gepoch oor Engels

gepoch

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

brag

adjective verb noun adverb

Ik heb hem vier goede zwaardvechters zien doden alleen omdat ze mij met hun gepoch mishaagden.
I've seen him kill four good swordsmen with as many thrusts - just for displeasing me with their bragging words.

voorbeelde

Ondanks Biba's gepoch tegen haar vader is ze nooit een beroemd actrice geworden op wie hij trots kon zijn.
In spite of the boasts Biba made to her father, she never did become a famous actress and make him proud.

Het huis zelf was niet indrukwekkend, ondanks Fiona's gepoch op haar ontwerptalent.
The residence itself wasn't impressive, despite Fiona's boasting about her talent for design.

Houstons bloeddorstig gepoch leek een climax te naderen.
Houston's bloodthirsty boasting was finally reaching a climax.

Ik heb hem vier goede zwaardvechters zien doden alleen omdat ze mij met hun gepoch mishaagden
I' ve seen him kill four good swordsmen with as many thrusts- just for displeasing me with their bragging words

Maar Pelsaert dacht kennelijk dat het gepoch van de apotheker betekende dat hij van plan was zelfmoord te plegen.
But Pelsaert plainly guessed that the apothecary’s boasts meant that he intended to commit suicide.

‘Ik heb gisteravond nog een tijdje met die idioot beneden gezeten en naar z’n dronken gepoch geluisterd.
‘I sat up with the idiot last night, and listened to all his drunken boasting.

16 In weerwil van al zijn gepoch stond de trotse Nebukadnezar op het punt vernederd te worden.
16 Boast though he did, proud Nebuchadnezzar was about to be humiliated.

Op dat moment had ik het gevoel dat ik de ware man achter al het gepoch had gezien.
At that moment I felt I had glimpsed the real man behind the boasting and self-assertion.

Jehovah lacht om het gepoch en de verwarring van de naties bij hun dwaze, tegen hem gerichte handelwijze.
(Psalm 59:5-8) Jehovah laughs at the boasting and confusion of the nations in their foolish course against him.

Maar daarom hoeven we zijn gepoch over algemene vrede nog niet te geloven, net zomin als zijn snoeverij over Israël.
But there is no reason to believe his boast about a general peace, any more than his boast about Israel.

Niet één roestige ijzeren tik (de kleinste munt van Lankhmar) zou hij betalen aan afpersers - zo luidde Bwadres' gepoch.
Not one rusty iron tik (the smallest coin of Lankhmar) would he pay to extortioners—such was Bwadres’ boast.

Zoals uit een beschouwing van de gehele brief van Eén Korinthiërs blijkt, had de gemeente aldaar problemen in verband met jaloezie, twist, verdeeldheid, gepoch, immoraliteit, oneerlijkheid en het zich veroorloven van al te grote vrijheden.
As is evident from an examination of the entire letter of First Corinthians, the congregation there had problems with jealousies, strife, divisions, boasting, immorality, dishonesty and the taking of undue liberties.

Wat zou u dan van zijn gepoch denken?
What would you think of his boast?

Vergeten was al zijn gepoch; vergeten zijn beweringen en valsheid.
Forgotten were all the boasts he had made; forgotten his claims and his meanness.

Ik heb hem vier goede zwaardvechters zien doden alleen omdat ze mij met hun gepoch mishaagden.
I've seen him kill four good swordsmen with as many thrusts - just for displeasing me with their bragging words.

Pandora zei dat ze mijn moeders gepoch over Iwans seksuele potentie afkeurde.
Pandora said that she disapproved of my mother’s boasting about Ivan’s potency.

En omdat hij die eed zowel voor de goden als bij de eer van zijn clan had gezworen, was het geen ijdel gepoch.
Since he made the vow to his gods as well as to the honour of his clan, it was no idle boast.

Een van de drie mannen die door koning Hizkia werden uitgezonden om te horen wat de Assyrische boodschapper Rabsake te zeggen had, maar die met geen woord op zijn beschuldigingen en gepoch mochten ingaan.
One of the committee of three sent by King Hezekiah to hear what the Assyrian messenger Rabshakeh would say but who were not to answer his charges and brags.

Ik wil geen loos gepoch, geen praatjes over hoe een Ketelzwart drie keer zo goed is als alle andere ridders.
I want no empty boasting now, no talk of how a Kettleblackxy is thrice as good as any other knight.

De spreuk kon ook over de mond als over een deur spreken, die door gepoch en arrogant gepraat ver wordt opengedaan.
The proverb could also be speaking of the mouth as an entryway that is lifted high by boasting and arrogant speaking.

Het huis zelf was niet indrukwekkend, ondanks Fiona's gepoch op haar ontwerptalent.
The residence itself wasn’t impressive, despite Fiona’s boasting about her talent for design.

De reacties variëren van verontwaardigde ontkenning tot regelrecht gepoch.
The reactions you get range from indignant denial all the way through to out-and-out bragging.

Ze was niet geïnteresseerd in Yagji's dwaze gepoch.
She was not interested in Yagji’s silly boastings.

Dior is mens, maar in tegenstelling tot mijn gepoch is ze sterker dan ik op een manier die veel belangrijker is.
Dior is human, but despite my earlier boasts she’s stronger than me in the way that matters most.

Geen gepoch op indrukwekkende prestaties waarop hij zich als mens kon beroemen, zoals de bouw van kolossale bouwwerken; geen opsomming van het aantal keren dat grote scharen naar hem kwamen luisteren en geen opeising van persoonlijke eer voor de wonderbaarlijke expansie die in de verspreiding van het goede nieuws was bewerkstelligd.
No boasting of impressive accomplishments in which to take human pride, such as the construction of mighty edifices; no recitation of drawing great crowds to hear him speak; no taking of personal credit for the marvelous expansion that had been accomplished in the spread of the good news.