declinere oor Engels

declinere

werkwoord

voorbeelde

Je kunt natuurlijk jusjurandum declineren als de beste, hè?
Ready to decline jusjurandum with the best of us?

achteruitgaan; afkeuren; afnemen; afstemmen; afwijzen; bezwijken; dalen; declineren; instorten; minder worden; minderen; tanen; tenondergaan; teruggaan; verbuigen; vergaan; verminderen; verrotten; verteren; vervallen; vervoegen; verwerpen; wegrotten;
curtail; decrease; diminish; drop; dwindle; fall; go down; lessen; make smaller; mark down; recoil; recoil from; reduce; scale down; shrink; shrink away; shrink back; shrivel; shrivel up; sink; tumble; withdraw

achteruitgaan; afnemen; bouwen; construeren; declineren; een zet doen; gaan zitten; kelderen; met aandelen spelen; minder worden; mobiliseren; neerleggen; onderuit halen; opschuiven; plaats maken; plaatsnemen; speculeren; uitbuiken; uitzakken; verplaatsen; verzetten; zakken; zich neerzetten speichern
bet with shares; bring down; build; bulge out; conjecture; decline; drop; erect; establish; fall; make a move; mobilise; mobilize; move over; raise; regress; sag; set up; settle down; sink; sit down; speculate; take laydown; place; put down; set; set down; situate; station

abstineren; achterhouden; afkeuren; afschepen; afslaan; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; bedanken; behouden; declineren; ongeschikt verklaren; onthouden; opsturen; opzijleggen; posten; reserveren; sturen; teruggooien; terughouden; terugwerpen; toezenden; uitwerpen; vertikken; verwerpen; verzenden; weghouden; wegsturen; wegzenden; weigeren
Decline; abstain; condemn; decline; denounce; disapprove; disclaim; eject; fob off with; hold off; keep away; keep off; keep out; not follow up; object to; push away; put aside; put away; refuse; reject; repudiate; reserve; return; send; set aside; shove away; spurn; throw back; turn down

Als dit het geval zou zijn, zouden we een gehele levensduur spenderen om onszelf proberen te onderrichten zonder veel ‘headway’ te maken of we zouden wellicht zelfs declineren door ons te begeven op een verkeerde pad.
If this were the case, we would spend a lifetime trying to educate ourselves without making much headway or perhaps even going down a wrong path.

afweren; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; declineren; laten passeren; onthouden; teruggooien; terugwerpen; terugwijzen; verdedigen; versmaden; verstoten; vertikken; verwaarlozen; verweren; verwerpen; wegcijferen;
abstain; balk at; decline; defend; disown; fob off with; hold off; ignore; keep away; keep off; keep out; not follow up; outvote; pass the buck; push off; refuse; refuse flatly; reject; render thanks; renounce; resist; return; say thank you to; shift onto; sprout from; thank; throw back; turn down; vote down

achteruitgaan; afnemen; besparen; bezuinigen; declineren; inkrimpen; kleiner worden; korten; krimpen; matigen; minder worden; slinken
abridge; cut down; cut short; decrease; diminish; make smaller; reduce; shorten; shrink; zoom out

achteruitgaan; afnemen; bouwen; construeren; declineren; een zet doen; gaan zitten; kelderen; met aandelen spelen; minder worden; mobiliseren; neerleggen; onderuit halen; opschuiven; plaats maken; plaatsnemen; speculeren; uitbuiken; uitzakken; verplaatsen; verzetten; zakken; zich neerzetten speichern bewaren; deponeren; opslaan
bet with shares; bring down; build; bulge out; conjecture; decline; drop; erect; establish; fall; make a move; mobilise; mobilize; move over; raise; regress; sag; set up; settle down; sink; sit down; speculate; take accommodate; accommodate someone; board; board out; bring down; house; lodge; offer someone lodges; place; position; put; put out; shelter; situate; station; take down; take in to the house

achteruitgaan; afnemen; bouwen; construeren; declineren; een zet doen; gaan zitten; kelderen; met aandelen spelen; minder worden; mobiliseren; neerleggen; onderuit halen; opschuiven; plaats maken; plaatsnemen; speculeren; uitbuiken; uitzakken; verplaatsen; verzetten; zakken; zich neerzetten stationieren deponeren; leggen; neerleggen; neerzetten; plaatsen; stationeren; zetten
bet with shares; bring down; build; bulge out; conjecture; decline; drop; erect; establish; fall; make a move; mobilise; mobilize; move over; raise; regress; sag; set up; settle down; sink; sit down; speculate; take down; take your seat; tumble; waining stationieren deposit; lay; laydown; place; put stürzen

achteruitgaan; afnemen; beperken; declineren; indrogen; inkrimpen; inperken; kleiner maken; kleiner worden; krimpen; minder worden; minderen; minimaliseren; afglijden; aftakelen; afzakken; inzinken; vervallen; wegglijden; wegzinken
curtail; decline; decrease; dehydrate; diminish; drop; dry; dry out; dwindle; go down; lessen; make smaller; mark down; reduce; regress; run dry; scale down; shrink; shrink away; shrink back; shrivel; shrivel up; sink; waining; wither

desintegreren; in elkaar storten; in elkaar zakken; in elkaar zinken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; omlaagstorten; samenvouwen; sterk afnemen; ten gronde gaan; teruglopen; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vallen; achteruitgaan; afkeuren; afnemen; afstemmen; afwijzen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verbuigen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen
bore through; break up; buckle; collapse; crash; crash down; crumble; decay; disintegrate; drop; fall; fall apart; fall down; fall into decay; fall to bits; fall to pieces; flop down; go to ruin; implode; penetrate; pierce; plop down; plummet; plump down; prolapse; sag; sink; slump; take a plunge; thunder down; topple down; tumble desguazar

desintegreren; in elkaar storten; in elkaar zakken; in elkaar zinken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; omlaagstorten; samenvouwen; sterk afnemen; ten gronde gaan; teruglopen; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vallen; achteruitgaan; afkeuren; afnemen; afstemmen; afwijzen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verbuigen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen depart this life
bore through; break down; break off; break up; buckle; collapse; crash; crash down; crumble; decay; disintegrate; drop; fall; fall apart; fall down; fall into decay; fall to bits; fall to pieces; flop down; give way; go to pieces; go to ruin; go to the dogs; have a breakdown; implode; penetrate; pierce; plop down; plump down; sink; thunder down; topple down; tumble

achteruitgaan; afnemen; besparen; bezuinigen; declineren; inkrimpen; kleiner maken; korten; krimpen; matigen; minder worden; minimaliseren; slinken; verkleinen
curtail; decrease; diminish; dwindle; lessen; mark down; reduce; scale down; shrink away crop; decrease; diminish; make smaller; minimise; minimize; reduce; scale down; shorten; shrink; trim

afweren; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; declineren; laten passeren; onthouden; teruggooien; terugwerpen; terugwijzen; verdedigen; versmaden; verstoten; vertikken; verwaarlozen; verweren; verwerpen; wegcijferen;
abstain; balk at; defend; disown; fob off with; hold off; ignore; keep away; keep off; keep out; not follow up; outvote; pass the buck; push off; refuse flatly; reject; render thanks; renounce; resist; return; say thank you to; scorn; shift onto; sprout from; spurn; thank; throw back; vote down

achteruitgaan; afnemen; declineren; inkrimpen; kleiner maken; kleiner worden; krimpen; minder worden; minimaliseren; slinken; verkleinen
curtail; decrease; diminish; dwindle; lessen; mark down; reduce; restrict; scale down; shrink away

achteruitgaan; afnemen; declineren; deponeren; een zet doen; gaan zitten; kelderen; leggen; met aandelen spelen; minder worden; mobiliseren; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; opschuiven; plaats maken; plaatsen; plaatsnemen; speculeren; stationeren; uitbuiken; uitzakken; verplaatsen; verzetten; zakken; zetten; zich neerzetten
bet with shares; bring down; build; bulge out; conjecture; decline; drop; erect; establish; fall; make a move; mobilise; mobilize; move over; raise; regress; sag; set up; settle down; sink; sit down; speculate; take laydown; place; put down; set; set down; situate; station

achteruitgaan; afkeuren; afnemen; afstemmen; afwijzen; bezwijken; declineren; instorten; minder worden; tenondergaan; teruggaan; verbuigen; maken; kleiner worden; krimpen; schrompelen; slinken; verkleinen
minderen: decline; decrease; remove; shrink; dwindle; take away; shrinking; wain; be shortcoming; go thieving; shrinking back; reduce; diminish; curtail; lessen; scale down; mark down; shrink away

achteruitgaan; afnemen; bouwen; construeren; declineren; een zet doen; gaan zitten; kelderen; met aandelen spelen; minder worden; mobiliseren; neerleggen; onderuit halen; opschuiven; plaats maken; plaatsnemen; speculeren; uitbuiken; uitzakken; verplaatsen; verzetten; zakken; zich neerzetten
bet with shares; bring down; build; bulge out; conjecture; decline; drop; erect; establish; fall; make a move; mobilise; mobilize; move over; raise; regress; sag; set up; settle down; sink; sit down; speculate; take station

hopen; op bankrekening zetten; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; samenpakken; samenrapen; sparen; stapelen; achteruitgaan; afnemen; besparen; bezuinigen; declineren; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; korten; matigen; minder gebruiken; minder worden; op bankrekening zetten; opsparen; schenken; sparen
collect; gather together; glean; save; horde; pick up; spare; put money in the bank; bank; economize; cut down; economise; decline; waining; regress; donate; give; moderate; use less; save up; allow

desintegreren; in elkaar storten; in elkaar zakken; in elkaar zinken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; omlaagstorten; samenvouwen; sterk afnemen; ten gronde gaan; teruglopen; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vallen; achteruitgaan; afkeuren; afnemen; afstemmen; afwijzen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verbuigen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen depart this life
bore through; break down; break off; break up; buckle; collapse; crash; crash down; crumble; decay; disintegrate; drop; fall apart; fall down; fall into decay; fall to bits; fall to pieces; flop down; give way; go to pieces; go to ruin; go to the dogs; have a breakdown; implode; penetrate; pierce; plop down; plummet; plump down; prolapse; sag; slump; take a plunge; thunder down; topple down

desintegreren; in elkaar storten; in elkaar zakken; in elkaar zinken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; omlaagstorten; samenvouwen; sterk afnemen; ten gronde gaan; teruglopen; uit elkaar vallen; uiteenvallen; vallen; achteruitgaan; afkeuren; afnemen; afstemmen; afwijzen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verbuigen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen depart this life
bore through; break down; break up; buckle; collapse; crash; crash down; crumble; decay; disintegrate; drop; fall; fall apart; fall down; fall into decay; fall to bits; fall to pieces; flop down; give way; go to pieces; go to ruin; go to the dogs; have a breakdown; implode; penetrate; pierce; plop down; plummet; plump down; prolapse; sag; sink; slump; take a plunge; thunder down; topple down; tumble

abstineren; achterhouden; afkeuren; afschepen; afslaan; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; bedanken; behouden; declineren; ongeschikt verklaren; onthouden; opzijleggen; reserveren; teruggooien; terughouden; terugwerpen; uitwerpen; vertikken; verwerpen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghouden; wegschuiven; wegsturen; weigeren remitir
Decline; abstain; balk at; condemn; decline; denounce; disapprove; disclaim; eject; fob off with; hold off; keep away; keep off; keep out; not follow up; object to; push away; put aside; put away; refuse; refuse flatly; reject; repudiate; reserve; return; set aside; shove away; spurn; throw back; turn down remitir

achteruitgaan; afnemen; afprijzen; beperken; besparen; bezuinigen; declineren; inkrimpen; inperken; kleiner maken; kleiner worden; korten; krimpen; lager maken; matigen; minder worden; minderen; maken; minimaliseren; verkleinen
collapse; crop; curtail; decline; decrease; diminish; drop; dwindle; go down; lessen; lower; mark down; minimise; minimize; reduce; regress; scale down; shorten; shrink; shrink away; down; cut down; fell

achteruitgaan; afnemen; bouwen; construeren; declineren; een zet doen; gaan zitten; kelderen; met aandelen spelen; minder worden; mobiliseren; neerleggen; onderuit halen; opschuiven; plaats maken; plaatsnemen; speculeren; uitbuiken; uitzakken; verplaatsen; verzetten; zakken; zich neerzetten speichern
bet with shares; bring down; build; bulge out; conjecture; decline; drop; erect; establish; fall; make a move; mobilise; mobilize; move over; raise; regress; sag; set up; settle down; sink; sit down; speculate; take down; take your seat; tumble; waining

abstineren; achterhouden; afkeuren; afschepen; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; behouden; declineren; ongeschikt verklaren; onthouden; opsturen; opzijleggen; posten; reserveren; sturen; teruggooien; terughouden; terugwerpen; toezenden; uitwerpen; vertikken; verzenden; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghouden; wegschuiven; wegsturen; wegzenden; weigeren
Decline; abstain; balk at; condemn; decline; eject; fob off with; hold off; keep away; keep off; keep out; not follow up; push away; put aside; put away; refuse; refuse flatly; reject; reserve; return; send; set aside; shove away; throw back; turn down rehusar