weathercast oor Nederlands

weathercast

naamwoord

(meteorology) A weather forecast, especially one broadcast by radio or television.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

weersverwachting

naamwoord vroulike

A prediction of future weather, for a specific location.

weersvoorspelling

naamwoord vroulike

A prediction of future weather, for a specific location.

voorbeelde

Before going to breakfast he tuned in the radio—not only for the weathercast but to corroborate Mrs.
Voor hij ging ontbijten deed hij de radio aan, niet alleen om naar het weerbericht te luisteren, maar om mrs.

Qwilleran was listening to the late-evening weathercast when Junior finally telephoned.
Qwilleran zat laat die avond naar het nieuws te luisteren, toen Junior eindelijk belde.

"""Your weathercasts are... so good!"""
'Uw weersverwachtingen zijn... zo goed!'

She even suspected the weathercaster's motives when rain came instead of the predicted clear skies.
Ze wantrouwde zelfs de motieven van de weersvoorspellers als er regen kwam in plaats van de beloofde blauwe lucht.

" Dedicated to the premise that weathercaster Hilary Banks is a boob. "
'De conclusie is... dat weervrouw Hilary Banks een dombo is.'

Thunder storms were gathering, according to the local weathercast, and Sabrina wanted to be home before the deluge.
Er was onweer in aantocht volgens het weerbericht en Sabrina wilde thuis zijn voor de bui losbarstte.

You will have a weathercast daily depending on the season (which changes every 8 days) and the location of your zoo.
U moet elke dag, afhankelijk van het seizoen (dat om de 8 dagen verandert) en de locatie van uw dierentuin, weten wat de weersverwachting is.

So, remember to regularly check the weathercast!
Denk er dus aan het weerbericht te volgen!