kauwend oor Engels

kauwend

deeltjie

Soortgelyke frases

kauwen
bite · champ · chew · chewing · crunch · mangle · masticate · mastication · munch · to chew · to masticate · to munch

Kauw
Western Jackdaw

kauw
Eurasian jackdaw · chough · daw · jackdaw

voorbeelde

‘Je hoeft niks te vertellen als je niet wilt, natuurlijk,’ zei Dotty, kauwend op een boterham met pindakaas en appel.
“I mean, don’t tell me what happened if you don’t want to,” said Dotty, munching on a peanut butter and apple sandwich.

Ze hebben krachtige kringspieren rond hun kop waarmee ze zich al kauwend in de grond een weg kunnen banen.
They have powerful rings of muscles around their heads that enable them to push and chew their way into the earth.

Het is passend insecticiden op het niveau van het gewas en het segment te beoordelen (blad-/bodeminsecticiden) en een onderscheid te maken tussen kauwende en zuigende insecten.
It is appropriate to assess insecticides at the crop and segment level (foliar/soil insecticides) and distinguish between chewing and sucking insects.

Hij nam weer een hap, een grote, en zei al kauwend: ‘Kan ik niets aan doen.
"He took another bite, a huge one, and through his food said, ""Can't help that."

Woestling keek kauwend naar Tungdil, het gezicht, de diepe rimpels, het gouden oogkapje en het lange bruine haar.
Ireheart looked over at Tungdil as he slept: The face, the deep lines, the golden eye patch and the long brown hair.

‘Hmm-hmm,’ gromde hij, kauwend op een hap kung pow die hij wegspoelde met een slok rode wijn.
“Mmmm hmmm,” he grunted as he chewed the kung pao and washed it down with a sip of red.

Magpie stond op en keek kauwend op een punt van haar vuile schort naar haar grootmoeder.
Magpie stood up, chewing on a corner of her dirty apron as she watched her grandmother.

Heel langzaam kauwend sleepte hij zich naar de rand van het plein.
Chewing very slowly, he dragged himself to the edge of the square.

Kauwend zette ze haar martiniglas neer.
Chewing, she set down her martini glass.

'Ik zou proberen het te vermijden,' beaamde Simon, kauwend op zijn broodje kalkoen.
“I would try to avoid it,” Simon agreed, munching on his turkey sandwich.

'Ik weet het niet,' zei Birley, kauwend op een stukje van een augurk die hij in zijn vingers had.
“I don’t know,” Birley spoke up, chewing on a bite of a dill pickle still dangling in his fingers.

Mohama pakte de beker en schudde hem op het ritme van haar kauwende mond en met wiegende heupen heen en weer.
Mohama picked up the rolling cup, shaking it back and forth in the rhythm of her chewing, her hips swaying.

‘Klinkt alsof je vrienden hebt gemaakt,’ zegt ze, lawaaierig kauwend.
‘Sounds like you’ve made a friend,’ she says, chewing noisily.

Hij trok zijn geweer open, zette het neer en ging aan de voet van een boom zitten, kauwend op zijn chocola.
He opened his gun, put it down, and sat down at the foot of a tree, nibbling on his chocolate.

‘Zijn moeder’, zei de arts luid kauwend en hij wees de andere kant van zijn hoofd aan.
‘His mother,’ said the doctor, munching noisily, and pointing to the other side of his head.

'Zo,' zei Vince, kauwend op een kippenpoot, 'dus ze wilden jullie niet in de Bridge?'
“So,” said Vince, chewing on a chicken leg, “they wouldn’t let you stay at the Bridge, then?”

Intensief kauwend zei hij: ‘Smaakt niet – niets smaakt me meer.’
"Then, chewing methodically, he said: ""It doesn't taste right--nothing tastes right any more."""

‘Doe het maar,’ zei hij plots, kauwend en zonder van zijn tekst op te kijken.
‘Just do it,’ he said suddenly, chewing on his gum and without looking up from his book.

Ik ging naar de balie bij de ingang, waar ik juffrouw Kristina aantrof, kauwend op een al kapotgekauwde pen.
I went to the front desk, where I found Miss Kristina chewing on an already overchewed pen.

Ik tastte rond in het halfduister, kauwend op een oude broodkorst terwijl ik mijn aketon opsnorde.
I stumbled around in the half-dark, chewing on a crust of old bread while I rooted out my aketon.

Een andere vrouw staat bij het scherm, nonchalant kauwgum kauwend.
Another woman stands by the screen, nonchalantly chewing gum.

Mijn moeder staarde me aan, kauwend, slikkend, wachtend.
My mother stared at me, chewing, swallowing, waiting.

Vaak, al kauwend, vervloekte zij Elokim.
Often while she chewed, she cursed Elokim.

'Ik weet het niet,' wist hij met moeite uit te brengen, kauwend op zijn boterham.
“I don’t know,” he managed to say, chewing on his sandwich.