logical positivism oor Nederlands

logical positivism

naamwoord

(philosophy) A 20th century school of philosophy which held that all knowledge is based on logical inferences from empirical observations

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

logisch positivisme

onsydig

20th century philosophical movement which believed that indicative sentences were only cognitively meaningful if there existed an effective procedure for verifying their truth

voorbeelde

As a philosopher of science, he was a major influence on logical positivism and American pragmatism.
Als wetenschapsfilosoof had hij grote invloed op het logisch positivisme.

The obvious problem with the statement “Logical positivism is art” is that it fails as art.
Hét probleem met de mededeling ‘Logisch positivisme is kunst’ is natuurlijk dat het als kunst niks voorstelt.

He next turned to those of logical positivism.
Daarna keek hij naar de bezwaren van het logisch positivisme.

Logical positivism’s criteria for meaningfulness were pure metaphysics, he thought.
De criteria voor ‘zinvolheid’ van het logisch positivisme waren volgens hem puur metafysisch.

It says that values are not outside of the experience that logical positivism limits itself to.
Zij stelt dat de waarden niet buiten de ervaring staan waartoe het logisch positivisme zich beperkt.

He was a major member of the Vienna Circle and an advocate of logical positivism.
Hij was lid van de Weense Kring en een belangrijk theoreticus op het gebied van het logisch positivisme.

So logical positivism is either false or meaningless.
Het logisch positivisme is dus onjuist of betekenisloos.

Then he got hooked on Logical Positivism.
Toen raakte hij aan het Logisch Positivisme.

The second is in logical positivism and its attitude that statements which are unverifiable are meaningless.
De tweede pilaar was het werk verricht door het logisch positivisme, en haar stelling dat uitspraken die niet verifieerbaar zijn, zinloos zijn.

He argued vigorously against both logical positivism and associated philosophers (for example, Bertrand Russell) as well as absolute idealism (such as F. H. Bradley).
Hij bestreed met veel vuur zowel het logisch positivisme, filosofen die ermee geassocieerd werden (zoals Bertrand Russell) als het absoluut idealisme zoals dit bijvoorbeeld bij F.H. Bradley voorkwam.

Sellars was perhaps the first philosopher to synthesize elements of American pragmatism with elements of British and American analytic philosophy and Austrian and German logical positivism.
Sellars was wellicht de eerste die elementen van het Amerikaans pragmatisme combineerde met elementen uit de analytische filosofie en het logisch positivisme.

Having taken a first class degree, in 1936 he was elected to a Fellowship of All Souls College, Oxford, where he researched and taught philosophy initially as an adherent of logical positivism.
Bij het behalen van zijn eerste graad in 1936 werd hij gekozen voor de studiegroep van All Souls College in Oxford, waar hij onderzoek deed en les gaf in de filosofie, aanvankelijk als aanhanger van het logisch positivisme.

In a 1931 paper with Albert Blumberg, "Logical Positivism: A New European Movement," he argued for logical positivism to be renamed "logical empiricism" based upon certain realist differences between contemporary philosophy of science and the older positivist movement.
In een essay uit 1931 (dat hij samen met Albert Blumberg schreef), "Logical Positivism: A New European Movement", stelde hij voor het logisch positivisme voortaan het "logisch empirisme" te noemen, vanwege een aantal verschillen in opvatting met betrekking tot het realisme tussen de wetenschapsfilosofie van die tijd en de oudere positivistische beweging.

Sir Alfred Jules Ayer (29 October 1910, London – 27 June 1989, London), better known as A. J. Ayer or "Freddie" to friends, was a British analytic philosopher known for his promotion of logical positivism, particularly in his books Language, Truth and Logic (1936) and The Problem of Knowledge (1956).
Alfred Jules Ayer (Londen, 29 oktober 1910 - Londen, 27 juni 1989), beter bekend als simpelweg A.J. Ayer (en Freddie genoemd door vrienden), was een filosoof die hielp het logisch positivisme te populariseren in Engelstalige landen door middel van zijn boeken Taal, waarheid en logica (1936) en Het probleem van kennis (1956).

Logical positivism - Wikipedia
Logisch positivisme - Wikipedia

This is a philosophy called logical positivism, which was popularized by philosophers such as David Hume and A. J. Ayer.
Dit is een filosofie die “logisch positivisme” wordt genoemd, en populair werd gemaakt door filosofen als David Hume en A.J. Ayer.

He is best known for being a member of the Vienna Circle and one of the key theorists in logical positivism.
Hij was lid van de Weense Kring en een belangrijk theoreticus op het gebied van het logisch positivisme.

He argued vigorously against both logical positivism and associated philosophers (for example, Bertrand Russell) as well as absolute idealism (such as F. H. Bradley).
Hij bestreed met veel vuur zowel het logisch positivisme, filosofen die ermee geassocieerd werden (zoals Bertrand Russell) als het absoluut idealisme zoals dit bijvoorbeeld bij F.H. Bradley voorkwam[1].

I had been trained under my teacher, a logical positivist; however, this training is not unusual, since logical positivism is a technical delineation of our (scientific) common sense.
Ik was onder mijn leraar, een logische positivist, getraind; maar deze training is niet ongewoon, aangezien stellige wijsbegeerte een technisch ontwerp is van ons (wetenschappelijk) gezonde verstand.

For within logical positivism, one has to know what something means before one can determine (ideally through some sort of scientific test or experiment) whether it's true or false.
Want in de stellige wijsbegeerte moet men weten wat iets betekent voordat men kan bepalen (liefst door een soort wetenschappelijke test of proef) of het waar is of niet.

Having taken a first class degree, in 1936 he was elected to a Fellowship of All Souls College, Oxford, where he researched and taught philosophy initially as an adherent of logical positivism.
Bij het behalen van zijn eerste graad in 1936 werd hij gekozen voor de studiegroep van All Souls College in Oxford, waar hij onderzoek deed en les gaf in de filosofie. In het begin als een aanhanger van logisch positivisme.

Putnam's teacher Hans Reichenbach (his dissertation supervisor) was a leading figure in logical positivism, the dominant school of philosophy of the day; one of Putnam's most consistent positions has been his rejection of logical positivism as self-defeating.[19]
Putnams begeleiders hier waren Hans Reichenbach en Rudolf Carnap: beiden leidende personen in het logisch positivisme, de dominante filosofische school van die tijd. Een van Putnams meest consistente stellingnamen zou zijn afwijzing van het logisch positivisme als "zelfvernietigend" zijn.[4]

He achieved an almost legendary stature within academic philosophical circles during his lifetime and was credited singlehandedly for originating the two most prevalent 20th century philosophical schools of thought - logical positivism and linguistic analysis - both of which he himself repudiated!
Hij bereikte een bijna legendarische hoogte in academisch filosofische kringen gedurende zijn leven en hij alleen kreeg de eer voor het ontstaan van de twee meest overheersende 20e eeuwse filosofische denkrichtingen - stellige wijsbegeerte en taalkundige analyse - die hij zelf allebei verwierp!

Logical positivism was the first philosophy of science in the twentieth century and the forerunner of scientific realism, holding that a sharp distinction can be drawn between observational terms and theoretical terms, the latter capable of semantic analysis in observational and logical terms.
Het antirealisme van de logisch-positivisten kwam voort uit hun idee dat de wetenschappelijke taal te verdelen is in twee soorten termen: observationele termen, die direct onze waarnemingen beschrijven, en theoretische termen, die wij ontwikkelen om gemakkelijker over fenomenen te kunnen spreken.

In the 1950s, the agreement that seemed to have been reached regarding the primacy of sentences in semantic questions began to unravel with the collapse of the movement of logical positivism and the powerful influence exercised by the philosophical investigations of the later Wittgenstein.
In het midden van 20e eeuw werd de veronderstelling dat het de zin was die centraal moet staan bij semantische vragen ter discussie gesteld. De oorzaak lag enerzijds bij het ineenstorten van het logisch positivisme en anderzijds bij het latere werk van Ludwig Wittgenstein, en met name zijn Filosofische onderzoekingen.