzelf eigenlijk tot de dood en hij realiseert zich dat het lichaam discipline aanbrengen door extreme mate van zelfverzaking, ascetisme, het toebrengen van pijn aan het lichaam, dat dat het probleem niet oplost.

In fact, it involves the rejection of love of self and the renunciation of the obligation of justice and charity towards one's neighbour, towards the communities to which one belongs, and towards society as a whole.
Feitelijk betekent het de afwijzing van de eigenliefde en afwijzing van de plicht tot rechtvaardigheid en liefde tot de naaste, tot de gemeenschappen waartoe men behoort en tot de samenleving als geheel 84.

The common weal as such is not my weal, but only the furthest extremity of self-renunciation.
Het algemeen welzijn op zich is niet mijn welzijn, maar alleen maar het toppunt van de zelfverloochening.

Apart from that Wisdom which is inseparable from self-renunciation, there can be no real and abiding peace.
Afgescheiden van die wijsheid, die tot de zelfopoffering behoort kan er geen ware en blijvende vrede zijn.

It exists by my resignation, my self-renunciation, my spiritlessness [Mutlosigkeit], called – humility [Demut].
Ze bestaat door mijn resignatie, mijn zelfverloochening, mijn moedeloosheid, nederigheid genaamd.

In Christianity, however, dependence of others was accentuated, with self-renunciation as its drawback.
Met het christendom kwam het accent juist te liggen op afhankelijkheid van anderen, met als keerzijde het verzaken van zichzelf.

More cannot be done, it would seem, toward self-renunciation, toward sacrificing socialism upon the altar of bourgeois parliamentarism.
Het is nauwelijks mogelijk om tot meer zelfverloochening of tot een grotere opoffering van het socialisme te komen voor het altaar van het burgerlijk parlementarisme.

In contrast, the vigor and growth of Access doesn't depend on its capacity to evoke and satisfy the passion for self-renunciation.
De kracht en de groei van Access is daarentegen niet afhankelijk van een vermogen om bij mensen een drang naar zelfverloochening op te roepen en te bevredigen.

The great difficulty now is for the Savior to persuade men to believe, and to cast themselves on him by a perpetual self-renunciation and a perpetual dependence.
Het grote probleem voor de Redder is nu, de mensen over te halen te geloven, en zichzelf op Hem te werpen, met een voortdurende zelfverloochening en een voortdurende afhankelijkheid.

The love of personal existence gradually loses its hold on him; the instinct of self-preservation begins to die, and the practice of self-renunciation takes its place.
De liefde voor eigen bestaan laat hem langzamerhand los; de zucht naar zelfbehoud sterft weg, en de beoefening der zelfverzaking vangt aan.

And this heroic liberal prophecy will be as outstandingly correct as any account that takes as its starting-point the disgraceful self-renunciation of the bourgeois Reichstag majority.
En deze heldhaftige profetie van het liberalisme zal natuurlijk even netjes uitkomen als de berekening die er van uitgaat dat de burgerlijke parlementaire meerderheid zich op scandaleuze wijze zal verkopen.

He is always kneeling metaphorically before the Divine in self-surrendering renunciation and often actually in self-abasing prayer.
In figuurlijke zin knielt hij altijd voor het Goddelijke, in zelfverloochening of vaak zelfs in zelf-verzakend gebed.

I invite you to self-renunciation for nine days so that, with your help, everything that I desire to realize through the secrets I began in Fatima, may be fulfilled.
Ik nodig jullie uit tot versterving gedurende negen dagen, zodat ik met jullie hulp al datgene, dat ik met de geheimen in Fatima begonnen ben, kan realiseren.

That is the sort of self-denial we are talking about - not the renunciation of prosperity for ourselves, but abandoning the idea that all the wealth we in Europe and in other industrialised states have worked to create should be kept by us for us alone.
Dat is wat ik bedoel met van iets afzien. Dat betekent niet dat wij moeten afzien van welvaart; wij moeten afzien van het idee dat we alle rijkdom die we met ons werk in Europa en in andere geïndustrialiseerde landen hebben vergaard, alleen voor onszelf kunnen houden.

Lust, hatred, anger, vanity, pride, covetousness, self-indulgence, self-seeking, obstinacy,- all these are poverty and weakness; whereas love, purity, gentleness, meekness, compassion, generosity, self-forgetfulness, and self-renunciation,- all these are wealth and power.
Zinnelijkheid, haat, toorn, ijdelheid, trots, begeerlijkheid, traagheid, zelfzucht, hardnekkigheid, — alle deze zijn armoede en zwakheid; terwijl liefde, reinheid, zachtmoedigheid, nederigheid, geduld, medelijden, edelmoedigheid en zelfverzaking, — rijkdom en macht uitmaken.

Lust, hatred, anger, vanity, pride, covetousness, self-indulgence, self-seeking, obstinacy,- all these are poverty and weakness; whereas love, purity, gentleness, meekness, compassion, generosity, self-forgetfulness, and self-renunciation,- all these are wealth and power.
Lust, haat, woede, ijdelheid, trots, hebzucht, zelftoegeeflijkheid, zelfzucht, koppigheid - dit zijn allemaal armoede en zwakheid; terwijl liefde, zuiverheid, vriendelijkheid, zachtmoedigheid, geduld, compassie, edelmoedigheid, zelfopoffering en zelfverloochening allemaal rijkdom en macht zijn.

The working class can boldly look truth straight in the face, even the bitterest self-renunciation, for its weaknesses are only confusion. The strict law of history gives back its power, stands guarantee for its final victory.
De arbeidersklasse kan steeds onbeschroomd de waarheid, ook de bitterste zelfbeschadiging in het gelaat zien, want haar zwakte is slechts een afdwaling en de strenge wet van de geschiedenis geeft haar de kracht terug, waarborgt haar uiteindelijke overwinning.

The practical organization offers opportunities for self-advancement.... On the other hand, a mass movement (cult) attracts and holds a following not because it can satisfy the desire for self-advancement, but because it can satisfy the passion for self-renunciation.
De praktische organisatie biedt de mogelijkheid tot zelfverbetering... Een sekte daarentegen trekt volgelingen aan en behoudt ze, niet doordat het aan de behoefte tot zelfverbetering kan voldoen, maar omdat het de drang naar zelfverloochening bevredigt.