teruggaan naar huis oor Engels

teruggaan naar huis

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

re-enter gather in

voorbeelde

Hij zou niet teruggaan naar huis.
But he wouldn’t be going straight home.

Maar één juist ding had hij wel gezegd: het verleden begraven en teruggaan naar huis.
One true thing he had, however, said: I should bury the past and return home.

Maar plotseling zit de gedachte aan teruggaan, naar huis gaan, in mijn hoofd.
But suddenly the idea of going back—going home—is in my mind.

Het was of er die dag meer moest gebeuren dan naar de kerk gaan en teruggaan naar huis.
It seemed that there should be more, in such a day, than going to church and going home again.

Misschien kan ik beter meteen teruggaan naar huis en weer in bed kruipen.”
Maybe I’ll just head back to the cabin and crawl back in bed.”

Want zijn zoektocht was het belangrijkst, ook al zou een ander zonder aarzelen teruggaan naar huis.
His quest: it remained foremost in his mind, though another man might have turned for home without hesitation.

Maar jij moet eerst teruggaan naar huis.
But—you should head home first.

Ik wil ook nog even naar de boekwinkel voor we teruggaan naar huis.’
I want to stop at the bookshop before we go home.”

Behalve dan teruggaan naar huis in Brighton.’
Other than going home to Brighton.’

Misschien zou ik teruggaan naar huis en werken, geld sparen.
Maybe I’d go back home and work, save some money.

‘Volgens mij kun jij beter teruggaan naar huis totdat we weten waar hij gebleven is.’
“I think you should go back in the house until we know where he is....”

Teruggaan naar huis betekende echter ook teruggaan zonder de vakantie - het avontuur!
Returning home would also mean returning without the vacation—the adventure!

Misschien dat ook jij zou moeten teruggaan naar huis.'
Perhaps you, too, should return to your home.’

Het laatste wat ze wilde, was met hem teruggaan naar huis.
The last thing she wanted was to return home with him.

Dat ze eerst een paar dagen uitrust, en dat we daarna teruggaan naar huis.’
Let her rest for a few days, and then go straight home?”

Ik kan toch altijd teruggaan naar huis?'
I can always go back home, can’t I?”

‘Ik heb juffrouw Iverness uitgenodigd om in ons rijtuig mee te rijden als we morgen teruggaan naar huis.’
“I have invited Miss Iverness to share our carriage when we return home tomorrow.”

Je mag naar je volk teruggaan, naar huis.’
You will go back to your people, back home.”

Julie, Mamma Mia, zal teruggaan naar huis om daar weg te kwijnen, hoe onmisbaar ze ook is.
Julie herself will return home, Mamma Mia, to wither away, stale yet indispensable.

Misschien kunnen we nu teruggaan naar huis?'
Now may we go back to the house?""

Je kunt teruggaan naar huis als je wilt.'
You can go back to your home if you like.""

Ik zou moeten teruggaan naar huis om het avondeten klaar te maken.
I’d have to return home to make supper.

Als ik in paniek raak, kan ik omdraaien en teruggaan naar huis.
If I start to panic, I can turn around and come back home.

‘Laat je me teruggaan naar huis?’
“Are you going to let me go home?”

Ik zal hoe dan ook mijn fout herstellen en teruggaan naar huis.
One way or another, I will fix my mistake and return home.