Proto-Indo-Europees oor Engels

Proto-Indo-Europees

adjektief, eienaam onsydig

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Proto-Indo-European

adjektief, eienaam, naamwoord

ancestor language of most European and Indian languages

Aryan

adjektief

of or pertaining to Indo-European or Aryan peoples, culture, and languages

Proto-Indo-European language

PIE

naamwoord

The hypothetical common ancestor of the Indo-European languages.

voorbeelde

Het woord wife komt van het Proto-Indo-Europese weip.
— THE WORD wife comes from the Proto-Indo-European weip.

De Proto-Indo-europese wortel van aretê was het morfeem rt.
The Proto-Indo-European root of aretê was the morpheme rt.

Toen las hij dat de Grieken de Proto-Indo-europese spelling niet zeer getrouw volgden.
Then he noted a statement that said that the Greeks were not the most faithful to the Proto-Indo-European spelling.

Het volgende overzicht is gerangschikt naar de Proto-Indo-Europese (PIE) fonemen.
The following overview table is arranged according to the original Proto-Indo-European (PIE) phonemes.

Voor het Proto-Indo-Europees is de wortel*uei- gereconstrueerd.
Its Proto-Indo-European root was *sal-.

Het Grieks stamde af van een veel oudere taal, het Proto-Indo-europees.
It was descended from a much earlier one, now called the Proto-Indo-European language.

Wetenschappers zijn erin geslaagd terug in de tijd te gaan en de Proto-Indo-Europese taal te reconstrueren.
In fact, scholars have been able to work backwards to actually reconstruct the Proto-Indo-European language.

Die ongeschreven oertaal wordt aangeduid als Proto-Indo-Europees.
That unwritten ancestral language is termed Proto-Indo-European.

Even tussendoor: het ‘Gar’ midden in ‘Belgarath’, ‘Polgara’ en ‘Garion’ is afgeleid van proto-Indo-Europees.
Incidentally, that ‘Gar’ at the center of ‘Belgarath,’ ‘Polgara’, and ‘Garion’ derives from proto-Indo European.

Naast andere zonden voegden de Grieken dikwijls het voorvoegsel ‘a’ toe aan veel Proto-Indo-europese wortels.
Among other sins, the Greeks added the prefix “a” to many of the Proto-Indo-European roots.

Latijn, Oudgrieks, Noors, de runentaal, Gotisch – ze bleken allemaal van het Proto-Indo-Europees afgeleid te zijn.
Latin, ancient Greek, Norse, Runic, Gothic—they’re all derived from the Proto-Indo-European language.

Hirt leverde een fundamentele bijdragen aan het onderzoek van de klemtoon en de ablaut (klinkerwisseling) in het Proto-Indo-Europees.
Hirt made foundational contributions to the study of Proto-Indo-European language accent and ablaut.

In het kader van de Koerganhypothese van Marija Gimbutas zou deze archeologische cultuur de "Urheimat" (het oorsprongsland) van de Proto-Indo-Europese taal kunnen vormen.
In the context of the modified Kurgan hypothesis of Marija Gimbutas, this pre-kurgan archaeological culture could represent the Urheimat (homeland) of the Proto-Indo-European language.

“Letavia” of “Letauia” kan afgeleid worden uit de Proto-Indo-Europese wortel *pelHa- "vlak uitspreiden", via een zero-grade suffix formatie, *PltHa-wiH, betekenend "De uitgebreide".
Letavia or Letauia may be derived from a Proto-Indo-European root *peltHa- "to spread out flat", via a zero-grade, suffixed formation, *PltHa-wiH, meaning "The Broad One".

Hawkins stelde dat meer dan een derde van de Germaanse woordenschat niet op het Proto-Indo-Europees (PIE) terug te voeren is en wees op de veronderstelde substraattaal als de bron van herkomst.
Hawkins, moreover, asserts that more than a third of the native Germanic lexicon is of non-Indo-European origin, and he again points to the hypothetical substrate language as the cause.

Het is onbekend welke taal deze vroege Scandinaviërs spraken, maar naar het einde van het 3e millennium v.Chr. toe, werden zij overrompeld door nieuwe stammen waarvan vele geleerden menen dat deze Proto-Indo-Europees spraken, de strijdbijlcultuur.
It is not known what language these early Scandinavians spoke, but towards the end of the 3rd millennium BC, they were overrun by new tribes who many scholars think spoke Proto-Indo-European, the Battle-Axe culture.

Het betreft een lange ē die in het Proto-Germaans is opgedoken — volgens Van Coetsem in een late fase ervan — en die niet dezelfde is als de lange ē, de ē1, die uit het Proto-Indo-Europees was overgeërfd.
This is a long ē that appeared in Proto-Germanic—in a later stage, according to Van Coetsem—and that differed from the long ē inherited from Proto-Indo-European, the ē1.

Robert Stephen Paul Beekes (Haarlem, 2 september 1937 − Oegstgeest, 21 september 2017) was hoogleraar Vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap aan de Universiteit Leiden en schrijver van meerdere boeken over Proto-Indo-Europees, de gereconstrueerde voorouder van de Indo-Europese talen.
Robert Stephen Paul Beekes (Dutch: ; 2 September 1937 – 21 September 2017) was Emeritus Professor of Comparative Indo-European Linguistics at Leiden University and the author of many monographs on the Proto-Indo-European language.

Het boek The Oxford Introduction to Proto-Indo-European and the Proto-Indo-European World van Mallory en D.Q. Adams biedt een uitgebreid overzicht van de gereconstrueerde Proto-Indo-Europese taal en bespreekt wat deze ons kan vertellen over de samenleving die het sprak.
Mallory's book with D. Q. Adams, entitled The Oxford Introduction to Proto-Indo-European and the Proto-Indo-European World (Oxford University Press 2006) provides a comprehensive account of the reconstructed language Proto-Indo-European and assesses what it can tell us about the society that spoke it.

In 1956 introduceerde Gimbutas haar "koerganhypothese", die archeologisch onderzoek naar de typische "koergans" of grafheuvels combineerde met linguïstiek om problemen in het onderzoek naar de Proto-Indo-Europese talen sprekende volkeren op te lossen, namelijk waar ze vandaan kwamen en langs welke wegen ze Europa binnenkwamen.
In 1956 Gimbutas introduced her Kurgan hypothesis, which combined archaeological study of the distinctive Kurgan burial mounds with linguistics to unravel some problems in the study of the Proto-Indo-European (PIE) speaking peoples, whom she dubbed the "Kurgans"; namely, to account for their origin and to trace their migrations into Europe.

Noviodunum is een naam van Keltische oorsprong, waarvan de betekenis "nieuw fort" is: Het komt van het Proto-Indo-Europese nowyo, Keltisch voor "nieuw" en dun, de Keltische naam voor "heuvelfort" of "versterkte nederzetting", verwant aan het Engelse town, het Nederlandse tuin en het Duitse Zaun.
Noviodunum is a name of Celtic origin, meaning "new fort": It comes from nowyo, Celtic for "new", and dun, the Celtic for "hillfort" or "fortified settlement", cognate of English town.

De wet van Brugmann (vernoemd naar Karl Brugmann) is een hypothetische klankwet volgens welke de Proto-Indo-Europese o als ablaut van e in het Indo-Iraans in open lettergrepen die niet het einde van een woord vormden veranderde in ā, en op alle andere plekken in ǎ.
Brugmann's law, named for Karl Brugmann, is a sound law stating that in the Indo-Iranian languages, the earlier Proto-Indo-European *o normally became *a in Proto-Indo-Iranian but *ā in open syllables if it was followed by one consonant and another vowel.

Dit suggereert dat de Griekse, Romeinse en Indiase mythologie afstammen van een gezamenlijke voorafgaande cultuur en dat de namen Zeus, Jupiter en Diaus zich hebben ontwikkeld uit een oudere naam, Dyēus ph2ter ("Dagvader";h2 was waarschijnlijk een keelklank, de naam van de belangrijkste god van het Proto-Indo-Europese pantheon, de god van de daghemel.
This suggests that the Greeks, Romans, and Indians originated from a common ancestral culture, and that the names Zeus, Jupiter, Dyaus and the Germanic Tiu (cf. English Tues-day) evolved from an older name, *Dyēus ph2ter, which referred to the sky-god or, to give a perfect English cognate, the day-father in a Proto-Indo-European religion.

Volgens Renfew (2004) verliep de verspreiding van het Indo-Europees in de volgende stadia: Rond 6500 v.Chr.: Pre-Proto-Indo-Europees, gelokaliseerd in Anatolië, splitst zich op in het Anatolisch en het Oud-Proto-Indo-Europees, de taal van de Pre-Proto-Indo-Europese landbouwvolken die bij de eerste verspreiding van de landbouw naar Europa migreren.
According to Renfrew (2004), the spread of Indo-European proceeded in the following steps: Around 6500 BC: Pre-Proto-Indo-European, in Anatolia, splits into Anatolian and Archaic Proto-Indo-European, the language of the Pre-Proto-Indo-European farmers who migrate to Europe in the initial farming dispersal.

Hij stelde dat de proto-Germanen een voor-Indo-Europees volk ontmoetten en veel zaken uit hun taal overnamen.
Hawkins argues that the Proto-Germans encountered a non-Indo-European speaking people and borrowed many features from their language.