Ruwe Iep oor Engels

Ruwe Iep

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Wych Elm

ruwe iep

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

scots elm

wych elm

naamwoord

voorbeelde

Zo zou ik bij voorbeeld niet willen dat er iets met die fraaie ruwe iep gebeurt.
For instance, I shouldn’t want that fine wych–elm spoilt.

‘Het is de mooiste ruwe iep in Hertfordshire.
‘It is the finest wych-elm in Hertfordshire.

Maar onder die ruwe iep — om eerlijk te zijn, zie ik de toekomst somber in.
But under that wych-elm—honestly, I see little happiness ahead.

Zo zou ik bij voorbeeld niet willen dat er iets met die fraaie ruwe iep gebeurt.
For instance, I shouldn't want that fine wych-elm spoilt.

‘Nee, beter dan niets,’ zei juffrouw Avery en draaide zich om naar de ruwe iep.
“No, better’n nothing,” said Miss Avery, and turned to the wych-elm.

Zitten er geen varkenstanden in die ruwe iep?’
Aren’t there pig’s teeth in the wych-elm?’

‘Nee, beter dan niets,’ zei juffrouw Avery en draaide zich om naar de ruwe iep.
"""No, better'n nothing,"" said Miss Avery, and turned to the wych-elm."

Tanden, varkenstanden, waren zichtbaar in de bast van de ruwe iep — alleen de witte puntjes staken er nog uit.
Teeth, pigs’ teeth, could be seen in the bark of the wych-elm tree — just the white tips of them showing.

Tanden, varkenstanden, waren zichtbaar in de bast van de ruwe iep — alleen de witte puntjes staken er nog uit.
Teeth, pigs’ teeth, could be seen in the bark of the wychelm tree—just the white tips of them showing.

Voor het genoemde habitattype 91E0 * worden naast de reeds uit de benaming voortvloeiende boomsoorten de zwarte populier (Populus nigra), de kraakwilg (Salix fragilis), de zachte berk (Betula pubescens), de ruwe iep (Ulmus glabra) en bijna 20 soorten kruidlagen vermeld.
Under the aforementioned habitat type 91E0*, the Interpretation Manual refers not only to the tree species immediately apparent from the habitat type designation but also to the black poplar (Populus nigra), the brittle willow (Salix fragilis), the white birch (Betula pubescens), the wych elm (Ulmus glabra) and almost 20 herbaceous layer species.

‘Man, je bent ziek,’ zei hij, leunde met zijn hoofd tegen de ruwe stam van de iep en sloot zijn ogen.
“Man, you’re sick,” he said, and leaned his head against the rough trunk of the elm tree and closed his eyes.

‘Man, je bent ziek,’ zei hij, leunde met zijn hoofd tegen de ruwe stam van de iep en sloot zijn ogen.
"""Man, you're sick,"" he said, and leaned his head against the rough trunk of the elm tree and closed his eyes."

‘Ik dacht dat je op dat vervloekte eiland vastzat, kapitein,’ zegt een ruwe stem, die uit een groepje iepen komt.
“Captain, thought you were stuck on that blasted island,” a coarse voice says, filtering out of a thick grove of elms.

Iepehout is nog steeds waardevol als timmerhout, waarbij de ruwe knobbels die op de stam van de gewone iep groeien, worden gewaardeerd door schrijnwerkers, die van de bijzondere tekening in het hout houden.
Elm wood is still valued as timber, the rough bosses that grow on the trunk of the common elm being prized by cabinetmakers who find the wood curiously veined and streaked.

Wie langs de goed bewegwijzerde routes door het gebied wandelt, ontdekt idyllische dalen met bosweides waardoor kleine beekjes kronkelen, zomerlindes en oude eiken, diepe kloven met essen en ruwe iepen en weilanden met orchideeën en rotsanjers.
If you walk through this area on the well-marked trails, you'll discover idyllic valley glades and meandering streams, large-leaved lime trees and ancient oaks, deep gorges with ash and mountain elm, orchid-filled meadows and carpets of cheddar pinks.

De Engelse iep heeft een dikke, oneffen stam waarop vele knoestige bulten of knobbels zitten, en de schors van de boom is erg ruw en zit vol diepe groeven.
The common elm has a thick rough trunk on which are many gnarled bosses or knobs, and the bark of the tree is very rugged and covered with deep furrows.

Het boomschors van een Iep is ruw en grof, met randen die elkaar doorsnijden.
The bark of an elm is rough and coarse, with intersecting ridges.