chernozem oor Engels

chernozem

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

chernozem

naamwoord

De bodem bestaat grotendeels uit chernozem (zwarte aarde), met zand en klei en een rotsachtige ondergrond die de bodem vochtig houdt.
The soil is largely chernozem (black earth), containing sand and clay, with a stony subsoil providing moisture.

Chernozem

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Chernozem

De bodem bestaat grotendeels uit chernozem (zwarte aarde), met zand en klei en een rotsachtige ondergrond die de bodem vochtig houdt.
The soil is largely chernozem (black earth), containing sand and clay, with a stony subsoil providing moisture.

voorbeelde

Met uitzondering van de alluviale zandgrond aan de rand van de gemeenten Verpelét, Feldebrő, Aldebrő en Tófalu bestaat de bodem van de productiegebieden die onder de geografische benaming Eger vallen uit verschillende soorten bruine bosbodems (ramman, chernozem, kovárvány, geërodeerd) die zich hebben gevormd op ryoliettufsteen van vulkanische oorsprong.
The soil of the production areas belonging to the geographical name ‘Eger’ consists of several varieties of brown forest soil formed on the volcanic-origin rhyolite tuff (ramman, chernozem, banded, degraded), with the exception of the alluvial sands on the edge of the municipalities of Verpelét, Feldebrő, Aldebrő and Tófalu.

De bovenlaag bestaat uit roestbruine bosgrond of koolstofhoudende, van bossen afkomstige chernozem (zwarte aarde) die veel dolomiet en weinig kleimineralen van illiet bevat, met een relatief laag ijzer- en aluminiumgehalte.
The topsoil is rust-brown forest soil or carbonaceous residual-forest chernozem that contains large amounts of dolomite and is low in illite clay minerals, with a relatively low iron and aluminium content.

In de Tsjechische hopteeltgebieden kunnen diverse bodemtypen (chernozems, rendzinas, bruine aarde en bruine gronden) evenals diverse grondsoorten (zand-, leem- en kleigrond) worden aangetroffen
Various soil types (chernozems, rendzinas, brown earths and brown soils) can be found in the Czech hop-growing areas, together with various soil classes (sandy soil, loam soil and clay soil

De bodem bestaat grotendeels uit chernozem (zwarte aarde), met zand en klei en een rotsachtige ondergrond die de bodem vochtig houdt.
The soil is largely chernozem (black earth), containing sand and clay, with a stony subsoil providing moisture.

Deze locatie - samen met het feit dat de bodem hier chernozem is, anders dan de bodem van de aangrenzende gebieden die overwegend löss is - zorgt ervoor dat de rode wijnen van Adamclisi een matige body hebben, met krachtige primaire aroma’s (fruitig), zoals gerookt gedroogd fruit en bosvruchten, en dat de witte wijnen uitgesproken minerale toetsen hebben, dankzij de regosolbodem van rendzina en chernozem.
This location, combined with the fact that the soil here is chernozemic – compared to the predominantly loessial soil of the neighbouring areas – is what makes Adamclisi’s red wines medium-bodied with various bold primary aromas (fruitiness), such as smoked dried fruit and forest fruits, while the white wines have pronounced mineral notes, thanks to the rendzina and chernozemic regosol soils.

Het teeltgebied „Marchfeld” ondervindt een lichte invloed van het Pannonische steppeklimaat en kent bijzondere bodemsoorten (rivierklei, chernozem of zwarte aarde, humusrijke colluviale en aanslibbingsgronden met een wisselend leem- en lössgehalte).
The Marchfeld region is influenced by the climate of the western foothills of the Pannonian Steppes and has specific soil types (riverside, chernozem, colluvial and alluvial soils with high humus levels and varying high levels of loam and loess).

De bodem in het gebied bestaat uit zand/leemachtige chernozems en grijze bosbodems.
The soils in the area are sandy-loamy chernozem and grey forest soils.

De cambrische chernozem combineert alle gunstige chemisch-biologische en troficiteitskenmerken.
The Cambian chernozem cumulates all favourable chemical-biological and trophicity characteristics.

De productiegebieden van de beschermde oorsprongsbenaming Hajós-Baja worden voornamelijk gekenmerkt door bodems van kalkhoudend dekzand op een ondergrond van löss (humushoudend zand en stuifzand), en in mindere mate bruine bosbodems, chernozem, weidegronden en alluviale gronden.
The soils of the production area covered by the ‘Hajós-Baja’ protected designation of origin predominantly consist of sheets of calcareous sandy soils (humus and quicksand) formed on a loess base, although brown forest soil, chernozem and meadow and alluvial soils can also be found to some extent.

In de Tsjechische hopteeltgebieden kunnen diverse bodemtypen (chernozems, rendzinas, bruine aarde en bruine gronden) evenals diverse grondsoorten (zand-, leem- en kleigrond) worden aangetroffen.
Various soil types (chernozems, rendzinas, brown earths and brown soils) can be found in the Czech hop-growing areas, together with various soil classes (sandy soil, loam soil and clay soil).

Umbrisols zijn de tegenhanger van vergelijkbare bodems met een hoge basenverzadiging als Chernozems, Kastanozems en Phaeozems.
Umbrisols are the counterpart of comparable soils with a high base saturation (Chernozems, Kastanozems and Phaeozems).

Met uitzondering van de alluviale zandgrond aan de rand van de gemeenten Verpelét, Feldebrő, Aldebrő en Tófalu bestaat de bodem van de productiegebieden die onder de geografische benaming Eger vallen uit verschillende soorten bruine bosbodems (ramman, chernozem, kovárvány, geërodeerd) die zich hebben gevormd op ryoliettufsteen van vulkanische oorsprong.
The soil of the production areas with the geographical name ‘Eger’ consists of several varieties of brown forest soil formed on the volcanic-origin rhyolite tuff (ramman, chernozem, banded, degraded), with the exception of the alluvial sands on the edge of the municipalities of Verpelét, Feldebrő, Aldebrő and Tófalu.

De bodem van de productiegebieden aan de rand van de gemeenten Verpelét, Feldebrő, Aldebrő en Tófalu bestaat gedeeltelijk uit alluviale humushoudende zandgrond die is achtergebleven na terugtrekking van de zee, en verscheidene soorten kleiige bruine bosgrond die zich op een grondgesteente van andesiet hebben gevormd (ramman, chernozem).
The soil of production areas on the edge of the municipalities of Verpelét, Feldebrő, Aldebrő and Tófalu is humic alluvial sand left over after the sea had retreated, and several types of brown earth (ramman, chernozem, clay) formed in the andesite base rock.

Het afgebakende geografische gebied wordt gekenmerkt door gemiddeld zware bodems van de soorten die het meest geschikt zijn voor het telen van brouwgerst, zoals chernozems, chernitza’s, fluvizems en bruine aarde, op vlakke of - in sommige gevallen - licht glooiende grond.
The defined geographical area is characterised by medium-heavy soils of the types most suitable for growing malting barleys, such as chernozems, chernitzas, fluvizems and brown earths, on level or — in some cases — slightly sloping ground.

Dit zijn chernozems, chernitza’s, fluvizems en bruine aarde, op vlakke of - in sommige gevallen - licht glooiende grond.
These are chernozems, chernitzas, fluvizems and brown earths, on level or — in some cases — slightly sloping ground.

Pararendzina, rendzina (leptosol (kalkrijk)), zandige regosol, fluvisol, smonice (vertisol), chernozem (zwarte aarde), chernitza, shedozem (grijze aarde), hnedozem (bruine aarde), luvisol, modale cambisol, zure cambisol, dystrische cambisol, eutrofe cambisol, pelozem (kleiige cambisol), pseudogley (stagnosol), gley, organosol en anthrosol.
pararendzina, rendzina (leptosol (calcaric)), arenic regosol, fluvisol, smonice (vertisol), chernozem (black earth), chernics, shedozem (grey earth), hnedozem (brown earth), luvisol, modal cambisol, acidic cambisol, dystric cambisol, eutrophic cambisol, pelozem (clayic cambisol), pseudogley (stagnosol), gley, organosol, anthrosol.