mail carrier oor Nederlands

mail carrier

naamwoord manlike

Mailperson, somebody who delivers mail.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

postbode

naamwoord manlike

employee of the post office or postal service, who delivers mail to residences and businesses

He let me know this morning he would like to be a mail carrier.
Hij liet me vanmorgen weten dat hij postbode wil worden.

brievenbesteller

naamwoord manlike

voorbeelde

“Lakeside mail carriers are good-mannered ponies.
‘De postbezorgers van Lakeside zijn welgemanierde pony’s.

His crime had been the robbery of a rural mail carrier in Oklahoma.
Zijn misdaad was een overval op een postbode in Oklahoma geweest.

On Saturday he said the substitute mail carrier was in on it.
Zaterdag zei hij dat de invalpostbode ook in het complot zat.

From a doctor to a mail carrier.
Van dokter naar postbode.

“I take it we’ve got another new mail carrier on our route.”
‘Ik neem aan dat we weer een nieuwe postbode hebben.’

I'm gonna kill that mail carrier.
Ik ga die postbode vermoorden.

passenger and cargo/mail carrier;
passagiers- en vracht/postmaatschappij;

She was still cursing when Hilda Meekins, the mail carrier, came by.
Ze vloekte binnensmonds en was daar nog steeds mee bezig toen Hilda Meekins, de postbode, eraan kwam.

So he may be wearing a uniform, like a deliveryman or a mail carrier.
Dus hij kan een uniform dragen, zoals een bezorger of een postbode.

(a) passenger and cargo/mail carrier;
a) passagiers- en vracht/postmaatschappij;

So he may be wearing a uniform, like a deliveryman or a mail carrier
Dus hij kan een uniform dragen, zoals een bezorger of een postbode

We lived just outside Oxford—we could walk to school—and my dad was a mail carrier.
We woonden vlak buiten Oxford, we konden lopend naar school, maar mijn vader was postbode.

“Amber, I want you to get a hold of our mail carrier.
‘Amber, ik wil dat je contact opneemt met de postbode.

My father, Randy Millhone, was thirty-three years old and a mail carrier.
Mijn vader, Randy Millhone, was drieëndertig en postbode.

I’d never devoted any thought to the fact that my father was a mail carrier.
Ik had nog nooit een moment stilgestaan bij het feit dat mijn vader postbesteller was geweest.

“You aren’t a cook, you aren’t a mail carrier-what the hell do you do here?”
‘Je bent geen kok, geen postbode, wat doe je hier in vredesnaam?’

The mail carrier was strangled, so there wouldn't be much blood to begin with.
De postbode is gewurgd, dus die bloedde niet.

I had an uncle once who was a rural mail carrier.
Ik heb een oom gehad die ooit op het platteland de post heeft bezorgd.

A mail carrier at the Miami-Dade airport was attacked, the contents of his truck, stolen.
Een postbode op het vliegveld van Miami-Dade werd aangevallen, de inhoud van zijn auto werd gestolen.

It was worse than being a mail carrier out in the country.
Het was erger dan wanneer je postbode op het platteland was.

She ignored the question and waved at the mail carrier.
Ze negeerde de vraag en zwaaide naar de postbode.

Children, mail carriers, and others could easily be killed.
Kinderen, postboden en anderen kunnen daar gemakkelijk het slachtoffer van worden.

He's a mail carrier from a nearby village.
Hij is een postbezorger van het nabijgelegen dorp.