naar school gaan oor Engels

naar school gaan

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

to attend school

werkwoord

De leerlingen bleven naar school gaan buiten het lesrooster om.
Pupils continued to attend school outside the course timetable.

voorbeelde

Moet ik nu nog twee jaar naar school gaan en dan nog drie jaar intern?
What, I'm gonna go back to school now For two years and intern for three?

Ze kan ook hier naar school gaan.
You know, she could go to school here.

Ze zou in een souterrain beginnen, geld sparen, naar school gaan, en goed terechtkomen.
She’d start in a basement, save money, go to school, and end up wherever.

De meisjes moeten zich wassen voor ze naar school gaan.
the girls needed a place to wash up before school.

Waarom mag ik niet naar school gaan?
Why can't I go, too?

Laat me naar school gaan.
Let me go to school.

Laat u Lundy weer naar school gaan?’
You’ll send Lundy back to school then?”

Naar school 'gaan, studeren, een baan zoeken, een huis kopen, een partner zoeken.
Going to school, studying, looking for a job, buying a house and looking for a partner.

‘Heel veel, als we naar school gaan.’
“Lots of them, when school is in session.”

Dan kan ze een huis zoeken, weer naar school gaan.’
So she can get a place, go to college.”

(HU) Voor zigeunerkinderen, Roma-kinderen, is er maar één mogelijke uitweg uit de situatie: regelmatig naar school gaan.
(HU) For Gipsy children, Roma children, the only way to break out of their situation is to attend school on a regular basis.

Het is belangrijk dat de leerlingen elke dag naar school gaan.
It is important that the students attend the school every day.

De jongens zeggen daar een paar afscheidswoorden voor ze naar school gaan om hun plannen uit te voeren.
In it, the boys pause to say a few words of farewell before going over to the school to carry out their plan.

Waarom praat Cody over naar school gaan bij jou in de buurt?
Why is Cody talking about going to school near you?

Een gezin, naar school gaan, verpleegster zijn.
Raising a family, going to classes, being a nurse.

Maar weldra zou ze naar school gaan.
But she would soon be starting school.

‘Als we naar school gaan, slapen we op zalen en delen we een badkamer.’
“When we go to school, we’ll be in dorms and share a bathroom.”

Naar school gaan valt voor mij niet mee omdat ik moet zorgen dat ik niet van streek raak.
School is a challenge for me because I can’t allow myself to get upset.

De kinderen moeten hun haar kammen voor ze naar school gaan.
The children have to comb their hair before school.

‘Sophie kan bij ons komen wonen en hier naar school gaan.’
“Sophie can live with us and go to school here.”

Maar wel zou ik heel graag nog een laatste keer naar school gaan.
But I wanted to go back to school one last time.

Ik kan met de andere kinderen naar school gaan en gewoon een normaal leven leiden.
I can go to school with the other children and just live a normal life.

Tenzij ze op hun vierennegentigste nog naar school gaan.
Unless they still go to school at ninety-four.”

‘Je kunt altijd nog weer een jaar naar school gaan.’
“I suppose you could always go back to school for another year.”

Wat hij het liefst wilde was naar school gaan en doen alsof de vorige dag nooit was gebeurd.
The thing he most wanted to do was go to school and carry on as if the day before had never happened.