cartulaire oor Nederlands

cartulaire

naamwoord manlike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

cartularium

onsydig

Cartularium

recueil d'actes, généralement religieux

voorbeelde

La spécificité de l’aire repose aussi sur des facteurs humains et des critères d’usage: les premières mentions écrites de salines pour la région de Guérande datent de 854 («Cartulaire de Redon»).
Het specifieke karakter van de streek berust eveneens op menselijke factoren en gebruikscriteria: de eerste schriftelijke vermeldingen van zoutpannen in de streek van Guérande dateren uit 854 („Cartulaire de Redon”).

Les cartulaires des abbayes de la région évoquent le développement de sa culture aux XIe et XIIe siècles sur les coteaux de Varades, Oudon, Ancenis et Saint-Florent-le-Vieil.
In de cartularia van de abdijen in de streek wordt gewag gemaakt van de ontwikkeling van de teelt in de elfde en twaalfde eeuw verder op de hellingen van Varades, Oudon, Ancenis en Saint-Florent-le-Vieil.

IXe siècle : Première apparition du nom dans le cartulaire de Saint Bertin.
9e eeuw: De naam dook het eerst op in de oorkonde van Sint Bertinus.

Le village lui-même apparaît pour la première fois dans le cartulaire de l'ancienne abbaye d'Arbroath en 1434 et trouve sans doute ses origines dans l'installation d'envahisseurs scandinaves sur les côtes d'Écosse, il y a un millier d'années environ.
In 1434 wordt dat dorp voor het eerst vermeld, en wel in het cartularium van de oude abdij van Arbroath. Men schrijft die oorsprong ervan toe aan de Noormannen, toen Scandinavische indringers zich zo'n 1000 jaar geleden op de Schotse kust vestigden.

À la différence de ces autres établissements, les origines de Larreule restent mal connues, notamment du fait de la disparition de ses archives et cartulaires.
Verschillend van de andere stichtingen is de oorsprong van de abdij van Larreule vrij onbekend, voornamelijk door het verdwijnen van haar archieven en cartularia.

Le cartulaire de l’abbaye, sans donner une liste complète des abbesses, témoigne que plusieurs membres des familles de Luxembourg et de Bar furent à la tête de l’abbaye de Clairefontaine : entre autres Jeanne de Luxembourg († 1310) et Marguerite de Luxembourg, toutes deux filles d'Henri V. Tout au long des premiers siècles de son existence l’abbaye eut des liens très rapprochés avec la maison comtale de Luxembourg dont elle recevait également dons et protection.
Het cartularium van de abdij geeft een volledige lijst van de abdissen van de abdij en getuigt dat diverse leden van het Luxemburgse grafelijke en hertogelijke huis aan het hoofd van de abdij van Clairefontaine stonden, onder andere Johanna van Luxemburg († 1310) en Margaretha van Luxemburg, beide dochters van Hendrik V. Op het einde van de 16e eeuw (onder het abbatiaat van Elisabeth van Larochette), onderging de abdij grote veranderingen, waaronder een vergroting van de abdijkerk en de slotgebouwen.

Les premiers textes portant mention du torrent se trouvent dans le Cartulaire de l'Église d'Apt.
De eerste teksten die vermelding maken van de Dôa zijn te vinden in het cartularium van de kerk van Apt.

On en trouve mention en 1070 dans le Cartulaire de l’Abbaye de Conques, en Aveyron.
Er wordt in 1070 naar verwezen in het cartularium van de abdij van Conques in Aveyron.