wood nuthatch oor Nederlands

wood nuthatch

naamwoord

A nuthatch of the species Sitta europaea.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

boomklever

naamwoord

voorbeelde

Wood Nuthatch (Sitta Europia) Wood Nuthatch illustrated by Charles Dessalines D' Orbigny (1806-1876).
Wood Nuthatch (Sitta Europia) Houtklompje, geïllustreerd door Charles Dessalines D 'Orbigny (1806-1876).

If you are lucky, you will hear or see a tawny owl, common buzzard, sparrowhawk, golden oriole, wood nuthatch or black woodpecker during your visit.
Als je geluk hebt, hoor of zie je een bosuil, buizerd, sperwer, wielewaal, boomklever of zwarte specht tijdens je tocht door het bos.

If you live you will see in a wooded area far nuthatches, wrens or Treecreepers in your garden.
Woont u in een bosrijke omgeving dan ziet u veel boomklevers, winterkoninkjes of boomkruipers in uw tuin.

Woodpeckers and nuthatches are the acrobats of the wood.
Bonte spechten en boomklevers zijn de acrobaten van het bos.

We saw two finches with a cinnamon-colored belly and a beautiful black and white drawing, a few clumsy wood pigeons, a black crow and a graceful nuthatch.
We zagen twee vinken met een kaneelkleurige buik en een mooie zwart-wit tekening, wat plompe houtduiven, een zwarte kraai en een gracieus boomklevertje.

The ancient Greeks named a certain bird Sitte for “one that provides for its maintenance by pecking on wood”. But it is not clear whether they meant the nuthatch or a woodpecker.
De oude Grieken hadden het al over een vogel sitte voor een vogel die in zijn onderhoud voorziet door op hout te pikken, maar het is niet duidelijk of ze daarmee de boomklever of een specht bedoelen.