to rejoice oor Nederlands

to rejoice

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

verheugen

werkwoord

He himself is joyful and he admonishes them to rejoice.
Hij is zelf verheugd en hij vermaant hen zich te verheugen.

zich verheugen

werkwoord

And over you he causes the enemy to rejoice.
En over u laat hij de vijand zich verheugen.

voorbeelde

Surely, the harvest gives good reason to rejoice.
Ja, de oogst geeft goede redenen tot verheuging.

What reason is there for Jehovah’s witnesses to rejoice now?
Welke reden hebben Jehova’s getuigen zich thans te verheugen?

You will be able to rejoice in one more day, one more step toward eternal life.
We zullen ons dan verheugen in weer een dag, weer een stap dichter bij het eeuwige leven.

The account says that they began to rejoice and to glorify the word of Jehovah.
Het verslag zegt dat ze blij waren en het woord van Jehovah begonnen te prijzen.

Is that not reason enough to rejoice?
Is dat niet reden genoeg om zich te verheugen?

What a reason for Israel to rejoice!
Wat een reden voor Israël om zich te verheugen!

13 Enduring persecution or opposition as a Christian is a reason to rejoice.
13 Wanneer je als christen vervolging of tegenstand doorstaat, is dat een reden om blij te zijn.

Note that the prodigal’s brother not only refused to rejoice but also “became wrathful.”
Merk op dat de broer van de verloren zoon niet alleen weigerde zich te verheugen, maar ook ’toornig werd’.

By early 1971 the brothers in Ethiopia had many reasons to rejoice.
Begin 1971 hadden de broeders in Ethiopië veel redenen om zich te verheugen.

When we are associating with our brothers, it is good to rejoice about the witnessing work.
Als je met broeders en zusters samen bent, is het goed om te praten over de leuke dingen die je in de velddienst meemaakt.

The prospects of everlasting happy life give them every reason to rejoice.
De vooruitzichten op een eeuwig leven in geluk, geven hun elke reden tot verheuging.

After the funeral for King James, there were many, many reasons to rejoice.
Na de begrafenis van koning James waren er heel veel redenen om blij te zijn.

Why do we readers have reason to rejoice over God’s patience?
Waarom hebben wij, de lezers, reden ons over Gods geduld te verheugen?

24. (a) In what do we especially have reason to rejoice today?
24. (a) Waarover kunnen wij ons thans in het bijzonder verheugen?

People of Xandar, the time has come to rejoice and renounce your paltry gods!
Volk van Xandar het moment is aangebroken om te vieren en om afstand te doen van jullie waardeloze goden.

Conventioners were encouraged to rejoice in their united fellowship. —Psalm 133:1-3.
De congresgangers werden aangemoedigd zich te verheugen in hun verenigde broederschap. — Psalm 133:1-3.

These values will facilitate integration and allow us to rejoice in coming together again.
Deze waarden zullen integratie vergemakkelijken en deze hereniging een bron van vreugde maken voor ons allen.

He wanted to rejoice at her mischievous expression – he had feared she would be suddenly pensive or regretful.
Hij wilde genieten van haar ondeugende gezicht... hij was bang geweest dat ze opeens peinzend of spijtig zou zijn.

But they did not cease to rejoice in Jehovah.
Maar zij hielden er niet mee op zich in Jehovah te verheugen.

Upon finding the lost sheep unharmed, the shepherd would have reason to rejoice.
Als hij het verloren schaap ongedeerd terugvond, was hij daar blij om.

Does God have the capacity to rejoice?
Kan God zich blij voelen?

The ground will appear to rejoice.
Het zal zijn alsof de grond zich verheugt.

Jacob encourages the people to rejoice and come to the Lord
Jakob moedigt zijn volk aan zich te verheugen en tot de Heer te komen

“The case isn’t over yet,” Jess reminded them, unwilling to rejoice too early.
‘De zaak is nog niet achter de rug,’ hield Jess hen voor, niet bereid te vroeg te juichen.

This evening I am finding it impossible to rejoice at my return to these sorely missed shores.
Het lukt me vanavond niet blij te zijn met mijn terugkeer naar de kusten die ik zo gemist heb.