mockney oor Nederlands

mockney

/ˈmɒk.ni/ adjektief, naamwoord

(uncountable) An inauthentic imitation of Cockney accent and vocabulary.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Mockney

voorbeelde

Well, I'd rather be slightly thinning than a friendless mockney-phile.
Ik ben liever een beetje uitgedund, dan een genadeloze mottendoder.

I put on an English accent, hamming up the Mockney: asked him where he was last night.
Ik zette een Engels accent op, overdreven plat: vroeg hem waar hij was gisteravond.

And Lula Landry spoke close and real, slightly raw and throaty, in Strike’s ear, in deliberately affected mockney.
En Lula Landry sprak dichtbij en levensecht in Strikes oor, een tikkeltje schor, met een dik aangezet nep-accent.

Opposite, the paparazzi were camped out, drinking tea and talking in loud Mockney.
Aan de overkant van de straat zaten de paparazzi thee te drinken en in luid namaak-Cockney te praten.