wezentje oor Engels

wezentje

naamwoord onsydig

Soortgelyke frases

menselijk wezen
human being

abstract wezen
abstract being

fictief wezen
fictional creature

mythisch wezen
mythical creature

voorbeelde

De vroedvrouw die het wezentje rustig in haar handen had gepakt.
The midwife who had calmly picked up the little creature in her hands.

'Dat wezentje,' zei de man in het bruin, 'zwoegt zonder enige aandacht voor ons voorbijgaan.
“That creature,” said the man in brown, “toils oblivious to our passing.

Elk zwak wezentje dat op aarde rondloopt of in zeeën zwemt, heeft hersens.
Every pusillanimous creature that crawls on the earth or slinks through slimy seas has a brain.

Ze is ongelofelijk licht en ik weet niet of ik wel de verantwoordelijkheid voor zo’n klein wezentje kan dragen.
She’s unbelievably light, and, right now, I can’t imagine being responsible for anything so small.

Dat arme moederloze wezentje.
Poor little motherless mite.

‘Je wordt met de dag meer jezelf en je bent niet langer dat verbitterde wezentje dat je vroeger was.’
“You are becoming more like yourself each day, and less like the gloomy and bitter little creature you used to be.”

Dit innemende wezentje dat in heuvel-, weide- en bosgebied leeft, is gemakkelijk te herkennen.
There is no mistaking this appealing little urchin* of hill, field, and woodland.

Of ze had te veel gedronken, of ze was het meest charmante wezentje dat hij ooit had ontmoet.
Either she’d had too much scotch or she was the most charming creature he’d ever met.

'Jongeheer, ik weet alleen dat dit meisje het vriendelijkste wezentje is dat de goden op deze wereld hebben geplaatst.
“Young sir, I only know that this girl is as gentle a soul as the gods have placed upon this world.

In ieder geval voor zo'n tenger wezentje als Ellinor, wanneer er een berg aan de andere kant stond te duwen.
At least not by such a tiny creature as Ellinor, when a mountain was standing on the other side and holding it shut.

Het leek vreemd om zo'n lange, onafhankelijk uitziende vrouw te behandelen als een breekbaar, hulpeloos wezentje.
It seemed odd to treat such a tall, independent-looking woman as though she were frail and helpless.

Het kindje dat Max in haar armen had gelegd, was niet het mollige, engelachtige wezentje dat Clara voor ogen had gehad.
The baby that Max had placed in her arms wasn’t the plump, cherubic creature of Clara’s imagination.

Het wezentje sprong op de schoorsteenmantel en ging op de koperen krokodil van voorganger Spratt zitten.
And the creature hopped up on to the mantelpiece and sat on Pastor Spratt’s brass crocodile.

Ze had niet geweten dat ze zoveel terug kon krijgen van zo’n nietig wezentje.
She had not known such reward could come from so insignificant a being.

Oy keek hem nog even aan, en Roland zag dat hij het kleine wezentje had gekwetst; het was belachelijk, maar waar.
Oy looked at him a moment longer, and Roland saw that he had hurt the little fellow’s feelings; ridiculous but true.

zei Nancy, die dit nieuwe wezentje teder op het voorhoofd kuste.
Nancy said, tenderly kissing this new creature on the forehead.

Eigenlijk had ze liever gezien dat het een kattenkop was in plaats van zo’n vriendelijk wezentje.
She would have preferred Angela to be a catty bitch instead of so openly friendly.

Een klein bruin wezentje scharrelde tussen de rails.
A small brown shape scurried between the rails.

Ze leek net een eeuwenoud wezentje dat zich iets probeerde te herinneren van lang geleden.
She looked like a tiny ancient trying to recall something from long ago.

Dit wezentje zal mijn eerste zijn.
This little being will be my first.

Zij zou verantwoordelijk zijn voor dit kleine wezentje, voor zijn of haar gezondheid en geluk en welzijn.
She would be responsible for this little person, for his or her health and happiness and well-being.

Of zou je even afwachten en je krachten sparen, om te zien of God het nieuwe wezentje nu of pas later wilde opeisen?
Or would you wait awhile, gathering your strength, to see if God wanted the new creature now or later?

Ons kleine bleke wezentje is inderdaad een vrouw geworden, ondanks haar afstandelijke houding.
Our little pale creature is indeed become a woman, for all her air of remoteness.

Maar toen Aurélie drie was, kwam de nieuwe baby, een gemelijk, krijsend wezentje.
But when Aurélie was three, the new baby came.

Het was niet het levende wezentje tegen wie ik had gepraat en dat ik had gekoesterd.’
That wouldn’t be the person I had been talking to and cared about.’