Metadata
Author: EurLex-2
Data
Danish[da]
Parlamentet har herved under retsmoedet henvist til Domstolens dom af 9 . november 1978, hvori Domstolen udtalte, at "det klare og typiske formaal med bosaettelsesgodtgoerelse er at goere det muligt for tjenestemanden, foruden flytteudgifter, at afholde de udgifter, der uundgaaeligt opstaar som foelge af hans integration i et nyt miljoe i et ubestemt, men vaesentligt tidsrum; ... med henblik herpaa bestemmer artikel 5, stk . 5, at en tjenestemand, der har faaet udbetalt bosaettelsesgodtgoerelse, skal tilbagebetale en del heraf, hvis han efter eget oenske forlader Faellesskabernes tjeneste inden udloebet af en frist paa to aar" ( Verhaaf mod Kommissionen, praemis 18 og 19, 140/77, Sml . s . 2117 ).
English[en]
In that regard, the Parliament referred at the hearing to the judgment in Verhaaf v Commission, in which the Court of Justice held that "the specific and characteristic purpose of an installation allowance is to enable an official to bear, in addition to removal expenses, the inevitable expenses incurred through integrating in new surroundings for an indeterminate but substantial period of time . With this in mind Article 5(5 ) provides that an official who has received an installation allowance must refund part of the allowance if he voluntarily leaves the service of the Communities within two years" ( judgment in Case 140/77 Verhaaf v Commission [1978] ECR 2117, paragraphs 18 and 19 ).
French[fr]
A cet égard, le Parlement s' est référé, à l' audience, à l' arrêt rendu par la Cour le 9 novembre 1978 selon lequel "le but défini et caractéristique d' une indemnité d' installation est de permettre au fonctionnaire de supporter, en dehors des frais de déménagement, les charges inévitables encourues en raison de son intégration dans un milieu nouveau pour une durée indéterminée, mais substantielle; ... c' est dans cet ordre d' idées que le paragraphe 5 de l' article 5 prévoit qu' un fonctionnaire qui a perçu l' indemnité d' installation est tenu de rembourser une partie de cette indemnité s' il quitte le service des Communautés, de sa propre volonté, avant l' expiration d' un délai de deux ans" ( Verhaaf/Commission, points 18 et 19, 140/77, Rec . p . 2117 ). Le Parlement en déduit que M .
Dutch[nl]
Ter terechtzitting heeft opposant daarvoor verwezen naar het arrest van het Hof van 9 november 1978, volgens hetwelk "het kennelijke doel van de installatievergoeding erin bestaat, de ambtenaar in staat te stellen om naast zijn verhuiskosten de onvermijdelijke lasten te dragen die het gevolg zijn van zijn integratie gedurende een onbepaalde, maar langere periode in zijn nieuwe omgeving; dat dan ook in artikel 5, lid 5, is bepaald, dat een ambtenaar die de inrichtingsvergoeding heeft ontvangen en eigener beweging binnen twee jaar de dienst der Gemeenschappen verlaat, verplicht is een gedeelte van de vergoeding terug te betalen" ( zaak 140/77, Verhaaf, Jurispr . 1970, blz . 2117, r.o . 18 en 19 ).