concretum oor Engels

concretum

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

concrete noun

naamwoord

noun that denotes a tangible thing

concrete object

een concreet begrip of concept

object with a physical referent

voorbeelde

In dit verband verwijst genoemde Lafarge rechtstreeks naar het feit dat Heracles, dat zelf via Cal-Nat SA onder zeggenschap staat van Concretum SA, van Concretum ten minste 50 % van haar participatie in Halkis heeft overgenomen.
Heracles is controlled by Concretum SA, through Cal-Nat SA, and Lafarge here refers indirectly to the fact that Heracles has purchased from its parent Concretum at least 50 % of Concretum's holding in Halkis.

Het is inderdaad de kapitalistische warenwereld die zich in de theoretische ontwikkeling van Das Kapital en in andere werken die ook op dat gebied liggen (werken van Marx zelf en van zijn beste leerlingen en navolgers, vooral Engels en Lenin) als het meest ontwikkelde beeld van het historisch concretum aan ons voordoet.
It is capitalist reality theoretically revealed in Capital and other works of the same cycle (both by Marx and by his best pupils and followers, in the first place by Engels and Lenin) that provides the most comprehensive picture of a historically emergent and developed concreteness, as a most typical instance of concreteness in general.

Voor het bewustzijn — en dat is karakteristiek voor het filosofische bewustzijn — waarvoor het begrijpende denken de werkelijke mens is en daarmee de tot begrip gebrachte wereld als zodanig pas het werkelijke is — verschijnt de beweging van de categorieën daarom als de werkelijke productie act die slechts haar eerste beweging, helaas, van buitenaf ontvangt, en die resulteert in de wereld als haar product; dit is juist — maar dit is weer een tautologie — voor zover de concrete totaliteit als ideële totaliteit, als ideëel concretum in feite een product van het denken, het begrijpen is; maar geenszins het product van het begrip dat zichzelf voortbrengt en denkt buiten of boven de waarneming en voorstelling, doch van de verwerking van waarneming en voorstelling tot begrippen.
Therefore, to the kind of consciousness—and this is characteristic of the philosophical consciousness—for which conceptual thinking is the real human being, and for which the conceptual world as such is thus the only reality, the movement of the categories appears as the real act of production—which only, unfortunately, receives a jolt from the outside—whose product is the world; and—but this is again a tautology—this is correct in so far as the concrete totality is a totality of thoughts, concrete in thought, in fact a product of thinking and comprehending; but not in any way a product of the concept which thinks and generates itself outside or above observation and conception; a product, rather, of the working-up of observation and conception into concepts.

Indien ik dus met de bevolking zou beginnen, dan zou ik een chaotische voorstelling (Vorstellung) van het geheel hebben en vervolgens zou ik langs analytische weg definitorisch stap voor stap op meer enkelvoudige begrippen uitkomen; uitgaande van het concretum in het voorstellingsvermogen op steeds magerder abstracties, tot ik bij de meest enkelvoudige bepalingen uitkom.
Thus, if I were to begin with the population, this would be a chaotic conception [Vorstellung] of the whole, and I would then, by means of further determination, move analytically towards ever more simple concepts [Begriff], from the imagined concrete towards ever thinner abstractions until I had arrived at the simplest determinations.

De logische deductie is niets anders dan de theoretische uitdrukking van het historische wordingsproces van het bestudeerde concretum.
Logical deduction is nothing but a theoretical expression of the real historical development of the concreteness under study.

Voor het bewustzijn — en dat is karakteristiek voor het filosofische bewustzijn — waarvoor het begrijpende denken de werkelijke mens is en daarmee de tot begrip gebrachte wereld als zodanig pas het werkelijke is — verschijnt de beweging van de categorieën daarom als de werkelijke productie act die slechts haar eerste beweging, helaas, van buitenaf ontvangt, en die resulteert in de wereld als haar product; dit is juist — maar dit is weer een tautologie — voor zover de concrete totaliteit als ideële totaliteit, als ideëel concretum in feite een product van het denken, het begrijpen is; maar geenszins het product van het begrip dat zichzelf voortbrengt en denkt buiten of boven de waarneming en voorstelling, doch van de verwerking van waarneming en voorstelling tot begrippen.
Therefore, to the kind of consciousness – and this is characteristic of the philosophical consciousness – for which conceptual thinking is the real human being, and for which the conceptual world as such is thus the only reality, the movement of the categories appears as the real act of production – which only, unfortunately, receives a jolt from the outside – whose product is the world; and – but this is again a tautology – this is correct in so far as the concrete totality is a totality of thoughts, concrete in thought, in fact a product of thinking and comprehending; but not in any way a product of the concept which thinks and generates itself outside or above observation and conception; a product, rather, of the working-up of observation and conception into concepts.

Een veel doorslaggevender omstandigheid waardoor die keus de voorkeur verdient is, dat tot nu toe nog geen ander concretum op even grondige wijze door het denken is aangevat.
A much more weighty consideration in favour of this choice is that no other concreteness has been comprehended as profoundly as this one.

Daarom verviel Hegel in de illusie het werkelijke op te vatten als product van het denken, dat zich in zichzelf samenvat, zich in zichzelf verdiept en zich uit zichzelf ontvouwt, terwijl de methode om van het abstracte op te stijgen naar het concrete, slechts de wijze is waarop het denken zich het concrete toe-eigent en het als een mentaal concretum reproduceert.
Hegel accordingly conceived the illusory idea that the real world is the result of thinking which causes its own synthesis, its own deepening and its own movement; whereas the method of advancing from the abstract to the concrete is simply the way in which thinking assimilates the concrete and reproduces it as a concrete mental category.

Daarom verviel Hegel in de illusie het werkelijke op te vatten als product van het denken, dat zich in zichzelf samenvat, zich in zichzelf verdiept en zich uit zichzelf ontvouwt, terwijl de methode om van het abstracte op te stijgen naar het concrete, slechts de wijze is waarop het denken zich het concrete toe-eigent en het als een mentaal concretum reproduceert.
In this way Hegel fell into the illusion of conceiving the real as the product of thought concentrating itself, probing its own depths, and unfolding itself out of itself, by itself, whereas the method of rising from the abstract to the concrete is only the way in which thought appropriates the concrete, reproduces it as the concrete in the mind.