kennistheorie oor Engels

kennistheorie

naamwoord vroulike

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

epistemology

naamwoord

branch of philosophy dealing with the study of knowledge

Kennistheorie en het Literatuur Canon
Epistemology and the Literary Canon

Kennistheorie

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

epistemology

naamwoord

branch of philosophy dealing with the study of knowledge

Kennistheorie en het Literatuur Canon
Epistemology and the Literary Canon

voorbeelde

Hij hield ervan zijn enorme criminele kennistheorie te delen.
He loved sharing his vast criminal epistemology.

Op het gebied van de kennistheorie is Putnam bekend om zijn Hersenen in een vat-gedachte-experiment, een moderne versie van René Descartes "kwaadaardige demon" hypothese.
In the field of epistemology, Putnam is known for his "brain in a vat" thought experiment (a modernized version of Descartes's evil demon hypothesis).

Uit wetenschappelijk oogpunt echter werpen ze opnieuw een ongemakkelijk licht op de kennistheorie van de geneeskunde.
From a scientific standpoint, though, they cast yet another awkward light on the epistemology of medicine.

In de kennistheorie verdedigt hij de positie dat het concept van kennis niet verder analyseerbaar is.
In epistemology, he suggests that the concept of knowledge is unanalyzable.

Kennistheorie en het Literatuur Canon
Epistemology and the Literary Canon

Deze benadering komt overeen met een fundamenteel inzicht uit de moderne kennistheorie.
This approach also draws on a basic insight of modern learning theory.

Deze suggestie heeft enig belang, maar is niet van grote waarde gebleken, noch in de logica noch in de kennistheorie.
This suggestion has some interest, but is of no great value, either in logic or in the theory of knowledge.

3) Men moet in de kennistheorie net als op alle gebieden van de wetenschap dialectisch denken, d.w.z. onze kennis niet houden voor iets dat klaar en onveranderlijk is, maar onderzoeken op welke wijze het weten uit het niet-weten ontstaat, hoe onvolmaakt, niet-exact weten tot volmaakter en exacter weten wordt.
3)In the theory of knowledge, as in every other branch of science, we must think dialectically, that is, we must not regard our knowledge as ready-made and unalterable, but must determine how knowledge emerges from ignorance, how incomplete, inexact knowledge becomes more complete and more exact.

Deze problematiek keert spiegelbeeldig terug in de oplossing die aan dit probleem wordt gegeven, krachtens het spiegelingsmechanisme dat eigen is aan het ideologische imaginaire [15]; als ze niet direct als zodanig in de zogenaamde oplossing terugkeert, dan duikt ze onverhuld op een andere plaats op waar ze expliciet ter sprake gebracht wordt: in de latente ‘kennistheorie’ waarop de gelijkstelling van het historische en het logische steunt: een empiristische ideologie van de kennis.
This problematic recurs as its mirror-image in the solution given to this problem by virtue of the mirror action peculiar to the ideological imagination (cf. Part One); if it is not in fact found directly as such in the aforesaid solution, it will emerge elsewhere, openly, when it is explicitly in question, in the latent ‘theory of knowledge’ which underlies the identification of the historical and the logical: an empiricist ideology of knowledge.

Alleen door de objectieve werkelijkheid te ontkennen, dat is de grondslagen van het marxisme te ontkennen, kan men serieus in de kennistheorie spreken van de economie van het denken.”
Only by denying objective reality, that is, by denying the foundations of Marxism, can one seriously speak of economy of thought in the theory of knowledge.”

Berkeley ontkent de natuurwetenschap niet, die steeds (meestal onbewust) op het standpunt van deze, d.w.z. van de materialistische kennistheorie heeft gestaan en nog staat: ‘Wij kunnen’, lezen wij in § 59, ‘volgens de ervaring’ (Berkeley-filosofie van de ‘zuivere ervaring’ [5]), ‘die wij uit de loop en de opeenvolging van de ideeën in onze geest hebben gekregen... in staat zijn een juist oordeel te vellen over wat zich aan ons zou hebben voorgedaan, als wij ons in situaties zouden bevinden die zeer verschillend zijn van de omstandigheden waarin wij ons thans bevinden.
Berkeley does not deny natural science, which has always adhered (mostly unconsciously) to this, i.e., the materialist, theory of knowledge. We read in § 59: “We may, from the experience [Berkeley—a philosophy of ’pure experience’][2] we have had of the train and succession of ideas in our minds . . . make . . . well-grounded predictions concerning the ideas we shall be affected with pursuant to a great train of actions, and be enabled to pass a right judgement of what would have appeared to us, in case we were placed in circumstances very different from those we are in at present.

Zo bestaat er voor de vader van dit beweerde herstel van de ware materialistische filosofie van Marx en Engels geen twijfel over dat, om slechts een van de belangrijkste punten bij de kop te nemen,[23] Marx en Engels nadat ze in de jaren veertig voorgoed met het idealisme van Hegel en de hegelianen hadden afgerekend, zich in de hele daaropvolgende tijd van hun theoretische arbeid[24] ‘op het gebied van de kennistheorie ertoe beperken de dwalingen van Feuerbach te corrigeren, de trivialiteiten van de materialist Dühring te honen, de fouten van Büchner te bekritiseren en datgene te onderstrepen wat deze in arbeiderskringen het meest gelezen en populairste publicisten vooral misten, namelijk de dialectiek’.
One vital point must be made here.[23] The author of this supposed restoration of the true materialist philosophy of Marx was quite clear about the kind of theoretical work Marx and Engels had carried out after finishing once and for all with the idealism of Hegel and the Hegelians in the 1840s:[24] ‘They limited themselves in the field of epistemology to correcting the mistakes of Feuerbach, to mocking at the banalities of Dühring, to criticizing the mistakes of Buchner, and to emphasizing dialectics — which is what these authors, who were very popular in working-class circles, lacked most of all.’

Schets van een anarchistische kennistheorie
Outline of an anarchistic theory of knowledge

Na het lezen begrijp je de basis van deze kennistheorie.
After reading it, you will understand the basics of this knowledge theory.

Hij wijst op de latere uitspraak in Das Kapital: “Terwijl de mens op de uitwendige natuur inwerkt en deze verandert, verandert hij tegelijkertijd zijn eigen natuur”, en hij voegt er aan toe: “De diepte van deze gedachte wordt duidelijk in het licht van Marx kennistheorie...
He points to the later statement in Das Kapital: “Whilst man works upon outside nature and changes it, he changes at the same time his own nature,” and he adds: “The profundity of this thought becomes clear in the light of Marx’s theory of knowledge...

“Maar waarin onderscheidt hij (Mach) zich van hen [(de theologen en spiritisten)] in zijn kennistheorie?
“But how does he (Mach) dissociate himself from them in his theory of knowledge?

Nergens toont hij de wens om die “transcendentie” te voltrekken, dat overschrijden van de grenzen van de zinnelijk gegeven wereld, die aan de kennistheorie van Plechanov ten grondslag ligt... ’
He nowhere manifests a desire to perform that ‘transcendence,’ that stepping beyond the boundaries of the perceptually-given world, which lies at the foundation of Plekhanov’s ‘theory of knowledge’. . . .”

Dat de absolute waarheid is samengesteld uit de som van de relatieve waarheden in hun ontwikkeling, dat de relatieve waarheden relatief juiste afbeeldingen van het van de mensheid onafhankelijke object zijn, dat deze afbeeldingen steeds juister worden, dat iedere wetenschappelijke waarheid, ondanks haar relativiteit, een element van de absolute waarheid bevat - al deze stellingen, die vanzelfsprekend zijn voor een ieder die over de Anti-Dühring van Engels heeft nagedacht, vormen voor de ‘moderne’ kennistheorie een boek met zeven zegels.
That absolute truth results from the sum-total of relative truths in the course of their development; that relative truths represent relatively faithful reflections of an object existing independently of man; that these reflections become more and more faithful; that every scientific truth, notwithstanding its relative nature, contains an element of absolute truth—all these propositions, which are obvious to anyone who has thought over Engels’ Anti-Dühring, are for the “modern” theory of knowledge a book with seven seals.

Hij beschouwt alleen geleerde spitsvondigheden als filosofie, zonder in staat te zijn het professorale eclecticisme te onderscheiden van de consequente materialistische kennistheorie.
He regards only gelehrte fiction as genuine philosophy and is unable to distinguish professorial eclecticism from the consistent materialist theory of knowledge.

De kennistheorie van kwalitatief en kwantitatief empirisch onderzoek
The epistemology of qualitative and quantitative research

Het niet begrijpen van deze omstandigheid is overigens alleen al voldoende om aan het banale boekje van de heer Berman, De dialectiek in het licht van de moderne kennistheorie, iedere betekenis te ontnemen.
Incidentally, the failure to understand this fact is enough to render Mr. Berman’s absurd book, Dialectics in the Light of the Modern Theory of Knowledge, utterly valueless.

Volgens hem is de situatie vergelijkbaar met die in de kennistheorie. We zullen bepaalde dingen moeten aannemen voor we tot kennis kunnen komen, bijvoorbeeld het – onbewijsbare – bestaan van een fysische wereld buiten ons. En onze kennis zal altijd voorwaardelijk zijn met betrekking tot de veronderstellingen waarop ze berust.
The case, according to Campbell, is comparable to that of epistemology: only if we take some things for granted – for instance, the (unprovable) existence of an external physical world – will we be able to acquire knowledge. And, of course, this knowledge will always be relative to the things we took for granted.

En daarmee ontstond een nieuwe kennistheorie.
And with that came a new theory of knowledge.

Wat men moet erkennen is eerder, dat zij de dubbelzinnige uitspraak: “Het zijn bepaalt het denken” gemeen hebben, en dat de materialistische leer dat het denken uit de hersenen voorkomt het meest onwezenlijke deel van het marxisme is, en nog geen spoor bevat van een werkelijke kennistheorie.
What must be admitted, rather, is that the ambiguous sentence: being determines thought, is common to them, and that the materialist doctrine that brain produces thought is the most unessential part of Marxism and contains no trace yet of a real theory of knowledge.

Filosofie[bewerken] Williamson heeft verscheidene bijdragen geleverd aan de analytische taalfilosofie, logica, metafysica en kennistheorie.
Contributions to philosophy[edit] Williamson has contributed to analytic philosophy of language, logic, metaphysics and epistemology.