Is uitvoeringsverordening (EU) nr. 113/2014 (1) van de Europese Commissie van 4 februari 2014 tot indeling van bepaalde goederen in de [gecombineerde] nomenclatuur geldig indien het voorlopige oordeel van de rechtbank juist is dat onderverdeling 8525 80 30 zo dient te worden uitgelegd dat de camera, [Phantom V7.3] die beschikt over een vluchtig geheugen waardoor de opname van beelden in de camera bij een volgende opname of het uitzetten van de camera worden gewist, daaronder kan worden ingedeeld?
Is Commission Implementing Regulation (EU) No 113/2014 (1) of 4 February 2014 concerning the classification of certain goods in the Combined Nomenclature valid if the Rechtbank is correct in its provisional view that subheading 8525 80 30 should be interpreted as meaning that the camera, as described in 2 and 12 above, which has a volatile memory whereby the images captured in the camera are lost when subsequent images are captured or when the camera is switched off, can be classified thereunder?eurlex-diff-2018-06-20 eurlex-diff-2018-06-20