intron oor Engels

intron

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

intron

naamwoord

biologie

Eén intron kan alles verpesten.
One bad intron can mess up everything.

intervening DNA sequence

intervening nucleotide sequence

voorbeelde

Eén intron kan alles verpesten.
One bad intron can mess up everything.

ii) twee exemplaren van een synthetisch afgekapt gen dat voor een insectenbestrijdend eiwit - het werkzame gedeelte van het -endotoxine CryIA(b) - uit Bacillus thuringiensis subsp. kurstaki, stam HD1-9 codeert, en dat intron nr. 9 van het gen voor fosfoenolpyruvaat carboxylase van maïs bevat;
(ii) two copies of a synthetic truncated gene encoding an insect control protein representing the active portion of the CryIA(b) -endotoxin, from Bacillus thuringiensis subsp. kurstaki strain HD1-9 and containing intron

a) een synthetische versie van het cryIA(b)-gen uit Bacillus thuringiensis subsp. kurstaki stam HD1, gereguleerd door een 35S-promotor uit het bloemkoolmozaïekvirus, een IVS6-intron uit het maïsgen voor alcoholdehydrogenase en de nopalinesynthase-terminatorsequentie van Agrobacterium tumefaciens, en
(a) a synthetic version of the cryIA (b) gene derived from Bacillus thuringiensis subsp. kurstaki strain HD1 under the control of a 35S promoter from Cauliflower Mosaic Virus, and IVS 6 intron from the maize alcohol dehydrogenase gene and the nopaline synthase terminator sequence of Agrobacterium tumefaciens, and

Deze niet-coderende intronen zijn vermengd met de exonen.
The noncoding introns are intermingled with the exons.

b) een synthetische versie van het pat-gen uit Streptomyces viridochromogenes, gereguleerd door een 35S-promotor uit het bloemkoolmozaïekvirus, een IVS2-intron uit het maïsgen voor alcoholdehydrogenase en de nopalinesynthase-terminatorsequentie van Agrobacterium tumefaciens.
(b) a synthetic version of the pat gene derived from Streptomyces viridochromogenes under the control of a 35S promoter from Cauliflower Mosaic Virus, an IVS 2 intron from the maize alcohol dehydrogenase gene and the nopaline synthase terminator sequence of Agrobacterium tumefaciens.

Een gemodificeerd cry3Bb-gen afgeleid van Bacillus thuringiensis subsp. kumamotoensis, dat resistentie verleent tegen de maïswortelboorder Diabrotica spp., gereguleerd door de 4AS1-promoter afgeleid van het bloemkoolmozaïekvirus, de wtCAB-translatie-enhancer uit tarwe (Triticum aestivum), de transcriptie-enhancer ract1-intron uit het actin 1-gen van rijst (Oryza sativa) en terminatorsequenties tahsp 17 3’ uit tarwe.
A modified cry3Bb1 gene derived from Bacillus thuringiensis subsp. kumamotoensis, which confers resistance to the corn rootworm Diabrotica spp., under the regulation of the 4AS1 promoter derived from Cauliflower Mosaic Virus, the wtCAB translation enhancer from wheat (Triticum aestivum), the transcription enhancer ract1 intron from the actin 1 gene of rice (Oryza sativa) and terminator sequences tahsp 17 3’ from wheat.

- - een synthetische versie van het cryIA(b)-gen uit Bacillus thuringiensis kurstaki stam HD1, gereguleerd door een 35S-promotor uit het bloemkoolmozaïekvirus, een IVS6-intron uit het maïsgen voor alcoholdehydrogenase en de nopalinesynthase-terminatorsequentie van Agrobacterium tumefaciens, en
- a synthetic version of the cryIA (b) gene derived from Bacillus thuringiensis kurstaki strain HD1 under the control of a 35S promoter from Cauliflower Mosaic Virus, and IVS 6 intron from the maize alcohol dehydrogenase gene and the nopaline synthase terminator sequence of Agrobacterium tumefaciens, and

Introns komen veel minder vaak voor in ‘hogere’ organismen met weinig DNA, zoals de fruitvlieg Drosophila.
Introns were much sparser in those “higher” organisms, such as the fruit fly Drosophila, that had rather little DNA.

Deze variant, ook ingewikkeld, impliceert dat als het gen introns en exons bevat, bij het kopiëren, het RNA kopieert met exons en introns maar het splicen kan op twee verschillende manieren gebeuren.
This complex variant implies the following: if the gene has exons and introns, when it is copied, the first copy duplicates an RNA with exons and introns, but the splicing can take place in two different ways.

Intronen zijn moeilijker uit te wisselen dan exonen.’
Introns are more difficult to exchange than exons—”

Een gen bestaat uit segmenten, exons, afgewisseld met andere segmenten, introns.
A gene is basically made up of alternating segments called exons and introns.

Minor Het minor spliceosoom lijkt veel op het major spliceosoom, maar het splicet zeldzaam voorkomende introns met verschillende volgorden (sequences) van spliceplaatsen.
The minor spliceosome is very similar to the major spliceosome, but instead it splices out rare introns with different splice site sequences.

De mitochondriale genen van de gist Saccharomyces kunnen introns bevatten (7,8).
Mitochondrial genes of the yeast Saccharomyces may contain introns (7) (8).

een synthetische versie van het pat-gen uit Streptomyces viridochromogenes, gereguleerd door een 35S-promotor uit het bloemkoolmozaïekvirus, een IVS2-intron uit het maïsgen voor alcoholdehydrogenase en de nopalinesynthase-terminatorsequentie van Agrobacterium tumefaciens.
a synthetic version of the pat gene derived from Streptomyces viridochromogenes under the control of a 35S promoter from Cauliflower Mosaic Virus, an IVS intron from the maize alcholdehydrogenase gene and the nopaline synthase terminator sequence of Agrobacterium tumefaciens.

Omdat intronen genetisch materiaal van vele soorten kunnen bevatten zijn er veel transformaties mogelijk op het schip.
Because introns can include genetic material from many different species over millions of years, it is possible that a wide variety of transformations is occurring.

Het RNA-gedeelte van de snRNP's reageert met het intron en is waarschijnlijk betrokken bij de katalyse.
The RNA components of snRNPs interact with the intron and are involved in catalysis.

Er zijn drie groepen van zelfsplicing introns, Groep I, II en III.
There are three kinds of self-splicing introns, Group I, Group II and Group III.

Een gemodificeerd cry3Bb1-gen afgeleid van Bacillus thuringiensis subsp. kumamotoensis, dat resistentie verleent tegen de maïswortelboorder Diabrotica spp., gereguleerd door de 4AS1-promoter afgeleid van het bloemkoolmozaïekvirus, de wtCAB-translatie-enhancer uit tarwe (Triticum aestivum), de transcriptie-enhancer ract1-intron uit het actin 1-gen van rijst (Oryza sativa) en terminatorsequenties tahsp 17 3' uit tarwe.
A modified cry3Bb1 gene derived from Bacillus thuringiensis subsp. kumamotoensis, which confers resistance to the corn rootworm Diabrotica spp., under the regulation of the 4AS1 promoter derived from Cauliflower Mosaic Virus, the wtCAB translation enhancer from wheat (Triticum aestivum), the transcription enhancer ract1 intron from the actin 1 gene of rice (Oryza sativa) and terminator sequences tahsp 17 3’ from wheat;

Groep II- en III-introns voeren de splicing vergelijkbaar met het spliceosoom uit, maar gebruiken geen proteïnekatalysator.
Group I and II introns perform splicing similar to the spliceosome without requiring any protein.

- - een synthetische versie van het pat-gen uit Streptomyces viridochromogenes, gereguleerd door een 35S-promotor uit het bloemkoolmozaïekvirus, een IVS2-intron uit het maïsgen voor alcoholdehydrogenase en de nopalinesynthase-terminatorsequentie van Agrobacterium tumefaciens.
- a synthetic version of the pat gene derived from Streptomyces viridochromogenes under the control of a 35S promoter from Cauliflower Mosaic Virus, an IVS intron from the maize alcholdehydrogenase gene and the nopaline synthase terminator sequence of Agrobacterium tumefaciens.

Omdat intronen genetisch materiaal van vele soorten kunnen bevatten...... zijn er veel transformaties mogelijk op het schip
Because introns can include genetic material from many different species over millions of years, it is possible that a wide variety of transformations is occurring

Major Het majorspliceosoom splicet introns die GU (guanine, uracil) op de 5'-spliceplaats en AG (adenine, guanine) op de 3'-spliceplaats hebben zitten.
The major spliceosome splices introns containing GU at the 5' splice site and AG at the 3' splice site.

De meeste genetische variatie zit bij mensen in de intronen.
Most of the genetic variation among human individuals is in the introns.

Deze T- cel heeft z' n latente intronen geactiveerd
This T- cell has begun to activate his latent introns