Uniface oor Engels

Uniface

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Uniface

Uniface (programming language)

voorbeelde

Uniface-applicaties beslaan client/server tot Web en van data entry tot workflow, zowel als portals, die lokaal toegang verschaffen, als via intranet en internet.
Uniface applications range from client/server to web, and from data entry to workflow, as well as portals that are accessed locally, via intranets and the internet.

Uniface applicaties kunnen gedeployed worden op platforms van mainframe tot mobile, zonder dat men code hoeft te wijzigen.
Uniface applications can be deployed on platforms from mainframe through mobile, without changing the code.

Andere verbeteringen waren onder andere de nieuwe component types (Services, Server Pages, Reports); Signature Editor en de Assembly Workbench; subsystemen; operaties, non-modal forms; component instances, verbeterde editors en navigatie; verbeterde editor plug-in; nieuwe debugger; geïntegreerde online help; component templates; Web Application Server, verbeterde validatie; Uniface Name Server en graphical partitioning manager.
Other enhancements included new component types (Services, Server Pages, Reports); Signature Editor and Assembly Workbench; subsystems; operations; non-modal forms; component instances; improved editors and navigation; enhanced editor plug-in; new debugger; integrated online help; component templates; Web Application Server; improved validation; Uniface Name Server and graphical partitioning manager.

DBMS connectors zetten Uniface datatypes om tot het meest toepasbare formaat van het bepaalde opslag medium.
DBMS connectors map and convert Uniface data types to the most suitable format of the particular storage medium.

Met Uniface Six werd de overgang naar een volledig grafische ontwikkelomgeving voltooid.
Uniface Six (1994): Uniface Six completed the move to fully graphical development environments.

Uniface Seven was gericht op de integratie van componenten voor zowel Uniface componenten als externe componenten, door middel van de introductie van de Uniface Request Broker (URB) architectuur.
Uniface Seven (1997): Uniface Seven focused on component integration for both Uniface and external components through the introduction of the Uniface Request Broker (URB) architecture.

Uniface kan geïntegreerd worden met elk Source Control System (SCCS) die de Microsoft Common Source Code Control Interface Specificaties ondersteunt.
Uniface can integrate with any version control system (VCS) that supports the Microsoft Common Source Code Control Interface Specification.

Uniface 9.6 heeft op een aantal belangrijke fronten een verbetering ondergaan met betrekking tot de user-experience mogelijkheden voor Client Server applicaties.
Uniface 9.6 (2012): Uniface 9.6, provided a significant overhaul of the Uniface client server GUI capabilities.

Dit is essentieel geweest voor het succes van Uniface, omdat applicaties gebouwd met Uniface kunnen migreren, aangepast en gemoderniseerd worden zonder verlies van de oorspronkelijk investering in de ontwikkeling van de software.
This has been critical to its success, because applications built with Uniface can be migrated, updated and modernized without losing the original development investment.

Het conceptual schema wordt door Uniface geïmplementeerd als het Application Model (in de verschillende Uniface versies ook bekend als Business Object Model en het Application Object Model).
Uniface implements the conceptual schema as the Application Model (in various Uniface versions known as the Business Object Model and the Application Object Model).

Uniface 4 had een verbeterde de teksteditor (nu form editor), een verbeterde print- en display-ondersteuning, introduceerde ondersteuning voor MS-DOS en voegde een CASE tool interface toe.
Uniface Version 4 (1988): Uniface 4 improved the text editor (now form editor), improved printing and display support, introduced support for MS-DOS, and added a CASE tool interface.

Uniface Seven leverde ook de eerste Uniface web development en deployment tools met de Web Application Server en de Uniface Request Dispatcher.
Uniface Seven also delivered the first Uniface web development and deployment tools with Web Application Server and Uniface Request Dispatcher.

Uniface garandeert toegang tot fysieke data door middel van SQL dat is geïntegreerd in DBMS connectors.
Uniface ensures physical data access by encapsulating SQL in its DBMS connectors.

Componenten kunnen op de ene machine gecompileerd worden en op een andere machine gedeployed, zo lang er maar de beschikking is over een Uniface Virtual machine.
Components can be compiled on one machine and executed on another, providing the Uniface Virtual Machine is present.

Voor Uniface 9.5 is de integratie met het Web aanzienlijk uitgebreid en verbeterd.
Uniface 9.5 (2011): The release of Uniface 9.5 has improved the product’s integration with the World Wide Web.

Met Uniface worden externe schema’s geïmplementeerd als componenten.
Uniface implements external schemas as components.

Uniface onderscheidt een variëteit aan componenten, waarvan de bedoeling is dat zij gebruikt worden in de verschillende lagen (tiers) binnen een multi-tiered software architecture.
Uniface has a variety of component types that are intended for use in different layers of a multi-tier application architecture.

Deze repository is “proprietary” en uitsluitend bedoeld voor de Uniface Ontwikkelomgeving om zeker te zijn van referentiële integriteit.
The repository is proprietary and intended for access via the Uniface Development Environment, to ensure repository integrity.

De eerste versies van Uniface werden gebundeld met Sybase RDBMS onder de naam FastBuild, er was echter geen beperking tot communicatie met Sybase alleen.
Early versions of the product were bundled with the Sybase RDBMS under the name FastBuild, although it was not limited to accessing only that database.

Het toepassen van triggers op modelniveau maakt het mogelijk om binnen Uniface eigenschappen en gedrag binnen objecten vast te leggen, welke een onderscheid maakt tussen fysieke en logische datastructuur.
The use of model-level triggers enables Uniface to collect properties and behavior within business objects, separating logical from the physical data structures.

Uniface is voortdurend verder geëvolueerd om nieuwe technologieën en architectures te blijven ondersteunen.
Uniface has continuously evolved to handle new technologies and application architectures.

Uniface was ontwikkeld op een DEC-VAX machine, met behulp van het VAX file-management system RMS.
Uniface was developed on the DEC VAX machine, using the native VAX file-management system RMS.

Met Uniface Seven werden ook nog andere tools geïntroduceerd: Een tool voor het modelleren, integreren en managen van bedrijfsprocessen.
Uniface Seven also saw the introduction of several other tools: A tool for the modeling, integration and management of business processes.

Uniface applicaties zijn component-based, infrastructuur onafhankelijke software programma’s die data kunnen creëren of gebruiken die opgeslagen is in een of meerdere databases of filesystems.
Uniface applications are component-based, infrastructure-independent software programs that can create or use data stored in one or more databases or file-systems.

Uniface werd ontwikkeld naar de richtlijnen van de American National Standards Institute (ANSI), volgens een3 schema architecture.
Uniface was developed on the principles of the American National Standards Institute, (ANSI), 3-schema architecture.