trombocytenaggregatieremmer oor Engels

trombocytenaggregatieremmer

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

platelet aggregation inhibitor

geneesmiddel

member of a class of pharmaceuticals that decrease platelet aggregation and inhibit thrombus formation.

voorbeelde

Introductie: Indien een patiënt die een operatieve ingreep moet ondergaan een vitamine K-antagonist of trombocytenaggregatieremmer gebruikt, zal besloten moeten worden of de patiënt deze medicatie moet stoppen, of kan continueren.
Introduction: If patients requiring surgery use anticoagulant therapy, decisions should be made whether to stop or to continue this therapy.

Tussen 2005 en 2007 zijn bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk door het Medicines and Healthcare Products Regulatory Agency een aantal gevallen gemeld van vervalste levensreddende producten die zelfs groothandelaren en de schappen van apotheken hadden weten te bereiken, zoals Casodex, een geneesmiddel tegen prostaatkanker van AstraZeneca, en Plavix, een trombocytenaggregatieremmer, die beschermt tegen hartaanvallen en beroerten.
For example, between 2005 and 2007 in the UK, there were a number of cases reported by the Medicines and Healthcare Products Regulatory Agency of fake lifesaving products, such as AstraZeneca's prostrate cancer drug, Casodex, and the antiplatelet drug, Plavix, which protects against heart attack and stroke, actually reaching wholesalers and even pharmacy shelves.

Nieuwere krachtige IV trombocytenaggregatieremmers (“super aspirines”) zijn ook beschikbaar om in eerste instantie te helpen dergelijke personen te stabiliseren.
Newer potent IV antiplatelet agents (“super aspirins”) are also available to help initially stabilize such individuals.

Rivaroxaban heeft onmiskenbaar zijn weg gevonden in de Nederlandse medische praktijk, bij een beperkt aantal geregistreerde indicaties: bij een VTE (veneuze trombo-embolie, behandeling en preventie), en ter preventie van trombusvorming bij atriumfibrilleren zonder hartklepafwijking of comorbiditeit en na een acuut coronair syndroom gecombineerd met een trombocytenaggregatieremmer.
Rivaroxaban has clearly found its way into Dutch medical practice, for a limited number of registered indications: for venous thrombo-embolism (treatment and prevention) and for the prevention of thrombus formation in patients with atrial fibrillation without cardiac valve disorder or comorbidity and after an acute coronary syndrome, in combination with a platelet aggregation inhibitor.

Patiënten die anticoagulantia of trombocytenaggregatieremmers gebruiken, die het risico op bloedingen kunnen verhogen (met betrekking tot het type en de complexiteit van de wond) moeten voorzichtig behandeld worden.
Caution should be used in treating patients on doses of anticoagulants or platelet aggregation inhibitors thought to increase their risk for bleeding (relative to the type and complexity of the wound).

19,3% (n=1.066) van de patiënten in de studie hadden CHZ – deze patiënten waren ouder, in grotere mate mannelijk en werden in grotere mate behandeld met VKA's in combinatie met trombocytenaggregatieremmers dan patiënten zonder CHZ
19.3% (n=1,066) of the study patients had CAD – these patients were older, more likely to be male, and more likely to receive VKA in combination with antiplatelet (AP) therapy than non-CAD patients

Patiënten die anticoagulantia of trombocytenaggregatieremmers toegediend hebben gekregen
Patients who have been administered anticoagulants or platelet aggregation inhibitors

Hemostase, anticoagulantia en trombocytenaggregatieremmers: Patiënten zonder afdoende wondhemostase hebben een verhoogd risico op bloedingen, die zonder behandeling mogelijk fataal kunnen zijn.
Hemostasis, Anticoagulants, and Platelet Aggregation Inhibitors: Patients without adequate wound hemostasis have an increased risk of bleeding, which, if uncontrolled, could be potentially fatal.

Gebruik van VKA's, alleen of in combinatie met trombocytenaggregatieremmers, was minder onder patiënten met nieuwe AF (52,1%) vs. permanente AF (61,0%)
Use of VKAs, alone or in combination with APs, was lower in patients with new AF (52.1%) vs. permanent AF (61.0%)