gesticuleerde oor Engels

gesticuleerde

werkwoord

Soortgelyke frases

gesticuleren
gesticulate · gesture

voorbeelde

De dikzak gesticuleerde en bewoog zich als een rapper, aangevuurd door zijn nogal dikke verloofde.
The fat man gestured and bobbed like a rapper, egged on by his slightly less fat girlfriend.

De man gesticuleerde boos, maar er klonk geen geluid door de plastic wanden.
The man was angry, gesticulating, but no sound came from the plastic enclosure.

Zijn zachte handen gesticuleerden wild, maar ik lag op een arm en de ander hield ik vast.
His soft hands gesticulated wildly, but I was half lying on one arm and held the other.

Josiah schreeuwde en gesticuleerde.
Josiah was shouting, gesticulating.

Die man was aanzienlijk ouder dan Alex en gesticuleerde alsof hij zijn woorden kracht wilde bijzetten.
He was significantly older than Alex, and he was gesturing with his hands as if to emphasize his words.

Nu, zijn handen altijd in zijn zakken, gesticuleerde hij alleen met zijn schouders.
Now, with his hands always in his pockets, he just gestures with his shoulders.

Hij praatte en gesticuleerde, maar Ned kon niet horen wat hij zei.
He was talking, gesturing, but Ned couldn’t hear what he was saying.

Pleysia gesticuleerde terwijl ze met de jonge vrouw praatte, volhardend en vastbesloten.
Pleysia was gesturing as she talked to the young woman, insistent and determined.

Dwight gesticuleerde met zijn goede arm en zijn mannen renden weg.
Dwight pointed with his good arm and got men running.

Beer praatte een paar minuten met Lanso, die met snelle stootbewegingen van zijn hand naar de vulkaan gesticuleerde.
Bear spoke with Lanso for several minutes, the boy gesticulating towards the volcano with swift stabs of his hand.

De andere gesticuleerde vrijelijk tijdens het praten.
The other gesticulated freely as he spoke.

Ze schreeuwden en gesticuleerden en Xander vroeg zich nerveus af of er nog meer doden gingen vallen.
Both men were shouting and gesticulating, and Xander wondered nervously if there would be more deaths.

Hij gesticuleerde wild terwijl hij sprak en lachte diep vanuit zijn buik.
He gestured wildly with his hands when he spoke and laughed from deep in his belly.

Ze stonden met zijn drieën op me neer te kijken en de jongen gesticuleerde heftig.
They stood in a group looking down at me, and the child was gesticulating vehemently.

Hij viel Mao af en toe in de rede, gesticuleerde en stortte zich luidkeels in tirades tegen de Verenigde Staten.’
He would periodically interrupt Mao, gesticulating and loudly launching himself into anti-U.S. tirades.”

De grote ouderejaars gesticuleerde wild terwijl de twee meisjes naar hem straalden.
The large senior gesticulated wildly while the two girls beamed at him.

We hadden tegen hem moeten schreeuwen, elke keer als hij kwaad werd en naar de camera gesticuleerde.
We’d had to shout at him every time he got pissed off and gesticulated at the camera.

Michael Goldberg vertrok zijn gezicht en gesticuleerde als een miniatuur rechtbankadvocaat.
Michael Goldberg grimaced and gesticulated like a miniature courtroom lawyer.

Hij gesticuleerde niet, maar zijn houding was net als van iemand die woedend is.
He wasn’t gesticulating, but his posture was that of an angry man.

Ze praatten op zachte toon met elkaar en gesticuleerden en wezen naar me.
They were conversing together in low tones, and gesticulating and pointing toward me.

Hij gesticuleerde, onderstreepte zijn betoog met uitvoerige gebaren en vond zichzelf erg belangrijk.
He was gesticulating, emphasizing his story with large movements and conscious of his own importance.

Martina gesticuleerde terwijl ze sprak.
Martina gestured with her hands while she talked.

Hij gaat gesticuleerd, heftig sprekend, maar er komt geen klank uit zijn keel en hij blijft stokstijf staan.
He is going to gesticulate, to speak vehemently, but no sound emerges from his throat, and he stands there frozen.

Maggie gesticuleerde weer vlug en glimlachte spijtig.
Maggie motioned swiftly again and smiled ruefully.

De vader gesticuleerde; de zoon gesticuleerde.
The father was a gesticulator; the son was a gesticulator.