epithet oor Nederlands

epithet

/ˈɛp.ɪ.θɛt/ naamwoord

A term used to characterize a person or thing.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

epitheton

naamwoord onsydig

word in the scientific name of a taxon following the name of the genus or species

toenaam

naamwoord manlike

term used to characterize a person or thing

scheldnaam

naamwoord manlike

abusive or contemptuous word or phrase

The ceiling fan brings a message releasing epithets!
De ventilator brengt een boodschap met scheldnamen.

schimpnaam · benaming · toevoegsel · bijnaam · bijvoeglijk · adjectief · adjectivisch · bijvoegelijk naamwoord · bijvoeglijk naamwoord

voorbeelde

Litt., 358) protests against the use of this epithet as a name and proposes (and uses) the form Georgios Monachos (Γεώργιος Μοναχός "George the Monk").
Litt., 358) protesteert tegen het gebruik van dit epitheton als een naam en stelt voor (en gebruikt) de vorm Georgios Monachos (Grieks: Γεώργιος Μοναχός; "George de Monnik").

He knew well enough how women saw him; impressive was an epithet frequently applied.
Hij wist heel goed hoe vrouwen hem zagen; ‘indrukwekkend’ was een frequent gebruikte term.

A day came when Naddaf realized that he did not identify at all with the epithet "Arab Christian" and that it neither applies to him nor to his Greek Orthodox followers.
Op een dag kwam Naddaf tot het besef dat hij zich helemaal niet had geïdentificeerd met de toevoeging "Arabisch christen" en dat dit noch voor hem noch voor zijn volgelingen als Grieks-Orthodoxen geldt.

The captain let out a mild epithet.
De kapitein uitte een milde verwensing.

Joseph was not always deserving of the epithet hatzaddik, “the Righteous One,” that typically adorns him today.
Niet altijd verdiende Jozef het epitheton ‘rechtschapen’, waarmee hij tegenwoordig in het Hebreeuws wordt getooid.

(Even The New York Times, in one follow-up story in its city edition, allowed the epithets to show.
(Zelfs The New York Times liet het epitheton in een van de verhalen in haar stadseditie staan.

"Annoyed, he said stiffly, ""Isn't that epithet somewhat obsolete under present circumstances?"""
Geërgerd zei hij stijfjes: 'Is dat epitheton niet nogal verouderd onder de huidige omstandigheden?'

They’d be the first to shout some epithet at me.
Zij zouden de eerste zijn om een of ander scheldwoord naar me te roepen.

His very name is as profane to the Jew as racial slurs and epithets are to other minorities.”
Zijn naam is voor een jood net zo verfoeilijk als racistische beledigingen en scheldwoorden voor andere minderheden.’

At Iunet, he adopted the unprecedented epithet of “the living god, foremost of kings.”
In Ioenet nam hij een titel aan die geen andere koning vóór hem had aangedurfd: ‘de levende god, eerste der koningen’.

A few did as he said, but others continued to hurl rocks and epithets just yards away.
Een paar deden wat hij zei, maar anderen bleven op maar een paar meter afstand met stenen en scheldwoorden smijten.

This guy says that you used racial epithets prior to arresting him ... derogatory comments referring to his Arab ethnicity
Je zou racistische opmerkingen hebben gemaakt... en kleinerend hebben gedaan over z' n Arabische afkomst

"His spouse BA.U was also a nurse or a doctor; her epithet was ""lady who the dead brings back to life."""
Zijn gemalin BA.OE was ook een min en dokter; haar bijnaam was 'de vrouw die de doden tot het leven terugbrengt'.

From 1975, Pierre Plantard used the surname Plantard de Saint-Clair, described as an epithet by Jean-Luc Chaumeil, following his interview with Plantard in the magazine l’Ère d’Aquarius.
Vanaf 1975 gaf hij als zijn achternaam Plantard de Saint-Clair op, een samenstelling die hij zichzelf had aangemeten na lezing van een interview met Jean-Luc Caumeil in het tijdschrift l'Ère d'Aquarius.

The thieves sat at the table whilst the captain slapped them about the head at each epithet.
De dieven zaten aan de tafel terwijl de kapitein hen bij elk scheldwoord een draai om de oren gaf.

His face had turned as red as his epithet, the jhaeld in his blood pushing him to the brink of a berserker rage.
Zijn gezicht was net zo rood geworden als zijn bijnaam en de jhaeld in zijn bloed bracht hem op het randje van razernij.

His many epithets extol him as the overlord of numerous semi-divine species and the owner of the treasures of the world.
Zijn vele toevoegingen verheerlijken hem als de opperheer van vele semi-goddelijke wezens en bezitter van de schatten van de wereld.

She has a collection of choice epithets to describe me and regularly berates me for my promiscuity.
Ze heeft een hele reeks scheldwoorden om me te omschrijven en veegt me regelmatig de mantel uit om mijn promiscuïteit.

As Steneosaurus rostromajor had been based on the composite skull, the epithet rostromajor now no longer had priority over altdorfensis.
Omdat Steneosaurus rostromajor gebaseerd was op de krokodilachtige composietschedel had de soortaanduiding rostromajor nu geen prioriteit meer op altdorfensis.

The soil may be one reason for Homer’s epithet “wealthy Corinth.”
De bodem zou één reden kunnen zijn voor Homerus’ aanduiding „het rijke Korinthe”.

In the negative sense, the epithet has been used by the supporters of the new post-dissolution regimes to portray their critics as anachronistic, unrealistic, unpatriotic, and potential traitors.
In de negatieve zin wordt het epitheton gebruikt door de aanhangers van de nieuwe post-ontbinding regimes om hun critici af te schilderen als anachronistisch, onrealistisch, niet patriottisch, als potentiële verraders.

"The name of ""Khond"" meant nothing to Carse, but he recognized it for what it was, an epithet and a curse."
Het woord 'Khond' betekende niets voor Carse, maar hij hoorde het aan hun toon: het was een bijnaam en een vloek.

This woman did not know me, yet the epithet stung.
Deze vrouw kende me niet, toch stak de benaming.

He had also three times performed the journey to Mecca, from which he derived his epithet of El Hadgi, or the Pilgrim.
Hij had ook drie malen de reis naar Mekka gedaan, en hiervan had hij zijn bijnaam van Hadji, of pelgrim.

Now by taking the biblical epithet "abomination" and attaching it to the ultimate image of innocence, a baby, this joke short circuits the emotional wiring behind the debate and it leaves the audience with the opportunity, through their laughter, to question its validity.
Door de bijbelse benaming 'gruwel' te nemen, en ze te hechten aan het toonbeeld van onschuld, een baby, sluit deze grap de emotionele bedrading achter het debat kort, en geeft het publiek de gelegenheid om door hun lachen de geldigheid ervan in vraag te stellen.