problem child oor Nederlands

problem child

naamwoord

(euphemism) A child who is particularly difficult to raise or educate, especially due to a lack of self-control and disruptive and antisocial behavior.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

zorgenkind

naamwoord onsydig

Let me finish by saying something about the SME problem-child.
Tenslotte wil ik nog even op het MKB ingaan, ons zorgenkind.

voorbeelde

A Bork problem child, the youngest of four daughters.
Een probleemkind van Bork, de jongste van vier dochters.

Rollo starts to see you as a problem child you may ruin everything I’ve done for you.
Als mevrouw Rollo jou als een probleem gaat zien, dan verpruts je misschien alles wat ik voor jou heb gedaan.

We’ll make it a late luncheon after you see my problem child.
Dan maken we er een late lunch van, nadat je mijn probleempaard hebt bekeken.

Limitation in activities because of health problems (child)
Beperking van de activiteiten wegens gezondheidsproblemen (kind)

Each one of the three was a recognized problem child.
En elk van deze drie was een duidelijk herkenbaar probleemkind.

It wouldn’ t be the first time a problem child’ s been given sedatives.Unfortunately not
Het is niet voor het eerst dat een lastig kind kalmeringsmiddelen krijgt

"""Okay, so she's an irresponsible nymphomaniac who was a problem child."
‘Oké, ze is dus een onverantwoordelijke nymfomane die een problematisch kind was.

He's what you call a problem child.
Hij is wat je noemt... een probleemgeval.

He' s what you call...... a problem child
Hij is wat je noemt...... een probleemgeval

'She'd been the problem child for years.
'Ze was al jarenlang een probleemkind geweest.

They view our ward as nothing but summer camp, kowtowing to their problem child’s every whim.
Zij zien onze afdeling als een veredeld zomerkamp waar tegemoetgekomen wordt aan alle grillen van hun probleemkind.

all right, problem child is leaving. back inside, ok? just get the fuck out of here!
Ik krijg bij na geen lucht.Wat is er?-Het spijt me. Je jaagt me de stuipen op 't lijf.-Dat was heel zwak. Hou even je kop.-Nee, dit hadden we niet afgesproken. Hij zit ergens mee

Italy is a problem child in this regard.
Italië is in dit opzicht een probleemkind.

‘You know your problem, child?’
'Weet je wat jouw probleem is, meisje?'

“She’s kind of a problem child.”
‘Het is wel een soort probleemkind, hoor.’

I saw Problem Child, though.
Maar ik zag Problem Child.

But having a “problem child” was another matter entirely.
Maar een ‘probleemkind’ was een heel ander verhaal.

The problem child of the family.
Het probleemkind van de familie.

People told me you were a problem child
Ze zeiden dat je een probleemkind was

Gabriel can’t stomach the notion that he is the father of a problem child.
Gabriel kan niet aanvaarden dat hij de vader van een probleemkind is.

At the age of four, he was a problem child.
Als vierjarige is hij een probleemkind.

She is what we call a problem child.
Ze is wat we een probleemkind noemen.

“everything glistened and sparkled”: Hofmann, LSD, My Problem Child, 51.
‘glinsterde en sprankelde alles’: Hofmann, lsd, My Problem Child, 51.

Making mistakes isn't the problem, child.
Fouten maken is het probleem niet, kind.