Pluvia oor Nederlands

Pluvia

Vertalings in die woordeboek Latyn - Nederlands

regen

noun verb

neerslag

Pluvia nobis non placet.
We houden niet van regen.

pluvia

naamwoord, adjektief vroulike

Vertalings in die woordeboek Latyn - Nederlands

regen

naamwoord manlike

neerslag van tot druppels gecondenseerde waterdamp

Pluvia nobis non placet.
We houden niet van regen.

regenen

werkwoord

Soortgelyke frases

pluvia tenuis
drop · dropregen · drup · drupregen · gemiezer · miezer · motregen

pluvia ingens
plasregen · slagregen · stortregen · wolkbreuk

pluvia meteororum
meteorenzwerm

Pluvia acida
zure regen

balneum pluvium
douche

Balneum pluvium
douche

voorbeelde

Pluvia nobis non placet.
We houden niet van regen.

Pontes ligneos saepe tecta a pluvia et nive protegunt.
De pluviale werd door iedereen wel gedragen om zich tegen regen en sneeuw te beschermen.

Differt a cisterna, quae aquam pluviam collectam servat."
'Een tank is voor regenwater,' had Wiesje geantwoord.

Pluvia est circa 2360 millimetra per annum.
Gemiddeld valt er 2347 mm regen per jaar.

Postquam pluvia grandis facta est.
Heel hard regenen.

Pluviae gradatim e Maio in Novembrem augentur.
Het zaad is rijp in oktober en november.

Duo anni tempora sunt: pluviarum et siccum.
Dit kan heel het jaar door zowel regen als sneeuw zijn.