platonisme oor Engels

platonisme

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

platonism

naamwoord

Platonisme

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Platonism

naamwoord

De filosofie die hen daarvoor het beste paste, was het Platonisme.”
The philosophy that suited them best was Platonism.”

voorbeelde

Daarna werkte hij zes jaar aan Plato and Platonism.
In this year appeared his book Plato and Platonism.

De filosofie die hun het beste uitkwam, was het platonisme.”
The philosophy that suited them best was Platonism.”

„Waarschijnlijk door de invloed van het platonisme”, zegt de Encyclopædia of Religion and Ethics, „geloofden [rabbijnen] in de preëxistentie van zielen.”
“Probably on account of the influence of Platonism,” says the Encyclopædia of Religion and Ethics, “[rabbis] believed in the pre-existence of souls.”

De filosofie die hun het beste paste, was het platonisme.”
The philosophy that suited them best was Platonism.”

De beroemdste geleerde was Thomas van Aquino (later uitgeroepen tot kerkleraar), die aanzette tot een beweging van het Platonisme en Augustinische naar het Aristotelisme, maar de natuurfilosofie was niet zijn grootste zorg.
The most famous was Thomas Aquinas (later declared a "Doctor of the Church"), who led the move away from the Platonic and Augustinian and towards Aristotelianism (although natural philosophy was not his main concern).

Door het benadrukken van de relatie van het platonisme met de belangrijkste religieuze kwesties droeg Bessarion in belangrijke mate bij aan de uitbreiding van het speculatieve denken in de theologie.
His work, by opening up the relations of Platonism to the main questions of religion, contributed greatly to the extension of speculative thought in the department of theology.

Deze overgang kun je in het Oosten terugzien bij het Boeddhisme, de Vedische godsdiensten en bij het filosofische Taoïsme; en in het Westen bij de Mysterie cultus, het Platonisme en het Gnosticisme.
This transition is evidenced in the East by Buddhism, Vedanta, and philosophical Taoism; and in the West by the Mystery Cults, Platonism, Christianity and Gnosticism.

Gödel’s filosofie van de wiskunde wordt platonisme genoemd.
Gödel’s philosophy of mathematics is called Platonism.

Origenes (boven) en Augustinus probeerden platonisme met christendom te versmelten
Origen, top, and Augustine tried to fuse Platonic philosophy with Christianity

„De vraag of ook de ziel bij de dood sterft, is door aanhangers van de materialistische zienswijze lange tijd alleen maar met een overtuigd ’Ja’ beantwoord, terwijl het Platonisme, Idealisme en de Christelijke Kerk even onvermurwbaar hebben vastgehouden aan het denkbeeld dat de ziel na de dood en het graf voortleeft. . . .
“The question whether the soul also dies at death has for a long time been answered only with a convinced ‘Yes’ by adherents of materialistic opinion, while Platonism, Idealism and the Christian Church have stood just as adamantly for a continued living of the soul beyond death and the grave.

Hij volbracht zijn licence de philosophie in 1935; in mei 1936 presenteerde hij succesvol zijn scriptie over Plotinus, Néo-Platonisme et Pensée Chrétienne voor zijn diplôme d'études supérieures.
He completed his licence de philosophie (BA) in 1936; in May 1936, he successfully presented his thesis on Plotinus, "Rapports de l'hellénisme et du christianisme à travers les oeuvres de Plotin et de saint Augustin" ("Relationship of Greek and Christian thought in Plotinus and St. Augustine"), for his diplôme d'études supérieures (roughly equivalent to an MA thesis).

Het eclectische karakter van het platonisme in deze periode is te merken aan de pythagorische invloeden (Numenius van Apamea) en de integratie met joodse filosofie (Philo van Alexandrië).
The eclectic nature of Platonism during this time is shown by its incorporation into Pythagoreanism (Numenius of Apamea) and into Jewish philosophy (Philo of Alexandria).

Om tot die leer te komen moest de christenheid echter opnieuw van Plato lenen, ditmaal van de filosofische gedachtenwereld die als het „Neoplatonisme” of het „nieuwe Platonisme” bekendstaat.
However, to arrive at that doctrine, Christendom once again borrowed from Plato, this time from a form of philosophy known as “Neoplatonism,” or “New Platonism.”

De Rooms-Katholieke Kerk pocht er op dat ze veel wat in verband staat met het heidendom en de demonenaanbidding, in zich heeft opgenomen, en dat ze het niet benauwd zal krijgen wanneer ze ook deze goddeloze filosofie der oude Grieken opslikt, zoals blijkt uit de woorden op bladzijde 172 van het werk Catholic Cabinet: „Evenals Rome het Platonisme en Aristotelianisme heeft opgenomen, zal ze dit ook met de evolutiefilosofie doen.”
The Roman Catholic Church boasts that she has absorbed much that is related to paganism and demon worship, and she will not choke when swallowing this godless philosophy of the ancient Greeks, as shown on page 172 of the volume Catholic Cabinet: “As Rome absorbed Platonism and Aristotelianism, so will she absorb evolutionary philosophy.”

De filosofie die hun het best uitkwam, was het platonisme [de leer van Plato]” (The New Encyclopædia Britannica [1988], Deel 25, blz. 890.)
The philosophy that suited them best was Platonism [the teachings of Plato].” —The New Encyclopædia Britannica (1988), Volume 25, page 890.

Het platonisme
Platonism

Ten slotte, het heersende sentiment van deze 'Karolingische Renaissance' is duidelijk aanwezig in de werken Remigius, namelijk dat het Platonisme en het christendom naast elkaar konden bestaan, de eerste verklaarde het universum, maar met de benodige instrumenten van de laatste.
Finally, the prevailing sentiment of this “Carolingian Renaissance” is clearly present in Remigius’ works, namely, that Platonism and Christianity could co-exist; the former explained the universe, but with the necessary tools of the latter.

Het Platonisme en Augustinisme verdwijnt uit de theologie.
Platonism and Augustinianism disappeared from theology.

De filosofie die hen daarvoor het beste paste, was het Platonisme.”
The philosophy that suited them best was Platonism.”

„Alle christelijke theologie is op zijn minst voor een deel gebaseerd op de Griekse filosofie (...), voornamelijk het platonisme,” zegt The Anchor Bible Dictionary, „maar bepaalde christelijke denkers (...) kunnen met recht christelijke platonisten worden genoemd.”
“All Christian theology is dependent, to an extent at least, on contemporary Greek philosophy, primarily Platonism,” says The Anchor Bible Dictionary, “but some Christian thinkers . . . merit the title of Christian Platonists.”

Twee van Ammonius studenten - Origenes de Heiden en Longinus - lijken echter filosofische posities te hebben ingenomen die dichter bij het middenplatonisme staan dan bij het neoplatonisme, wat misschien wel suggereert dat ook Ammonius dichter bij het Midden platonisme stond dan bij het door Plotinus (zie de Enneaden) ontwikkelde neoplatonisme.
Two of Ammonius's students - Origen the Pagan, and Longinus - seem to have held philosophical positions which were closer to Middle Platonism than Neoplatonism, which perhaps suggests that Ammonius's doctrines were also closer to those of Middle Platonism than the Neoplatonism developed by Plotinus (see the Enneads), but Plotinus does not seem to have thought that he was departing in any significant way from that of his master.

Zo hebben we een tekst van Albinus, die een introductie schreef op het werk van Plato, terwijl Alcinous en Apuleius beiden gidsen schreven bij het platonisme.
Thus we have Albinus, who wrote an introduction to Plato's works, and Alcinous and Apuleius who both wrote manuals of Platonism.

Ook joodse theologen begonnen in hun geschriften blijk te geven van „krachtige invloeden van het platonisme”. — Encyclopædia Judaica.
Jewish theologians likewise began to demonstrate “strong influences of Platonism” in their writings. —Encyclopædia Judaica.