ongelovige thomas oor Engels

ongelovige thomas

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

doubting Thomas

naamwoord

Dan ben je per definitie een ongelovige Thomas.
One rule ofjournalism is to be a doubting Thomas.

voorbeelde

Toch had hij twintig families overtuigd, en was ik de enige ongelovige Thomas...
Yet, twenty families were convinced, and I was only a doubting Thomas...

Denk niet dat ik ongelovige Thomas ben
Do not think me a doubting Thomas

Ben je een ongelovige Thomas?
Oh, a Doubting Thomas, are you?

Ongelovige Thomas.
Oh, ye of little faith.

Nu ik toch hier ben... Hoe eindigde de preek over de ongelovige Thomas?
While I'm here, out of curiosity, how did that sermon on Doubting Thomas end?

De ongelovige Thomas – hij heette Harry Cleveland – stierf en de ruimte werd vergeten.
The Doubting Thomas (his name was Harry Cleveland) died, and the space was forgotten.

Dit is niet de tijd om de ongelovige Thomas uit te hangen.’
This is no time for a doubting Thomas.""

Hij is het toonbeeld van de ongelovige, vandaar ook de term ‘ongelovige Thomas’.
He’s the very definition of faithless—and the origin of the term doubting Thomas.

Dan ben je per definitie een ongelovige Thomas.
One rule ofjournalism is to be a doubting Thomas.

'Jij bent ook zó'n ongelovige Thomas!
‘You are such a doubting Thomas.

Fury, de ongelovige Thomas van het stel, daar was ze al snel achter gekomen, lachte haar uit.
Fury, who she had quickly learned was the doubting Thomas of the group, laughed at her.

‘Ongelovige’ Thomas bouwde zijn eerste kerken ver voordat Sint Petrus in Rome kwam.
“Doubting” Thomas built his first churches in Kerala well before St.

Zoals de Ongelovige Thomas het bloed onder zijn nagels moest hebben, denk ik.
The same way old Doubting Thomas had needed to get the blood under his fingernails, I suppose.

Thomas’ kenmerk is debet aan de uitdrukking „ongelovige Thomas”.
Thomas’ characteristic gave rise to the expression “doubting Thomas.”

‘Ongelovige Thomas was per slot van rekening een jood,’ zei ik, glimlachend.
"""Doubting Thomas was a Jew, after all,"" I said, smiling."

Nou, een ongelovige Thomas in huis hebben, zal niet helpen.
A doubting Thomas in the house can't help.

Oh, ongelovige Thomas!
Oh, ye of little faith!

Dat is het dus, mijn ongelovige Thomas.'
There you are, my doubting Thomas.'

Voor onze franciscaan, onze ongelovige Thomas, was geloof niet genoeg.
For our Franciscan, our Doubting Thomas, faith was not enough.

‘Ik geloof niet eens dat die ongelovige Thomas heeft bestaan.’
“I doubt that doubting Thomas existed.”

'Laten we het dan zo stellen, ongelovige Thomas.
‘Put it this way, doubting Thomas.

Jij moet het zelf zien, ongelovige Thomas.
You're like St Thomas, you need to be shown.

‘Wat zouden we moeten zonder onze ongelovige thomas?’
“What would we do without our doubting Thomas?”

Eric zei: ‘Je kent hem wel als de Ongelovige Thomas, een van de twaalf apostelen van Jezus.’
Eric said, “You know him better as Doubting Thomas, one of Christ’s twelve Apostles.”

Sadie, de ongelovige Thomas, rende door het middenpad en verdween in de witte kamer.
Sadie, the unbeliever, ran off down the aisle and disappeared into the white room.