Besonderhede van voorbeeld: -560854139777020836

French

Les substances actives suivantes peuvent affecter le rythme cardiaque : -amiodarone, disopyramide, procaïnamide, quinidine et sotalol utilisés pour traiter les affections cardiaques. -chloroquine, halofantrine utilisées pour traiter la malaria. -clarithromycine et moxifloxacine, des antibiotiques utilisés pour traiter les infections bactériennes. -halopéridol, utilisés pour traiter les troubles psychotiques tels que la schizophrénie. -dompéridone, utilisée pour traiter les nausées et vomissements ou pour stimuler la production de lait maternel. -méthadone, utilisée pour traiter la douleur.

Dutch

De volgende werkzame stoffen kunnen van invloed zijn op het hartritme: -amiodaron, disopyramide, procaïnamide, quinidine en sotalol, gebruikt voor de behandeling van hartaandoeningen; -chloroquine, halofantrine, gebruikt voor de behandeling van malaria; -claritromycine en moxifloxacine, antibiotica gebruikt voor de behandeling van bacteriële infecties; -haloperidol, gebruikt voor de behandeling van psychotische ziekten zoals schizofrenie; -domperidon, gebruikt voor de behandeling van misselijkheid en braken of voor het stimuleren van de productie van moedermelk; -methadon, gebruikt voor de behandeling van pijn.