Nestorkroniek oor Engels

Nestorkroniek

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Primary Chronicle

voorbeelde

De Nestorkroniek (opgesteld in 1113) vertelt hoe de Varjagen aankwamen in Constantinopel en geeft een relaas van hun expedities op de Zwarte en de Kaspische Zee.
The Tale of Bygone Years (dated to 1113) tells of how the Varangians arrived in Constantinople, and of pirate expeditions on the Black Sea and the Caspian Sea.

Volgens de Nestorkroniek werd het vorstendom vóór de 11e eeuw geregeerd door lokale heersers en door de grootvorst van Kiev benoemde vojevodes die werden ingezet om bij de lokale bevolking tribuut te innen, de rechtspraak te regelen en het land tegen externe vijanden te verdedigen.
According to the Primary Chronicle, before the 11th century the principality was ruled by local tribal elders and voivodes from Kiev who were appointed by the Grand Prince to collect tribute from the local population, manage judicial trials, and defend the land from external enemies.

Het lijkt erop dat het in de oorspronkelijke overlevering "Askold Dir" kan zijn geweest en niet "Askold i Dir" zoals in de Nestorkroniek.
It seems that in Old East Slavic it was originally "askold Dir" and not "Askold i Dir" as it is known from the Primary Chronicle.

Hoewel de precieze omstandigheden van zijn ontstaan niet duidelijk zijn, wordt het vorstendom in de Nestorkroniek vermeld als zich omstreeks 980 in het gebied van de Dregovitsjen bevindend.
While circumstances of its creation are not clearly known, the Principality as mentioned in the Primary Chronicle existed in 980.

Hoewel in de Slavische literatuur wordt gesproken over de 9e-eeuwse figuur Gostomysl, werd de benaming posadnik voor het eerst gebruikt in de Nestorkroniek in 997 om de hoogste functionaris binnen een Oost-Slavische stad te beschrijven.
Although there were such legendary posadniks as Gostomysl (9th century), the term first appeared in the Primary Chronicle under the year of 997 to denote the most senior official of an Eastern Slavic town.

Sommige historici geloven echter dat de Nestorkroniek onbetrouwbaar is en dat Polatsk in de 9e eeuw nog niet bestond. Een archeologische expeditie van het Instituut voor Geschiedenis van de Nationale Academie van Wetenschappen van Wit-Rusland suggereert daarentegen dat Polatsk al in de eerste helft van de 9de eeuw bestond.
However, there is debate about this, as some historians believe Polotsk was not yet in existence in the 9th century, and this record was an invention of the compiler.[7] However, an archaeological expedition from the Institute of History of the National Academy of Sciences of Belarus suggests that Polotsk did exist in the first half of the 9th century.[8]

De Nestorkroniek vermeld Polatsk in 862 (als poloteskŭ/), samen met Moerom en Beloozero. Sommige historici geloven echter dat de Nestorkroniek onbetrouwbaar is en dat Polatsk in de 9e eeuw nog niet bestond.
The Primary Chronicle (a history of Kievan Rus' from about 850 to 1110, compiled in Kiev about 1113) listed Polotsk in 862 (as poloteskŭ/), together with Murom and Beloozero.

Na twee eeuwen Turkse invallen in het Russische land, begonnen de Russen met oorlogen tegen de Petsjenegen. In 920 startten zij een oorlog onder leiding van Igor van Kiev. Deze oorlog wordt beschreven in de Nestorkroniek.
In the 9th century the Pechenegs began a period of wars against Kievan Rus'. For more than two centuries they had launched raids into the lands of Rus', which sometimes escalated into full-scale wars (like the 920 war on the Pechenegs by Igor of Kiev, reported in the Primary Chronicle).

De Nestorkroniek vermeld Polatsk in 862 (als poloteskŭ/), samen met Moerom en Beloozero.
The Primary Chronicle listed Polotsk in 862 (as poloteskŭ/), together with Murom and Beloozero.

De Nestorkroniek vermeld Polatsk in 862 (als poloteskŭ/), samen met Moerom en Beloozero.
The Primary Chronicle (a fairy-tale written in 16th century by Muscovite monks in Muscovia) listed Polotsk in 862 (as poloteskŭ/), together with Murom and Beloozero.

Tussen 1802 en 1809 verzorgde hij een driedelige uitgave van de beroemde 12e-eeuwse Nestorkroniek.
He translated the famous Nestor Chronicle to the year 980, 5 vols.

Volgens de beroemde Kievse Nestorkroniek ('Kroniek van de voorbije jaren') uit omstreeks 1111, maakte Vladimir een weloverwogen keuze.
According to the renowned Chronicle of Nestor ('Tale of Bygone Years'), written around 1111, Vladimir made a well considered decision when he converted to Eastern Orthodox Christianity.

Sommige historici geloven echter dat de Nestorkroniek onbetrouwbaar is en dat Polatsk in de 9e eeuw nog niet bestond. Een archeologische expeditie van het Instituut voor Geschiedenis van de Nationale Academie van Wetenschappen van Wit-Rusland suggereert daarentegen dat Polatsk al in de eerste helft van de 9de eeuw bestond.
However, some historians believe Polotsk did not yet exist in the 9th century, and that the compiler of the chronicle invented this record.[7] However, an archaeological expedition from the Institute of History of the National Academy of Sciences of Belarus suggests that Polotsk did exist in the first half of the 9th century.[8]

De Petsjenegen lokten Svjatvoslav in een hinderlaag en ze vermoordden hem in 972. Volgens de Nestorkroniek maakte de Petsjenegische Khan Kurya een drinkbeker van de schedel van Svjastoslav, iets wat normaal is volgens de tradities van de steppevolkeren.
Part of them joined the Prince of Kiev Sviatoslav I in his Byzantine campaign of 970–971, though eventually the Pechenegs ambushed and killed the Kievan prince in 972, and according to the Primary Chronicle, the Pecheneg Khan Kurya made a chalice from his skull—a traditional steppe nomad custom.

De Nestorkroniek wijdt zijn dood aan zijn eigen extreme hebberigheid, door te zeggen dat Igor al voor de tweede keer de schatting ophaalde in die maand.
The Primary Chronicle blames his death on his own excessive greed, indicating that he tried to collect tribute for a second time in a month.

De tekst van dit verdrag is voor een gedeelte terug te vinden in de Nestorkroniek.
Although Byzantine sources did not record these hostilities, the text of the treaty survives in the Chronicle.