Eerste persoon (computerspellen) oor Engels

Eerste persoon (computerspellen)

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

first-person

adjektief

graphical perspective rendered from the viewpoint of the player's character. In many cases, this may be the viewpoint from the cockpit of a vehicle

Soortgelyke frases

Werkwoord eerste persoon enkelvoud
Verb first person singular

eerste persoon
first person

eerste persoon voornaamwoord
first person pronoun

voorbeelde

‘Je gebruikt steeds de eerste persoon meervoud.
“You keep using first person plural.

De eerste persoon die hij aanwijst, is degene die ik vermoord.
First person he points to... that's who I'm killing.

‘Ze was de eerste persoon die ik ontmoette op Masonville High.
“She was the first person I met at Masonville High.

En raya was de eerste persoon die dat echt kon begrijpen.
And Raya was the first person I ever met who could really understand that.

Waar Al Gore stond, de eerste persoon waar ik ooit op stemde.
Being on the same stage as Al Gore, who was the first person I ever voted for.

De eerste persoon is namelijk dood.
In reality, the first party is dead.

Geven wij eerst persoonlijk raad, waarbij wij ons bewust zijn van de gevoelens van onze broeder?
Do we first counsel in private, aware of our brother’s feelings?

Dat zal de eerste persoon die ik tegenkom een lesje leren!
That'll teach the first person I see a lesson.

De eerste persoon was een uitgeput uitziende, blanke man die iets in een tuin deed.
The first person was a jaded-looking white man who was doing something in a garden.

En Ceridwen is de eerste persoon die ik ben tegengekomen die ik misschien kan vertrouwen.
And Ceridwen is the first person I’ve met whom I might be able to trust.

Maar ik wil je eerst persoonlijk spreken.
But you're not getting anything until we meet face-to-face.

Ze heette Marley en ze was de eerste persoon in honderd jaar die aardig voor me was.
Her name was Marley and she was the first person to be nice to me in a hundred years.

Jezus Christus was de eerste persoon die uit de dood herrees.
Jesus Christ was the first person to be resurrected.

Maar die eerste persoon, staat met zijn rug tegen de muur.
But that first person, his back is to the wall.

Joe was de eerste persoon die naar me keek en zei dat ik perfect was.
Joe was the first person to look at me and tell me that I was perfect.

Zo maakte Roosevelt zijn eerste persoonlijke tragedie mee.
And Roosevelt had his first personal heartbreak.

De eerste persoon die een stuiver wil betalen, mag het hebben.
The first person who wants to pay a penny can have it.

Ze was de eerste persoon geweest die hem liefde had geschonken.
She’d been the first person to show him love.

Ze besefte dat hij de eerste persoon was die keek, echt keek, naar deze kleine verzameling foto’s.
She realized that he was the first person who’d looked—really looked—at this little display of photos.

De eerste persoon die buitengaat, verliest een been.
The first person who steps foot out that door will lose a leg.

Dus het is voor elkaar, ik heb New Yorks eerste persoonlijke interview geregeld.
So there we are, I have New York’s first exclusive personal interview lined up.

Maar ik was niet de eerste persoon die van streek raakte door de mogelijkheid dat niets echt was.
But then I wasn’t the first person to be troubled by the possibility that nothing is real.

Kennelijk was zij de eerste persoon die sinds uren het gebouw betrad.
Apparently she was the first person to pass either in or out of the building for several hours.

‘Moet alles per se in de eerste persoon meervoud?’
“Does everything have to be first person plural?”

Wel, jij bent de eerste persoon aan wie we dachten.
Well, you were the first person we thought of.