Flamboyant oor Nederlands

Flamboyant

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Flamboyante gotiek

flamboyant

adjektief, naamwoord

(architecture) Referred to as the final stage of French Gothic architecture from the 14th to the 16th centuries.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

flamboyant

manlike

tree

I know you're not comfortable around flamboyant dudes like that.
Ik weet dat je je niet in je sas voelt bij zo'n flamboyante kerels.

extravagant

adjektief

Showy, bold or audacious in behaviour, appearance, etc.

He's the most flamboyant owner in the league.
De extravagantste van alle eigenaren.

kleurrijk

adjektief

You'll hear a lot about my client's flamboyant lifestyle.
Erzal veel over mijn cliënts kleurrijke levensstijl gesproken worden.

voorbeelde

The flamboyant Ortensia noticed, and was not pleased.
De flamboyante Ortensia zag het ook en was niet blij.

The burbling of the ambassador continued unabated, accompanied by flamboyant hand gestures.
Het gebabbel van de ambassadeur ging onverminderd door, begeleid door overdreven handgebaren.

He wasn’t “fabulous” or flamboyant.
Hij was niet ‘schitterend’ of opzichtig.

That’s merely my latest, most flamboyant disgrace.”
Dat is slechts mijn meest recente, meest flamboyante schande.'

Luca had not yet donned one of his flamboyant coats, but he made up for it with gestures.
Luca had nog geen van zijn opvallende overjassen aangetrokken, maar hij maakte dat goed met zijn gebaren.

More flamboyant, more extravagant, almost like pop stars.
Flamboyanter, extravaganter, het lijken wel popsterren.

Really, you are entirely too extravagant and flamboyant to be in any way a prime person.
Heus, je ben te extravagant en te zwierig om ook maar in enig opzicht een eerste persoon te zijn.

He emulated the flamboyance of Dali, to whom he has been compared.
Ten tweede onderscheidde zij zich door de spullen (soms zelfs vodden) die zij naar hem bracht.

I picture the slender, flamboyant man in my mind.
Ik roep het beeld van de slanke, flamboyante man op in mijn gedachten.

“Because I’m going to walk in there dressed like a woman and act all flamboyant.”
“Omdat ik daarheen ga in vrouwenkleding en me flamboyant ga gedragen?”

In contrast to the more flamboyant SS officer, the reserved official wore a simple gray suit.
In tegenstelling tot de flamboyante ss-officier droeg de koele ambtenaar een eenvoudig grijs pak.

Most of Rio’s large and flamboyant middle class has no direct experience of Rocinha.
Rio’s grote en flamboyante middenklasse heeft voor de overgrote meerderheid geen directe ervaringen met Rocinha.

He was a handsome man, if not flamboyant, and smelled of a heady mix of cigar smoke and brandy.
Het was een zwierige, om niet te zeggen flamboyante man, die rook naar een mengsel van sigarenrook en sterkedrank.

Although, with your flamboyant appearance, you wouldn’t need to make the least bit of effort to look like a work of art.
Hoewel u met uw flamboyante verschijning geen enkele moeite hoeft te doen om eruit te zien als een kunstwerk.

Whenever Cole wasn’t being completely flamboyant, he always seemed mysterious by comparison.
Als Cole niet uit zijn dak ging, leek hij altijd een beetje mysterieus.

But the Ringworld was flamboyant in its own way, and impossible to defend.
Maar Ringwereld was op haar eigen manier opzichtig, en onmogelijk om te verdedigen.

He was quite the flamboyant performer, and absolutely in his element on stage.
Hij was een nogal uitbundige artiest en hij was helemaal in zijn element op het podium.

The house was as cluttered as the façade and resembled a flamboyant boudoir.
Het huis was al even vol als de gevel en leek wel een flamboyant boudoir.

He wore the flamboyant uniform of the 11th (The Prince of Wales' Own) Bengal Lancers.
Hij droeg het flamboyante uniform van het 11de regiment van de Bengaalse Lansiers.

Very flamboyant, very dashing, very un-English.
Heel flamboyant, heel zwierig en bijzonder on-Engels.

In the old days, Porsches were flawed and a bit flamboyant.
Vroeger waren Porsches fout en een beetje flamboyant.

The trees transform into flamboyant trees, like those on the campus, with white-painted trunks.
De bomen veranderen in flamboyanten, zoals op de campus, met witgeschilderde stammen.

“Rogir always was flamboyant,” Touchstone stated, as if he might be commenting on someone at a dinner party.
'Rogir is altijd pronkzuchtig geweest,' zei Splijtsteen, alsof hij het over een disgenoot aan een diner had.

The girl wore very, very short skirts; she was loud and flamboyant.
Het meisje droeg erg, erg korte rokjes en was luidruchtig en opzichtig.

“For an investigator, you’re rather flamboyant.”
‘Voor een onderzoeker gedraag je je nogal buitenissig.’