klastisch oor Engels

klastisch

adjektief

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

clastic

adjektief

made up of parts that are easily removable

III — karpatien en beneden badenien fijnkorrelig klastisch gesteente
III — Carpathian and Lower Badenian fine-grained clastic rocks

Soortgelyke frases

Klastisch gesteente
clastic rock

klastisch gesteente
clastic rocks

voorbeelde

I — beneden-carboon carbonaat en klastische gesteenten, beneden-carboon klastische gesteenten
I — Lower Carboniferous carbonate and clastic rocks, Lower Carboniferous clastic rocks

I — Fijnkorrelige klastische flyschformaties: Spasschalie, Inoceramusbeddingen, Hiërogliefbeddingen, geschakeerde schalie, menilietbeddingen, Krosnobeddingen;
I — fine-grained clastic flysch formations: Spas shales, Inoceramus beds, Hieroglyphic beds, variegated shales, Menilite beds, Krosno beds;

I — cambrium zandsteen; beneden-devoon kalksteen en dolomiet; boven-devoon en beneden-carboon kalksteen en dolomiet; productief carboon klastisch gesteente; boven-jura kalksteen;
I — Cambrian sandstones; Lower Devonian limestones and Dolomites; Upper Devonian and Lower Carboniferous limestones and Dolomites; productive Carboniferous clastics; Upper Jurassic limestones;

I — boven-carbonische klastische afzettingen en zandsteen met boven-devonisch moddersteeninsluitsel (famennien)
I — Upper Carboniferous clastic sediments and sandstones with Upper Devonian (Famennian) mudstone inclusions

Het productiegebied van de „Nocciola Romana” wordt gekenmerkt door een bodemgesteldheid en een klimaat die zeer gunstig zijn voor het kweken van de noot. De bodem van de Monti Cimini en Monti Sabatini wordt namelijk gekenmerkt door vulkanische formaties met aarde die tufsteen bevat en rijk is aan essentiële stoffen, leucitische, rachitische lava, met heterogene klastische afzettingen.
The area in which ‘Nocciola Romana’ is produced is characterised by soil and climate conditions highly favourable to hazelnut growing, inasmuch as the soils of the Cimini and Sabatini hills are characterised by volcanic formations, with underdeveloped volcanic tuffs of leucitic lava, rich in essential substances, with heterogeneous elastic deposits.

De eerste ondergroep is het klastisch-gedomineerde lood-zink erts, dat in schalie, zandsteen of gemengd klastisch gesteente is ingebed of als vervanging voor carbonaat binnen een klastisch-gedomineerde sedimentaire petrografische volgorde optreden.
The first subtype is clastic-dominated lead-zinc ores, which are hosted in shale, sandstone, siltstone, or mixed clastic rocks, or occur as carbonate replacement, within a clastic-dominated sedimentary rock sequence.

II — Laat-Badenisch en Vroeg-Sarmatisch fijnkorrelig klastisch gesteente;
II — Upper Badenian and Lower Sarmatian fine-grained clastic rocks;

Chemische sedimentaire gesteenten hebben een non-klastische textuur, die bestaat uit onderling vergroeide kristallen.
Chemical sedimentary rocks have a non-clastic texture, consisting entirely of crystals.

III — Ordovicisch en Silurisch fijnkorrelig gesteente, Vroeg-Devoon klastisch gesteente, Midden-Devoon klastisch carbonaatgesteente.
III — Ordovician and Silurian fine-grained clastic rocks, Lower Devonian clastic rocks, Middle Devonian clastic carbonate rocks.

I — beneden-carboon carbonaat en klastische gesteenten, beneden-carboon klastische gesteenten
I – Lower Carboniferous carbonate and clastic rocks, Lower Carboniferous clastic rocks

I — fijnkorrelig mioceen klastisch
I — fine-grained Miocene clastics

II — fijnkorrelig klastisch gesteente, beneden-carbonisch en/of devonisch
II — fine-grained clastic rocks of the Lower Carboniferous and Devonian

I — fijnkorrelig klastisch gesteente, carbonisch, en Zechstein evaporieten
I — fine-grained clastic rocks of the Carboniferous, and Zechstein evaporites,

de terrassen op keiachtige en uitgeloogde bodems, de molasse van klastisch gesteente uit het plioceen al dan niet bedekt door oud-alluviale gronden uit het quartair, de jong-alluviale gronden, die over een goede afwatering beschikken en door hun textuur de kans op bacterieziekten verkleinen waarvoor deze abrikozenbomen erg vatbaar zijn;
terraces with stony impoverished soils, detrital molasse from the Pliocène period, covered or not by old alluvial deposits from the Quaternary period, modern alluvial soils which are all well-drained allowing water to flow and the texture of which limits the bacteria attacks to which these apricot trees are greatly susceptible;

Laat-Badenisch en Vroeg-Sarmatisch fijnkorrelig klastisch gesteente
Upper Badenian and Lower Sarmatian fine-grained clastic rocks

III — karpatien en beneden badenien fijnkorrelig klastisch gesteente
III — Carpathian and Lower Badenian fine-grained clastic rocks

III — karpatien voorlandbekken, autochtoon mioceen klastisch gesteente (Badenien en Sarmatien)
III – Carpathian Foredeep autochthonous Miocene clastics (Badenian and Sarmatian)

aan de rechteroever, zuidelijk tot aan de voet van de Pyreneeën, het gebied Aspres, waar de bodems hoofdzakelijk bestaan uit molasse van klastisch gesteente uit het plioceen, die min of meer grotendeels bedekt zijn door oud-alluviale gronden uit het quartair, en waar de hooggelegen terrassen uit slechts enkele lagen bestaan.
the region of Les Aspres on the right bank, to the south and as far as the Pre-Pyrenees, where the soils are mainly made up of detrital molasse from the Pliocène period, more or less largely covered by ancient alluvial deposits from the Quaternary period, and where only a few high terraces remain.

I — hypothetisch fijnkorrelig klastisch gesteente, beneden-paleozoïcum en/of devonisch
I — hypothetically fine-grained clastic rocks of the Lower Paleozoic and/or Devonian

Fijnkorrelige klastische flyschformaties: Spasschalie, Inoceramusbeddingen, Hiërogliefbeddingen, geschakeerde schalie, menilietbeddingen, Krosnobeddingen
fine-grained clastic flysch formations: Spas shales, Inoceramus beds, Hieroglyphic beds, variegated shales, Menilite beds, Krosno beds