Trombocytopenie oor Engels

Trombocytopenie

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

thrombocytopenia

naamwoord

A blood platelet disease characterized by a low platelet count in the blood.

De kweekuitslag is nog niet terug, maar je bloed laat trombocytopenie zien.
The cultures haven't come back yet, but the other blood work shows thrombocytopenia.

trombocytopenie

/ˌtrɔmboˌsitopeˈni/ naamwoord vroulike

het symptoom dat men een te laag aantal bloedplaatjes of trombocyten heeft.

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

thrombocytopenia

naamwoord

abnormally low platelet count

De kweekuitslag is nog niet terug, maar je bloed laat trombocytopenie zien.
The cultures haven't come back yet, but the other blood work shows thrombocytopenia.

thrombocytopaenia

naamwoord

het symptoom dat men een te laag aantal bloedplaatjes of trombocyten heeft.

Trombocytopenie, waaronder acute ernstige trombocytopenie, werd waargenomen bij toediening van eptifibatide (zie rubriek
Thrombocytopaenia, including acute profound thrombocytopaenia, has been observed with eptifibatide administration (see section

voorbeelde

Behandeling met SPRYCEL wordt in verband gebracht met anemie, neutropenie en trombocytopenie
Treatment with SPRYCEL is associated with anaemia, neutropenia and thrombocytopenia

Trombocytopenie?
Thrombocytopenia

Bijwerking Leukocytose, trombocytopenie
Frequency Very common Uncommon Common Uncommon

Juveniele idiopathische artritis is dienaangaande het meest voorkomende ziektebeeld; de combinatie van gewrichtsklachten met trombocytopenie of een Raynaud-fenomeen enerzijds en ana anderzijds kan evenwel een eerste teken zijn van een meer zeldzame systemische auto-immuunziekte, zoals systemische lupus erythematosus of systemische sclerose, waarvan de eerste tekenen zich tijdens de kinderjaren kunnen voordoen.
Juvenile idiopathic arthritis is the most common rheumatic disease in children; however, the combination of arthritis and thrombocytopenia or a Rayanaud phenomenon on the one hand and ana on the other hand, should alert the clinician for the possible presence of a much rarer autoimmune disease such as systemic lupus erythematosus or systemic sclerosis.

trombocytopenie.
Thrombocytopenia

Trombocytopenie (< #x#/l of waarvoor een bloedplaatjestransfusie nodig is) kwam na gemiddeld # dagen voor bij #% van de patiënten
Thrombocytopenia (< #x#/l or requiring platelet transfusion) occurred at a median of # days in # % of patients

Controle van bloedplaatjes en witte bloedcellen (WBC) Geadviseerd wordt om het aantal bloedplaatjes en witte bloedcellen regelmatig te controleren, omdat enkele gevallen van reversibele trombocytopenie en leucopenie zijn waargenomen tijdens klinische evaluatie
Platelet and white blood cell (WBC) monitoring It is recommended that platelet and white cell counts are monitored regularly, as a few cases of reversible trombocytopenia and leucopenia were observed during clinical evaluation

als uw kind trombocytopenie heeft of een bloedingsstoornis aangezien bloeding kan optreden
if your child has a thrombocytopenia or a bleeding disorder since bleeding may occur following

We hebben te maken met een ernstige aandoening, genaamd immune trombocytopenie.
We're dealing with a serious condition, called Immune thrombocytopenia.

Bovendien kunnen personen die trombocytopenie kregen na de eerste dosis van een levend mazelen-, bof-en rubellavaccin bij herhaalde dosis eveneens trombocytopenie ontwikkelen
In addition, individuals who experienced thrombocytopenia following the first dose of a live measles, mumps, and rubella vaccine may develop thrombocytopenia with repeat doses

Bijzondere aandacht is geboden bij toedienen van chemotherapeutica, waarvan bekend is dat ze ernstige trombocytopenie veroorzaken
Special care should be taken when administering single or combination chemotherapeutic agents which are known to cause severe thrombocytopenia

Tijdens het fase # dosisoptimaliseringsonderzoek onder patiënten met CML in de chronische fase, was de frequentie van neutropenie, trombocytopenie en anemie in de groep die éénmaal daags # mg SPRYCEL gebruikte lager dan in de groep die tweemaal daags # mg SPRYCEL gebruikte
In the Phase # dose-optimisation study in patients with chronic phase CML, the frequency of neutropenia, thrombocytopenia and anaemia was lower in the SPRYCEL # mg once daily than in the SPRYCEL # mg twice daily group

De incidentie van trombocytopenie was laag (< #%, graad #) en er was geen verschil tussen de behandelarmen
The incidence of thrombocytopenia was low (< #, grade # %) and was not different between treatment arms

Neem bijvoorbeeld door medicijnen veroorzaakte trombocytopenie.
Take for example by drugs induced thrombocytopenia.

Leukopenie, trombocytopenie
Leucopenia, thrombocytopenia

Neutropenie Trombocytopenie Anemie
Neutropenia Thrombocytopenia Anaemia a

Er zijn geen verschillen gemeld in incidentie van trombocytopenie en anemie
There were no differences reported for the incidence of thrombocytopenia or anaemia

Aan de behandeling gerelateerde bijwerkingen naar lichaamsstelsel en frequentie Vaak (#, < #); soms (#.#, < #); zelden (#.#, < #.#) Bloed-en lymfestelselaandoeningen Vaak: neutropenie Soms: trombocytopenie, leukopenie, anemie, eosinofilie, lymfadenopathie Zelden
Treatment-related adverse events (TRAE) by body system and frequency Common (#, < #); uncommon (#,#, < #); rare

Er werden zeer uitzonderlijk een daling in hemoglobine en hematocriet, trombocytopenie, leukopenie/neutropenie, en gevallen van agranulocytose of pancytopenie gerapporteerd
Decreases in haemoglobin and haematocrit, thrombocytopenia, leucopenia/neutropenia, and cases of agranulocytosis or pancytopenia, have been reported very rarely

De meest voorkomende bijwerkingen van Ceplene (waargenomen bij meer dan # op de # patiënten) zijn eosinofilie (een toename van het aantal eosinofielen, een type witte bloedcel), trombocytopenie (lage aantallen bloedplaatjes), hoofdpijn, duizeligheid, dysgeusie (een bittere of vreemde smaak in de mond), tachycardie (snelle hartslag), blozen, hypotensie (lage bloeddruk), hoesten, dyspneu (kortademigheid), misselijkheid, dyspepsie (maag-en darmproblemen), diarree, huiduitslag, artralgie (gewrichtspijn), myalgie (spierpijn), pyrexie (koorts), koude rillingen, vermoeidheid, griepachtige verschijnselen, het warm hebben en een reactie op de plaats van de injectie (roodheid, bloeduitstorting, pijn en ontsteking
The most common side effects with Ceplene (seen in more than # patient in #) are eosinophilia (an increase in eosinophil levels, a type of white blood cell), thrombocytopenia (low blood platelet counts), headache, dizziness, dysgeusia (a bitter or unusual taste in the mouth), tachycardia (rapid heart beat), flushing (reddening), hypotension (low blood pressure), cough, dyspnoea (shortness of breath), nausea (feeling sick), dyspepsia (indigestion), diarrhoea, rash, arthralgia (pain in the joints), myalgia (muscle pain), pyrexia (fever), rigors (shaking chills), fatigue (tiredness), flu-like symptoms, feeling hot and injection site reaction (redness, bruising, pain and inflammation

Het is waarschijnlijk dat trombocytopenie opnieuw optreedt na staken van de behandeling met romiplostim
Thrombocytopenia is likely to reoccur upon discontinuation of treatment with romiplostim

Er zijn meldingen geweest van trombocytopenie, met sluipende dalingen van het aantal trombocyten
There have been reports of thrombocytopenia, with profound decreases in platelet count

Leukopenie Trombocytopenie, lymfadenopathie, lymfopenie Aplastische anemie
Leukopaenia Thrombocytopaenia, lymphadenopathy, lymphopenia

Extra voorzichtigheid is geboden bij het toedienen van enkele of gecombineerde chemotherapeutische middelen waarvan bekend is dat ze ernstige trombocytopenie veroorzaken
Special care should be taken when administering single or combination chemotherapeutic agents which are known to cause severe thrombocytopenia

Trombocytopenie, waaronder acute ernstige trombocytopenie, werd waargenomen bij toediening van eptifibatide (zie rubriek
Thrombocytopaenia, including acute profound thrombocytopaenia, has been observed with eptifibatide administration (see section