Deze heiligheid van God spoort aan tot zijn daden en zet aan tot de rechtvaardige daden welke zijn schepselen in gehoorzaamheid aan hem en in aanbidding van hem verrichten; en daarom zijn de woorden die hij tot Israël heeft gesproken, dat reeds in een wetsverbond met hem stond, passend: ’Ik ben Jehovah, uw God; heiligt u en weest heilig, want Ik ben heilig; verontreinigt uzelf niet . . .
This holiness of God prompts his acts and impels the righteous acts of his creatures in obedience to him and in worship of him; and therefore appropriate are his words to Israel already in a law covenant with him: “I am Jehovah your God: sanctify yourselves therefore, and be ye holy; for I am holy: neither shall ye defile yourselves . . .jw2019 jw2019