buurvrouw oor Engels

buurvrouw

/ˈbyrvrɑu/ naamwoord vroulike

vrouw woonachtig in het belendende huis

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

neighbour

naamwoord

a person living on adjacent or nearby land

Dat is onze buurvrouw.
That is our neighbour.

neighbor

naamwoord

Een persoon die naast of dichtbij iemand's huis woont.

A person living in a house that is adjacent or nearby another person's house.

Heffa, iedereen wist dat jou man sliep met de buurvrouw.
Heffa, everyone knew your husband was sleeping with the neighbor.

voorbeelde

‘Het eten in dit stadje weegt ruimschoots op tegen het hebben van een gestoorde buurvrouw.’
“The food in this town totally makes up for having a crazy neighbor.”

Ik heb'n vriendin wiens buurvrouw jaloers was en de bruidegom wou.
I have a friend whose jealous neighbour wanted her fiance.

De buurvrouw kan met geen mogelijkheid het lijk over het hoofd hebben gezien als het zich al in het huis bevond.
There’s no way the neighbor would miss the body if it was already in the house.

In de keuken zag ze dat haar buurvrouw terug was en het fornuis aandeed.
In the kitchen she saw that her neighbour had returned and was busy lighting the stove.

Ze was echt blij met haar buurvrouw.
She really was fond of her neighbor.

Kunnen we de sleutel nog steeds bij je buurvrouw ophalen?’
Do we still collect the key from your neighbour?’

Misschien heeft het er ook mee te maken dat buurvrouw Lien en haar man Kees geklaagd hebben.
Maybe it’s also to do with the fact that Lien next door and her husband Kees have complained.

De buurvrouw was veertien keer gestoken met een scherp voorwerp, het meisje vijf keer.
The woman had been stabbed fourteen times with some sharp implement, the little girl five times.

Onze buurvrouw was net de tafel aan het dekken met het zilver van mijn moeder.
Our next-door neighbor was setting the table with my mother’s silver.

De broer van de meid zou in dienst gaan, een buurvrouw zou een baby krijgen . . . er was niets belangrijks bij.”
The maid’s brother would go into the army, a neighbor would have a baby . . . none of it very important.”

Een buurvrouw.
A neighbor woman.

En de buurvrouw zei dat de professor net uit Taiwan terug was.'
And the neighbor lady says the professor had just returned from Taiwan.”

Een paar buurvrouwen vertellen haar van de granaat.
Some of the ladies tell her about the grenade.

Je hebt een verschrikkelijke buurvrouw.
Wow, you have a bitch of a neighbor downstairs.

Sinds maandagavond had Dierdre haar buurvrouw maar één keer gezien, toen ze had aangebeld om de post op te halen.
Deidre had only seen her neighbor once since Monday evening, when she had called in briefly to collect any mail.

Blair keek naar het scherm van haar buurvrouw.
Blair glanced at her neighbor's screen.

Wat heb je toch tegen die buurvrouw?
What have you got against this neighbor woman?

‘Zie je nou wel,’ zei de buurvrouw toen ze de hele slaapkamer door was gelopen.
‘So you see,’ said her neighbour, once she had gone around the room.

Rond middernacht had de buurvrouw Reasoners televisie gehoord.
Around midnight the next-door neighbor had heard Reasoner’s television.

Je bent de buurvrouw van Colt en toevallig is hij zo ongeveer de enige die ik mijn vriend noem.
You’re Colt’s neighbor, and he happens to be about the only man I call a friend.

Hee, buurvrouw Carly.
Hey, neighbor Carly.

Pippen was thuis bij de buurvrouw van Louella en het was maar goed dat hij niet mee was.
Pippen was at home with Louella’s next-door neighbor, and it was a good thing he wasn’t with them.

De buurvrouw die de telefoon opnam vroeg hem naar bijzonderheden, maar kreeg niet veel te horen.
The neighbor who answered the phone pumped the administrator for details, but didn’t get much.

‘Claudia Miller, de buurvrouw, was de enige die ik nog kon polsen, maar ze wil niet praten.’
“The next-door neighbor, Claudia Miller, was the last person I had to talk to, but she’s not talking.”

Ze was al zijn buurvrouw zo lang hij het zich kon herinneren.
She’d been a neighbour for as long as he could remember.