coolly oor Nederlands

coolly

/kʊul.lɪi/ adjektief, bywoord

In a cool, unpanicked or collected manner.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

koel

adjective verb

Let us then look at the matter coolly and let us not exaggerate either the significance or the role of this committee.
Laten wij dus het hoofd koel houden en niet overdrijven, noch wat de betekenis van dit comité, noch wat zijn rol betreft.

voorbeelde

It was so hard to remember whom to be friendly to, whom to coolly ignore.
Het was zo moeilijk om te onthouden tegen wie je vriendelijk moest zijn en wie je koeltjes kon negeren.

He looked coolly out into a roiling sea of reporters.
Onbewogen bekeek hij de kolkende zee van journalisten.

“As a matter of fact,” I said coolly, “I am already determined on a trip in the West this summer.”
‘Nou,’ zei ik koeltjes, ‘ik ga anders deze zomer naar het Westen.’

Diels replied coolly: “The chief of the Secret State Police must bet on all horses, Herr Prime Minister!”
Hierop antwoordde Diels koel: ‘Het hoofd van de geheime staatspolitie moet op alle paarden wedden, Herr Premier!’

"""I doubt if it will be that,"" said he, coolly."
'Ik betwijfel of het dat zal zijn,' zei hij koel.

"""It was good of you to come, "" she said coolly."
‘Aardig dat je bent gekomen,’ zei ze koel.

He waited for Cloudpaw to arch his back and spit, but instead the white cat coolly ignored it.
Hij verwachtte dat Wolkpoot een hoge rug op zou zetten en zou blazen, maar de witte kat negeerde hem gewoon.

“Yes,” Karl said coolly, seemingly ashamed of his eldest son’s attitude.
“Ja,” zei Karl koel, beschaamd over de houding van zijn oudste zoon.

My sister, Petra said coolly, will be staying with me.
‘Mijn zuster,’ zei Petra koel, ‘zal bij mij blijven.’

She usually made a show of being coolly disdainful when anyone asked the same question.
Meestal mat ze zich een houding van koele minachting aan wanneer iemand haar diezelfde vraag stelde.

My Japanese wasn’t that good, so I coolly answered, ‘Wakarimasen.’
Mijn Japans was niet zo goed, dus antwoordde ik koeltjes:‘Wakarimasen.’

He’d planned to be coolly polite, but that look ticked him off.
Hij was van plan geweest om beleefd te blijven, maar haar blik maakte hem kwaad.

“It’s not RK,” said a voice coolly.
‘Dit is RK niet,’ zei een stem koel.

Then he said, coolly but clearly, “This can’t go on any longer, Simon.
Toen het zover was, zei hij weloverwogen en duidelijk: ‘Zo gaat het niet langer, Simon.

“To be honest, I am missing London,” Grace replied coolly.
‘Om eerlijk te zijn mis ik Londen wel,’ antwoordde Grace koeltjes.

Duncan looked at me coolly and said, The person who set up this kidnapping is his sister, Lindsey.
Duncan keek me koel aan en zei: ‘Degene die deze ontvoering heeft gearrangeerd, is zijn zus Lindsey.

But the old man stood very still, examining Carmody coolly.
Doch de oude man stond zeer stil en zag Carmody koel aan.

The journey, Somerled told Eyvind coolly, was just another strategic move in Ulf's own game.
De reis, zei Somerled koeltjes tegen Eyvind, was niet meer dan een strategische zet in het spel dat Ulf speelde.

The only parts visible were the red hair and one shining green eye that regarded him coolly.
Het enige wat hij van het gezicht kon zien, was haar rode haar en een heldergroen oog, dat hem koel opnam.

"""I never dream up anything,"" said the two mouths coolly."
‘Ik fantaseer nooit iets,’ zeiden de twee monden koel.

The man looked at him coolly for a moment, as if making a judgement.
De man keek hem even kil aan, alsof hij zich een oordeel vormde.

He hoped he could act so coolly when it was his turn to be named.
Hij hoopte dat hij net zo onaangedaan kon zijn wanneer het zijn beurt was om genoemd te worden.

"She said, coolly: ""I don't know what you mean."""
Koeltjes zei ze: 'Ik weet niet wat u bedoelt.'

Swan smiled coolly at the lawyer.
Swan glimlachte koeltjes naar de advocaat.

“Until now, we haven’t had to have one,” Father Mathias said coolly.
‘Tot op heden is daar geen noodzaak voor geweest,’ merkte pater Mathias koeltjes op.