tellen op oor Engels

tellen op

werkwoord

voorbeelde

De twee vrouwen, die zo weinig in leeftijd verschilden, namen elkaar een paar tellen op met latente vijandigheid.
For a moment or two the two women, so little different in age, eyed each other in potential hostility.

Ik kan ze tellen op beide handen.
I can count them on both hands.

Keith had haar geleerd altijd wapens te tellen op een plaats delict.
Keith had taught her always to count weapons at scenes.

Je kunt twee of drie extra vingers aan Elaine’s linkerhand tellen; op haar rechterheup ligt een derde hand.
You can count two or three extra fingers on Elaine’s left hand; holding her right hip is a third hand.

Ik kan alle keren dat ik ben opgetild tellen op twee vingers.
I can count all the times I've been lifted on two fingers.

Deze strijdmacht was tot nu toe onopgemerkt, maar zou zich binnen enkele tellen op de edelen kunnen storten.
The strength was, so far, hidden, but they could move in on the assembled nobles in moments.

‘Je zat te tellen op je vingers.’
“You were counting on your fingers.”

Charlie raakte lichtelijk verhit en begon van alles af te tellen op zijn vingers.
Charlie became quite flustered and started counting things off on his hand.

Voordat Kyle dat kon beamen, begon Jimmy al redenen af te tellen op zijn vingers.
Before Kyle could agree, Jimmy began ticking off reasons on his fingers.

Haar hersencellen zijn te tellen op de voet van een drietenige luiaard.
You could count her brain cells on the foot of a three-toed sloth.

Ik kan het aantal getuigen dat ik heb bewonderd tellen op een hand en een half.
I can count the witnesses I've admired on a hand and a half.

Ze telde vijf, zes, leven nijlpaarden en gaf bij elf het tellen op.
She counted five, six, seven hippos and gave up counting at eleven.

Hij begon te tellen, kwam tot elf en gaf het tellen op.
He began to count, got up to eleven and lost count.

Maar de verhalen die jij te vertellen hebt, kan ik tellen op de vingers van één hand.
The stories you have to tell, on the other hand, I can tick away on a single hand.

Waarom zou voor hen tellen op die manier iets natuurlijks zijn?
Why should simple counting be natural to them?

Nu kun je ze tellen op de vingers van één hand!’
Now they can be counted on the fingers of one hand!’

Ze kon tellen op het gekletter, proberen het patroon te vinden in de vallende druppels.
She could count to the patter, try to find the pattern in the falling droplets.

Ik probeerde de dagen te tellen op mijn vingers.
I tried to count the days on my fingers.

Bea begon af te tellen op haar vingers.
Bea began counting off on her fingers.

Hij begon ze af te tellen op zijn vingertoppen.
He began to tick off points on his fingers.

Nina wachtte een paar tellen op uitleg, maar er kwam niets.
Nina waited a few seconds for an explanation, but none came.

Het aantal adelaars dat een stier kan optillen valt te tellen op de vingers van één hoofd.
The number of eagles who can pick up a bull, you can count them on the fingers of one head.

De meeste van deze kleinere families tellen op hun beurt weer verscheidene leden.
Most of these smaller families, in turn, have several members.

Ik kan de bijzondere relaties die ik heb gehad tellen... op de helft van een hand.
I can count the amount of special relationships I've had on half of one hand.

Het meisje merkte hem na vijf tellen op en keerde zich abrupt om.
The girl noticed him after five beats and brusquely turned away.